Bomen blijven boeien

Geen code geel, laat staan rood, wel regen en harde wind: voldoende om het spreekwoord ‘na de blaren vallen de bomen’ letterlijk waar te maken

Brandweer verwijdert omgewaaide boom in Willem Schiffstraat

In de vroege ochtenduren van 10 december 2023 hoorde ik even een vreemd geruis, maar onvoldoende om poolshoogte te nemen. Tijdens het ontbijt hoorde ik het typische geluid van een kettingzaag. Waren buren op een vroege zondagochtend in de weer? Nee, want ik zag voor mijn huis een brandweerwagen en een zestal brandweerlieden. Waren zij takken van mijn grote zilverspar aan het opruimen of was een acacia gesneuveld? Opnieuw nee: zij waren net begonnen met het in stukken zagen van een omgewaaide boom uit de tuin van het Albertinum. Kennelijk hadden weergoden het gemunt op een zwakke of zieke boom van de voormalige kloostertuin (die overigens als beschermd gebied te boek staat). De kruin lag in de tuin van overbuur Ine Op Heij, de tweedelige boom lag dwars over de Willem Schiffstraat. 

In stukken zagen van omgewaaide boom

Tot mijn verrassing had de brandweer het karwei in een half uur geklaard. De in stukken gezaagde boom werd teruggelegd in de tuin van het Albertinum. De takken werden op het trottoir van de Willem Schiffstraat gedeponeerd in de veronderstelling, dat voetgangers wel bereid zouden zijn om op de weg te gaan lopen. De straat werd intussen wel netjes aangeveegd. Enkele uren later arriveerde een kraanwagen van Andre Weijers om alle stammen, houtblokken en takken mee te nemen. De ingezakte omheining is (voorlopig?) de stille getuige van een onbeduidend voorval.

Takken op het trottoir van de Willem Schiffstraat

Een forse boom, dwars op de weg in een in het weekend rustige straat: dat is inderdaad geen opzienbarend nieuws. Het zou wel even anders geweest zijn, wanneer de windstoten op een doordeweekse dag hadden huisgehouden. Dan zou de boom op een of twee auto’s terecht zijn gekomen. HAN-studenten parkeren immers hun auto’s langs het hek van het Albertinum. Nu blijft de schade beperkt tot de omheining, die waarschijnlijk even oud is als de omgewaaide boom. Ruim een jaar geleden zijn overigens als een groot aantal bomen verwijderd. Kennelijk zijn toen enkele zwakke broeders blijven staan. Hoge bomen vangen veel wind, aldus het in dit geval letterlijk te nemen spreekwoord. Maar in de Middeleeuwen was al bekend: ’Een boem die vast ghewortelt staet, En valt ten eersten slage niet’. 

Resten van de omgewaaide boom achter het ontwrichte hek van Albertinum

De zilverspar en de hemelboom, al eerder onderwerp van enkele korte impressies, staan nog steeds fier overeind. Zij vergen aandacht en onderhoud, maar houden zich na enkele pittige herfststormen – met en zonder code geel of rood -goed staande en verliezen voorlopig geen takken. Hopelijk zijn die hoge bomen een mooie metafoor voor het leven van alledag en van alle mensen, veraf en dichtbij, in een tijd waarin teveel wind wordt gezaaid, met of zonder het oogmerk om storm te oogsten. Bomen blijven boeien, letterlijk en figuurlijk.

Zilverspar in vol ornaat. De Willem Schiffstraat is weer schoon, hoewel de bladvegers van DAR zich in geen weken hebben laten zien. Op het voetpad herinnert zaagsel aan het opruimen van de omgewaaide boom (Foto’s: Ad Lansink)

Herfstkleuren in eigen tuin

Azijn- of Fluweelboom (Foto: Ad Lansink

De eenjarige en vaste planten – Dahlia’s en Begonia’s uitgezonderd – laten het in de herfst langzamerhand afweten. Maar de Fluweelboom en de Marikenboom verrassen voorbijgangers met opvallende kleuren. Plotseling opdoemende paddestoelen dingen ook mee om de eerste plaats in de kleurenwedstrijd. Toch leggen de zwammen in het gazon het af tegen de kleurenverandering van de bladen van de Fluweelboom. Ook de goudgele sculptuur-achtige Marikenboom verdient in 2023 een ereprijs. Een eervolle derde plaats is er voor de Noorse Esdoorn.

Bijna bladloze Hemelboom

Door het zachte begin van de herfst – de gemiddelde temperatuur was in september en oktober 2023 twee tot drie graden hoger dan gewoonlijk – bleven de bladeren van bomen en heesters veel langer groen. De uitgestelde komst van de herfstkleuren – een van de minder aantrekkelijke kanten van het jaargetijde, waarin de dagen voor het gevoel weer korter worden – gold ook voor de eigen tuin, met uitzondering van de Hemelboom, die sinds enkele jaren al in de zomer blad begint te verliezen. De rigoureuze onderhoudsbeurt, waarbij alle dode takken werden verwijderd, heeft de verdere aftakeling waarschijnlijk niet kunnen voorkomen. De hoveniers willen wachten tot het volgend voorjaar, voordat zij een niet-bindend advies over het lot van de 55-jaar oude Ailanthus altissima uitbrengen. Helen of hakken: dat wordt dus de vraag.

Mariekenboom

Van Hemelboom naar Marikenboom is voor bewoners van de stad van Moenen en Mariken een kleine stap. De op stok gekweekte Ginkgo Biloba Mariken is afkomstig van het inmiddels opgeheven Tuincentrum De Vereniging, waar wij talloze jaren planten en heesters kochten (en soms een kerstboom met kluit). Bij de ingang van het Tuincentrum viel destijds de Marikenboom op. Bovendien vertelde hovenier Ebben een mooi verhaal over de geschiedenis van de Nijmeegse Marikenboom en het doorkweken van de zaden uit de in de Marikenstraat weggehaalde boom. Het tien jaar geleden geplante boompje op stok kwam moeizaam op gang. Maar in 2023 toonde het boompje een weelderige bladgroei, wellicht als gevolg van de afwisseling tussen warme em natte weken. De Marikenboom is op Allerheiligen op zijn mooist. Toeval of genade, wie weet.

Fluweel- of Azijnboom

Wie van meer kleuren houdt, moet de Fluweelbbom, ook wel Azijnboom ( Rhus typhina geheten) in de gaten houden. De groene bladen verschieten tijdens de herfst geleidelijk maar niet gelijktijdig van kleur, van groen via geel en oranje naar rood. De stengels veranderen in feestslingers voor GO Ahead Eagles en andere (voetbal)verenigingen, die furore maken met de opvallende combinatie van geel en rood. De Fluweelboom plant zich voort via wortelstokken, groeit snel en draagt bij aan verwildering. Ik heb af en toe de snoeischaar moeten gebruiken, maar gelukkig heb ik enkele takken laten staan in de veronderstelling, dat de fraaie kleuren ook in 2023 hoger zouden scoren dan de alternatieve naam van de Fluweelboom. Die naam slaat op de fluweelzachte vrachtpluimen, die zure vruchten opleveren, vandaar de naam Azijnboom.

De herfst is ook het tijdslot, waarbinnen de paddestoelen te voorschijn komen, soms zelfs plotseling om vervolgens na een of twee dagen weer te verdwijnen. De kleuren spreken minder tot de verbeelding dan de vorm, zeker waar het om de gewone zwammen in eigen tuin gaat. Zij heten kennelijk niet voor niets de Gewone Glimmerinktzwam, hoewel zij beginnen met een mengkleur van geel, oranje en bruin. Na een dag verandert die fraaie kleur in zwart, zij het in diverse gradaties, waarna de zwammen even plotseling verdwijnen als opkomen bij een tweede ‘leg’, opnieuw in tien- tot honderdvoudige groepen. De Russula daarentegen leidt meestal een solitair bestaan van meerdere dagen. De hoedkleur van Russula’s kan zo’n beetje alle kleuren van het spectrum hebben: van wit tot kanariegeel of bloedrood en tussenkleuren, afhankelijk van de variant. Obsidentify vertelt niet, of ik de Bittere, Scherpe, Forse of Onsmakelijke variant in mijn tuin mocht begroeten.

horse Esdoorn (Alle foto’s: Ad Lansink)

Hoewel sommige bomen en heesters groen blijven, is geel bij uitstek de herfstkleur. De druivenstam heeft zijn blad intussen verloren, de Tulpenboom nog niet, terwijl de Vlinderstruik nog een tijdje groen blijft. De Noorse Esdoorn toont bij uitstek de kleurverandering, nog geaccentueerd foor de typische vorm van de bladeren. De dahlias en begonia’s houden vol, tot halverwege de herfst. Zij tellen dus mee in het herfstig kleurengamma. Dat de Fluweelboom tot winnaar van de kleurwedstrig moet worden uitgeroepen komt door de kleurenrijkdom op een – bijna ondeelbaar moment. De Mariekenboom belandt op de tweede plaats, door haar naam maar ook door het volle gebladerte, dat met de goud-gele kleur tijdloosheid uitstraalt. De Noorse Esdoorn scoort een eervolle derde plaats, vooral door de bijzondere vorm van de bladeren, die Harrie Gerritz ooit inspireerde tot een fraaie serie grafiek. De Tulpenboom en de Vlinderstruik wachten op het voorjaar.

Tulpenboom en Vlinderstruik (Foto: Ad Lansink)

30 jaar Autorecycling Nederland

Bij de viering van dertig jaar ARN ontving ik als man van de ladder in Radio Kootwijk het eerste exemplaar van het ARN-Jubileumboek Auto Recycling Nederland 1993 – 2023

Zenderzaal van Radio Kootwijk. Achter het scherm de foyer (Foto: Ad Lansink)

Enkele maanden geleden vroeg ARN-directeur Paul Dietz mij of ik tijdens de ARN-Relatiedag 2023 in Radio Kootwijk het eerste exemplaar van het jubileumboek ‘Auto Recycling Nederland 1993 – 2023’ in ontvangst wilde nemen. De ladder van Lansink was het aanknopingspunt voor de invitatie, naast een eerdere presentatie over De Kracht van de Kringloop in het Louwman Automuseum in Leidschendam. ARN wist zich geïnspireerd door de ‘afvalhierarchie, kennelijk als sinds de oprichting, want de voorkeursvolgorde voor het afvalbeheer kreeg in 1993 een wettelijke basis in de Wet milieubeheer. Ik antwoordde positief op de eervolle uitnodiging, met het voorbehoud dat ik wegens huiselijke omstandigheden niet het hele programma van de interessante bijeenkomst kon bijwonen.

ARN-Relatiedag 2023 in de Zenderzaal van Radio Kootwijk (Foto: ARN)

Op 5 oktober 2023 was het zover. Ik koos de toeristische route langs Deelen en Hoenderloo naar de kruising met de A1, waar de lange route naar Radio Kootwijk begint. Na enkele kilometers door gemengd bosgebied doemt plotseling het immense gebouw van Radio Kootwijk op. Ik herinnerde me het imposante zendstation op het uitgestrekte heideveld van een bijeenkomst met de Gelderse Milieufederatie, ongeveer vijftien jaar geleden. Het indrukwekkende, door architect Julius Luthmann (1890 -1973) ontworpen gebouw zorgde in de vorige eeuw voor het berichtenverkeer met de overzeese gebiedsdelen, vanaf 1923 via de lange en later via de korte golf. Anno 2023 verricht het imposante gebouw ander ‘zendingswerk: zakelijke bijeenkomsten en allerhande evenementen: functioneel hergebruik.

De man van de ladder tussen Paul Dietz en Bas van Werven, Radio Kootwijk, 5 oktober 2023. ARN Relatiedag 2023. © Sebastiaan Rozendaal/Photo Republic

Martijn Boelhouwer, manager communicatie bij ARN, had geregeld, dat ik naar de parkeerplaats bij het hoofdgebouw mocht rijden. De automaat bij de roadbarriers werkte niet. De medewerker, die aan kwam rijden vanaf het zendstation zei, dat hij bij hoge uitzondering via handbediening de roadbarrieres zou laten zakken. In het hoofdgebouw bracht een lift mij naar de fraai gerestaureerde zenderzaal, waar de relaties en overige gasten van ARN net aan de koffiepauze waren begonnen: alle tijd dus Ik had voor een hartelijke kennismaking met ARN-directeur Paul Dietz, RvC-voorzitter Olaf de Bruijn en een ‘oude bekende’: batterijen-man Johan van Peperzeel, die de ARN-top liet merken gewoon Ad tegen de man van de ladder te mogen zeggen.

Ad Lansink aan het woord voor een deel van de ladder. Radio Kootwijk, 5 oktober 2023. ARN Relatiedag 2023. © Sebastiaan Rozendaal / Photo Republic

Batterijen vormden ook het onderwerp van het inhoudelijke deel van de ARN-Relatiedag 2023, dat ik nog kon meemaken. Janet Kes, ARN-manager innovatie, zette in een duidelijke presentatie uiteen, hoe de nieuwe Europese regelgeving over batterijen in elkaar steekt, en hoe met de nieuwe regels moet worden omgegaan. Zij maakte ook duidelijk, dat zowel het optimale hergebruik in energie-opslagsystemen als de veilige recycling van accupakketten en batterijen voor de herwinning secundaire grondstoffen teen pittige uitdaging vormen voor de autodemontage sector. Recycling, liest in eigen land, biedt kansen voor innovatie en voor besparing op de voor elektrificatie essentiële grondstoffen. Uit de vragen en kanttekeningen  van de toehoorders bleek dat de problematiek van accu’s en batterijen volop leeft.

Overhandiging ARN-Jubileumboek door ARN-Directeur Paul Dietz (Foto: Sebastiaan Rozendaal))

Na een tweede koffie (en netwerk) pauze was het tijd voor wat aangekondigd was als een luchtige en wervelende afsluiting: de uitreiking van de ARN Innovation Award aan demontagebedrijf Piet van Boxtel en de overhandiging van het eerste exemplaar van Auto Recycling Nederland 1993 -2023 aan de ‘man van de ladder’. Dagvoorzitter  Bas van Werven vroeg mij kort enkele anekdotische herinneringen op te halen over de geschiedenis van de afvalhierarchie. Ik verwees onder meer naar de profetische woorden van Leo van Gansewinkel, die tijdens een forumdiscussie in Groningen in 1998 opmerkte, dat de ladder van Lansink eeuwigheidswaarde had. En ik kon moeilijk voorbijgaan aan de toekenning van de ISWA Publication Award 2018 in Kuala Lumpur.

Binnenblad van het eerste exemplaar van het ARN-Jubileumboek (Foto: Ad Lansink)

ARN-directeur Paul Dietz vertelde, voordat hij mij het eerste exemplaar van het ARN-Jubileumboek overhandigde, waarom ANR mij voor dit onderdeel van de viering van het 30-jarig bestaan had uitgekozen. Hij wees op het eenvoudige en logische concept van wat in de Engelse literatuur de ‘waste hierarchy’ is haan heten. Op het grote projectiescherm kwam de kleurrijke ladder voluit in beeld, naast een ‘jeugdfoto’ van de ‘man van de ladder’ uit de tijd van mijn kamerlidmaatschap. De motie Lansink c.s. werd overigens in 1979 unaniem aanvaard in1979. Kom daar nu eens om. Een van de toehoorders meldde mij na afloop, dat zij lange tijd had gedacht dat Lansink een buitenlander was. Andere gasten namen de tip van De Speld – satirische slotact van de ARN-Relatiedag 2023 – serieus: maak een selfie met Ad Lansink. 

Even napraten met Paul Dietz over het ARN-Jubileumboek (Foto: Sebastiaan Rozendaal)

Al bij het snel doorbladeren van het ARN-jubileumboek was ik onder de indruk van de fraaie opzet en de mooie vormgeving. De talrijke afbeeldingen, waarvan sommige in groot formaat schetsen een goed, ook historisch beeld van de autodemontage sector en van de grote betekenis van professionle en duurzame autorecycling. De boeiende tekstbijdragen, over de geschiedenis van ARN maar ook over regelgeving, producentenverantwoordelijkheid, hoogwaardig hergebruik, innovatie en het belang van een breed gedragen recycling industrie maken het ARN-jubileumboek tot een leerzaam naslagwerk voor iedereen, die op een of andere wijze invulling geeft aan een duurzame toekomst. (Het boek kan digitaal worden ingezien door op de blauwe link in deze paragraaf te klikken).

Het leergeld van de Pierson-rellen

Terugblik op een discussie over activisme toen en nu naar aanleiding van de documentaire ‘De geest van Pierson – Nu’, bij Bildung Nijmegen op 28 september 2023 (HAN – Nijmegen)

René Donders, Docent Beeldend aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen vroeg mij enkele jaren geleden om voor Bildung Nijmegen een bijdrage te leveren voor een discussie over circulaire economie. Onlangs wist de enthousiaste adviseur van Bildung mij weer te vinden, nu voor een debat over activisme nadat de toehoorders de documentaire ‘De geest van Pierson – Nu’ hadden bekeken. De door Dziga en Bildung Nijmegen geproduceerde documentaire maakt de verschillen en overeenkomsten tussen activisme toen – de Piersonrellen in 1981 – en activisme nu – denk aan de ER-blokkades op de A12 in den Haag – zicht- en voelbaar in beelden maar ook en vooral via interviews met activisten van destijds en activisten van nu. Zij vragen anno 2023 aandacht voor klimaatbeleid, huisvesting, armoede en identiteit.

Titelpagina van korte presentatie voor Bildung Nijmegen

Volgens de filosofie van Bildung levert de ontmoeting van soms schijnbaar tegenstrijdige posities een bijdrage aan de bestrijding van de maatschappelijke polarisatie. ‘Luisteren is belangrijker dan het eens worden’, aldus René Donders, die mij uitnodigde voor het debat over activisme, omdat ik in 1981 – ruim veertig jaar geleden dus – deel was van de overheid, die de parkeergarage op Zeigelhof doorzette, tegen de weerstand van krakers en (sommige) oorspronkelijke bewoners in. René Dondersj koppelde mijn verdediging van de Zeigelhofgarage aan mijn ‘duurzaamheidsidealisme en misschien ook wel activisme waarmee (ik) als een van de eerste met de internationaal erkende Ladder van Lansink een basis legde voor het denken over wat later circulair economy is gaan heten’. Hij vroeg mij terug te kijken maar ook in te gaan op het actuele activisme onder jongeren.

Overzicht politieke voorspel van Zeigelhofaffaire

Ik antwoordde René Donders, dat het onderwerp voor de Bildung-meeting mij op zichzelf aanspraak, niet zozeer vanwege mijn betrokkenheid bij de Zeigelhoffaire en als gevolg daarvan de Piersonrellen, maar wel om het belang van de vraag welke middelen zijn in een democratisch georganiseerde samenleving  zijn toegelaten om bepaalde doelen te bereiken. Ik schreef ook, dat de Piersonrellen nog steeds eenzijdig worden belicht. De achtergrond en de feitelijke gang van zaken blijft vaak onderbelicht of worden soms volledig weggelaten. Een zinnige terugblik vergt kennis van de politieke contekst. Ik was dus benieuwd naar de inhoud van de documentaire Pierson Nu. De – achteraf te korte – naam duidde er op, dat de volledige Zeigelhofaffaire en de besluitvorming ondergeschikt zijn aan de krakersrellen en de demonstraties.

Opmaat voor de Piersonrellen (Februari 1981) in Nijmegen (aantikken voor volledige weergave)

De documentaire bevestigde mijn indruk van de eenzijdige benadering vanuit de overigens begrijpelijke invalshoek: het activisme toen en nu. De toezegging, dat ik voldoende tijd kreeg om de politieke context te schetsen en mijn persoonlijke interventies toe te lichten, nam mijn aarzeling voor deelname aan de Bildung-meeting weg. Voor en na het eerste deel van de Dziga-Bildung-documentaire vertelde ik aan de hand van een drietal sheets, hoe de Zeigelhofaffaire was ontstaan en waarom die affaire was uitgelopen op de Piersonrellen. Het applaus na mijn presentaties in de Theaterzaal van HAN Nijmegen leerde, dat de toelichting op prijs werd gesteld. Dat bleek ook tijdens de discussie met oude en jonge, over het algemeen ideologisch bevlogen activisten, die genuanceerd dachten over de toelaatbaarheid van geweld.

Interventies van Ad Lansink, kort voor slechten van barricades en ontruiming van panden (aantikken voor volledige weergave)

De discussie leverde interessante opinies op, ook over onderwerpen die niet of zijdelings betrekking hadden op het activisme. Ik bespeurde bij enkele deelnemers meer begrip voor de keerzijde van wat ik een doffe medaille noemde: de besluitvorming en het uiteindelijke resultaat van wat ik toch maar de Zeigelhofaffaire blijf noemen. Intrigerend is wel, dat intussen een ruime parkeergarage onder Plein 1944 – zij het alleen voor bewoners en voor fietsen – is gerealiseerd en dat de woonfunctie rond de Zeigelhof en Plein 1944 aanmerkelijk is vergroot. Daarnaast heeft de Zeigelhofaffaire aardig wat leergeld opgeleverd voor politici, activisten en burgers. Ik doel onder meer op de voors en tegens van compromissen, de toelaatbaarheid van demonstraties, de grenzen aan geweld en de betekenis van transparante besluitvorming

Door tijdgebrek niet getoonde, wel besproken slide

Al met al beleefde ik – ruim 42 jaar na wat in de geschiedenis van Nijmegen geboekstaafd is als de Pierson-rellen – anders dan gedacht een positieve avond. De deelnemers aan de discussie gunden elkaar de ruimte, en mijn soms anekdotische herinneringen – zoals de in Breda door activisten gemaakte muurschildering met de tekst Lansink dood – verhoogden, zo bleek na afloop, de authenticiteit van mijn inbreng. Of dat ook geldt voor het leergeld, dat ik puntsgewijs aangaf, staat niet op voorhand vast. Datzelfde geldt voor het antwoord op de vraag, waar en wanneer geweldloosheid overgaat in geweld. Dat die grens moeilijk te trekken is, werd evenzeer duidelijk als de moeizame maar uiteindelijke acceptatie van het primaat van de parlementaire democratie, ook in het activistisch georiënteerde Nijmegen.

Ter afsluiting een beeld dat herinneringen oproept aan de Piersonrellen in 1981, en aan de wijze waarop ik als een van de verantwoordelijke bestuurders werd gekarakteriseerd. Lansink pummel: het kon slechter.

Henk Driessen (1935 – 2023)

Dierbare herinneringen aan een even bescheiden als bevlogen voetbalbestuurder uit Groesbeek, die mij de KNVB en De Treffers heeft leren kennen

Henk Driessen: Afbeelding gedachtenisprent

Op 22 augustus 2023 overleed Henk Driessen in zijn geliefde huis aan de van Nispenstraat te Groesbeek, in het bijzijn van zijn kinderen Frank en Erika en zijn kleinzoon Mats. Ik wist dat hij zijn lieve echtgenote Truus miste; zij was hem in het voorjaar 2022 ontvallen. Maar ik wist niet, dat Henk ziek was. Zijn overlijdensbericht overviel me, ook omdat ik van plan was om hem op korte termijn een bezoek te brengen. Tijdens zijn uitvaart op 28 augustus 2023 verwoordden Frank en Erika heel mooi het boeiende leven van hun vader. Vol ontroering luisterde ik naar de woorden, waarmee zij hem treffend karakteriseerden. De woorden waarmee de laatste weken en dagen van zijn dienstbare leven beschreven, maakten diepe indruk. Zijn gezin stond bij Henk altijd voorop. Maar de traditionele afscheidsgroet van het bestuur van De Treffers leerde, dat de grote voetbalgemeenschap van De Treffers – de grootste van de zes Groesbeekse voetbalverenigingen – altijd volop op hem en zijn echtgenote hadden kunnen rekenen. 

Clubhuis van De Treffers (2017) – Stil uit de video van Omroep Gelderland (zie link in de tekst)

Henk Driessen werd op 16-jarige leeftijd lid van de club met de rood-zwarte kleuren. Hij ontpopte zich als een hartstochtelijk vrijwilliger, was al op jeugdige leeftijd vier jaar bestuurslid en diende de club op allerhande gebied: als grensrechter maar ook als lid van de beheerscommissie, als mede-organisator van feesten en recepties maar ook als lid van de sponsorcommissie. En niet vergeten als enthousiaste archivaris met als bijrol de koffieman. In zijn jonge jaren werkte hij bij schoenfabrieken en bij de gemeente Groesbeek, tot hij in de jaren in Breedeweg zijn ondernemerszin ruim baan kon geven in een eigen zaak in dames en kinderkleding. De ondernemers in het kerkdorp waren blij met de doortastende, doelgerichte en toch aimabele collega. Maar de voorspoed in Bredeweg weerhield Henk Driessen niet van een voor insiders begrijpelijke overstap: Henk mocht van zijn hobby zijn beroep maken. Hij werd het professionele gezicht van de KNVB Afdeling Nijmegen.

Henk in archief van de Treffers (2017) – Still uit de video van Omroep Gelderland (zie link in de tekst)

Kunstenaar Han Klinkhamer leerde mij ooit, dat toeval niet bestaat, maar genade wel. Het moet dus genade zijn geweest, dat afdelingsmanager Henk Driessen mij in de zomer van 1982 benaderde voor het voorzitterschap van de KNVB Afdeling Nijmegen. Bij het afscheidsfeest, dat ik op touw had gezet bij de afsluiting van mijn 12-jarig raadslidmaatschap in Nijmegen had ik laten merken het jammer te vinden, dat ik de ik Nijmegen niets meer te doen had. Frans Hendriks, toen voorzitter van Kolping Dynamo, schijnt dat te hebben doorgegeven aan Henk Driessen, met als gevolg dat ik – na gesprekken met vicevoorzitter Cees Moolhuijzen en andere bestuursleden – tijdens de najaarsvergadering van 1982 in het Kolpinghuis als Afdelingsvoorzitter werd gekozen. Nee zeggen kon ik vrijwel nooit, toen ook niet. De genade – of was het toch toeval – verbond mij vanaf dat ogenblik met Henk. Hij was mijn even ervaren als geduldige leermeester in het voor mij onbekende voetbaldomein, zonder mij te plagen – wat anderen wel deden – met het feit dat ik nooit een kleedkamer van binnen had gezien. 

Archivaris Henk aan het werk (2017) – Stil uit de video van Omroep Gelderland (zie link in de tekst)

De bestuursleden van de KNVB Afdeling Nijmegen maakten mij snel wegwijs, maar van Henk leerde ik het toch meest, op zijn kantoor aan de Schependomlaan, maar ook wanneer we samen op weg waren voor het uitreiken van gouden of zilveren spelden aan trouwe verenigingsbestuurders, voor het vieren van kampioensfeesten aan het einde van een seizoen, of naar Zeist wanneer daar wat te gebeuren stond. Toen ik na acht jaar voorzitterschap in Nijmegen in 1990 gekozen zou worden tot voorzitter van het Bestuur Amateurvoetbal en daarmee tot vice-voorzitter van het KNVB-Bondsbestuur stond Henk erop mij naar Zeist te rijden, en later terug te brengen naar Nijmegen: teken van saamhorigheid en dienstbaarheid. Al eerder was mij opgevallen, dat hij talloze KNVB-ers kende: bondsvoorzitter Jo van Marle maar ook trainer Rinus Michels, afdelingsvoorzitters maar ook staf- en commissieleden uit het ‘Zeisterbos’. Goede herinneringen bewaar ik ook aan de soms pittige afdelingsvergaderingen in het dank zij de opkomstplicht volle Kolpinghuis, waar Henk’s organisatietalent borg stond voor een correcte gang van zaken. Dat talent kwam ook van pas bij de viering van het 75-jarig bestaan van de Afdeling Nijmegen. De feestcommissie had voor mij een feestlied bedacht, dat ik met veertig jeugdleden moest zingen. In Nijmegen waren die jonge voetballers niet zo gauw te vinden, in Groesbeek wel. Henk liet gewoon een busvol jeugdige Treffers naar de Vereeniging lkomen.

De vlag van de treffers hangt halfstok

In de loop van de jaren heb ik veel mensen ontmoet. Aan een reeks mensen heb ik veel te danken, vaak in meer opzichten: persoonlijk, zakelijk, bestuurlijk. Henk Driessen behoort tot die reeks, niet alleen vanwege de hobby die zijn werk werd maar ook vanwege zijn persoonlijkheid, zijn karakter en zijn betrokkenheid bij de samenleving. Hij had een grote belangstelling voor wat in Groesbeek en daarbuiten gebeurde. Als KNVB-professional bleef hij ook De Treffers trouw. Henk Driesssen leeft in de herinnering van velen voort, in Groesbeek waar Hentje een ereroepnaam werd, maar ook daarbuiten, waar mannen zoals hij een voorbeeld zijn voor velen.  

Opnieuw: allemachtig negen en tachtig

Terugblik op een enerverend jaar, met onverwachte maar overwinbare hindernissen, dank zij zorg van alle professionele hulpverleners en hulp en van familie, vrienden en buren

Ans Lansink op kamer A4-106 van het nieuwe Radboudumc voor de behandeling en verzorging van Covid en (waarschijnlijk) het derde herseninfarct (Foto: Ad Lansink)

Bij de jaarwisseling 2022-2023 schreef ik aan het einde van mijn nieuwjaarsbericht:‘Voorbij de duisternis wenkt het licht naar 2023: uitzien naar wat komen gaat, ook al blijft de toekomst ongewis, in eigen huis en daarbuiten’. Ik zag de toekomst met vertrouwen tegemoet, ondanks maatschappelijke tegenstellingen en politieke versnippering. Maar ik schreef ook, dat tussen omzien naar het verleden en uitzien naar de toekomst het besef groeit dat de tijd onherroepelijk voortschrijdt, van uur tot uur, van dag tot dag, van jaar tot jaar. Bij het aanvaarden van de veranderde omstandigheden past tegelijk het pakken van kansen en het aangaan van uitdagingen, thuis en elders. Met die woorden verwees ik naar de situatie, waarin mijn echtgenote Ans verzeild was geraakt na het tweede herseninfarct. Gelukkig zou Ans na een verblijf van drie weken vin het Raboudumc en van zes weken in Revalidatiecentrum Waelwick op 26 januari weer naar huis komen.

Ans op 10 april 2023 in de huiskamer van Afdeling 1 van Revalidatiecentrum Waelwick: ergotherapie met een moeilijke legpuzzel (Foto: Ad Lansink)

Die thuiskomst verliep voorspoedig, ook vanwege de ervaringen na afsluiting van het eerste revalidatietraject. Wijkzorg Nijmegen kwam Ans elke ochtend  een half uur verzorgen. Zelf werd ik weer een min of meer ervaren fulltime mantelzorger. Ik kreeg elke week twee dagdelen hulp van Najat, die al bijna twintig jaar ons bijstaat als huishoudelijke hulp. Helaas trad na een maand weer een verslechtering van de situatie op. De moeheid van Ans nam met de dag toe, ondanks de extra slaapuren. Ergo- en fysiotherapie van de dagbehandeling brachten geen verbetering. De huisarts achtte een nieuw spoedeisend onderzoek noodzakelijk, met specifieke aandacht van internisten. De positieve Covid-test leidde tot directe opname op de Covid-afdeling van Radbouumc. Hoewel afgezien werd van een hersenscan, werd een derde infarct niet uitgesloten. 

Ans met Brenda en Ad in Waelwick 1 april 2023 (Foto: Bert Jan Nijhuis)

De drie weken in het Radboudumc brachten enige verbetering van de lichamelijke conditie. Toch concludeerden de artsen, dat Ans vooralsnog naast revalidatie ook 24 uurs zorg nodig had. De eerder gebruikte GRV-regeling was niet langer toereikend. Indicatiestelling voor toepassing van de Wet Langdurige Zorg was geboden. De aanvraag, opgesteld door de staf van Radboudumc, werd door het CIZ positief beoordeeld, met toekenning van zorgprofiel 9bVV: op herstel gerichte behandeling met verpleging en verzorging. Gelukkig was Waelwick weer bereid om de zorg volgens dat profiel te verlenen, inclusief logopedie, ergotherapie en fysiotherapie. Opnieuw volgde een langdurige opname, weer gericht op het herstel van essentiële functies maar met de optie van een definitieve opname in een verpleeghuis.

Het derde revalidatietraject verliep opnieuw voorspoedig, zij het dat soms een tijdelijke terugval optrad. Niettemin oordeelde de staf van Waelwick, dat Ans op 16 mei weer naar huis mocht, met de aantekening, dat naast de inschakeling van wijkzorg  plaatsing op een wachtlijst voor verpleeghuiszorg nodig was. Het zorgprofiel krachtens de WLV werd gewijzigd van 9bVV naar 6VV: beschermd wonen met verpleging en verzorging. De somatische zorg met modulair pakket impliceert thuiszorg door inschakeling van Wijkzorg Nijmegen en wekelijks twee dagdelen verblijf  in Waelwick inclusief ergo- en fysiotherapie door het intussen vertrouwde team van ergo- en fysiotherapeuten. Zelf zorg ik graag voor het vervoer naar en van Ewijk. 

Afscheid van vier bestuursleden van de Petrus Canisiuskerk op 3 mei 2023: Ans Lansink in rolstoel, en v.l.n.r. Hans Hessing, Pastoor Eduard Kimman S.J., Jos Bakker en Anton Quadvlieg (Foto: Ad Lansink)

Tijdens het derde revalidatietraject beleefde Ans twee ‘uittochten’, die een positieve uitwerking hadden: een gezellige brunch in het vlakbij ons huis gelegen Restaurant Groenewoud bij gelegenheid van haar afscheid als lid van het locatiebestuur van de Petrus Canisiuskerk, en de huwelijksinzegening van onze vrienden Sophie van Kempen en Klaas Bouwmeester in Kasteel Doorwerth. De tocht achter de rollator naar Restaurant Groenewoud bleek een peuleschil De verplaatsing in een opvouwbare rolstoel naar en in Kasteel Doorwerth was een lastiger opgave door drempels en traptreden. Maar met hulp van Damien van Kempen en Frans Visser werden die hindernissen ook geslecht: een positief signaal voor het ontslag uit Waelwick, een kleine week later

Ans en Ad Lansink met het jonge echtpaar Klaas en Sophie Bouwmeester-van Kempen voor de poort van Kasteel Doorwerth (Foto: Eline Tasma)

Ans heeft intussen onder stabiele omstandigheden op 21 juli 2023 haar 89e verjaardag thuis mogen vieren. Ze is gauw moe, en kan niet lopen zonder rollator. Ondanks alle beperkingen geldt ook voor haar: allemachtig, negen en tachtig. Het bereiken van deze mijlpaal is inderdaad een forse opsteker, na wat ze het afgelopen jaar heeft doorstaan: drie maal een herseninfarct en een onverwachte corona-besmetting naast het wisselvallig en soms moeilijk te sturen verloop van haar diabetes type 1. Hoewel we weten dat we tot de z.g. risicogroep behoren, blijft ‘volhouden en doorzetten’ ons parool in de stellige verwachting, dat de professionele hulpverleners van  Radboudumc, UGC Heyendael, Revalidatiecentrum Waelwick en Wijkzorg Nijmegen zich voor Ans blijven inspannen. Ik betuig – ook via deze terugblik – mijn grote waardering voor de inzet van alle hulpverleners in Nijmegen en Ewijk. Ans en ik kijken met vertrouwen naar de toekomst: samen en met Gods zegen op weg naar de volgende mijlpaal, die hopelijk het 90e levensjaar vol maakt.

Beelden die herinneringen oproepen

Jan van Teeffelen legde op 26 juni 1990 in de Petrus Canisiuskerk de plechtige uitvaart van John Bertine vast: de stadsfotograaf van Nijmegen liet beelden voor zichzelf spreken

Plechtige uitvaart van John Bertine vanuit de Petrus Canisiuskerk aan de Molenstraat te Nijmegen (Foto: Jan van Teeffelen).

De Stichting Jan van Teeffelen publiceert op Facebook regelmatig foto’s uit het omvangrijke archief van de in 2011 overleden alom geliefde Nijmeegse en overal aanwezige fotograaf. De moderatoren Henk Braam en Ger Loeffen hebben twee jaar geleden de digitalisering van de immense reeks negatieven overgenomen van Jan’s overleden zoon Mark, die met eigen handen een digitale scanner had gebouwd om het werk van zijn vader toegankelijk te maken. De digitalisering is nu uitbesteed aan een professionele bedrijf, maar de archivering en ontsluiting nemen de vroegere collega’s zelf ter hand. Onlangs verrasten zij de Facebook-vrienden met de foto, die Jan van Teeffelen maakte bij de uitvaart van John Bertine, de kapper van de Grote Markt (en later Plein 44), die als mede-initiatiefnemer van de Nijmeegse Zomerfeesten en ook als als Prins John I van Knotsenburg grote faam had verworven. Bij het afscheid van de plotseling en veel te jong gestorven John Bertine – zijn werkelijke naam was Johannes van ’t Veen –  in het mortuarium van het Radboudziekenhuis vroeg Bernard van Welzenes – medecelebrant bij de plechtige uitvaart van Jan van Teeffelen vanuit de Petrus Canisiuskerk – mij om bij de uitvaart en de begrafenis op het kerkhof van de Heilig Landstichting met de leden van het Actie(f) Comité Binnenstad Nijmegen de kist met John’s lichaam te dragen. Het waren even droevige als onvergetelijke uren: dat definitieve afscheid van een dierbare vriend.  Ik wist overigens niet, dat Jan van Teeffelen, kennelijk vanaf het koor in de Molenstraatkerk, de indrukwekkende uitvaart had vastgelegd. Het plotselinge overlijden van John Bertine kwam hard aan, vanwege zijn prijzenswaardige inzet voor Nijmegen, maar ook omdat ik hem persoonlijk goed had leren kennen. Dat begon als tijdens mijn eerste periode als raadslid, en verdiepte zich toen ik zelf als Prins Ad 1 van Knotsenburg in zijn verre voetsporen mocht treden. De oertijd van de Zomerfeesten, waartoe hij met Nico Grijpink het initiatief nam, maakte ik van dichtbij mee. Op verzoek van John Bertine nodigde ik tijdens mijn Kamerlidmaatschap regelmatig bewindslieden uit om als eregast de ‘De Waal in Vlammen’ bij te wonen, het spectaculaire vuurwerk op Vierdaagse-dinsdag.  De komst van premier Ruud Lubbers was voor John Bertine een onbetwistbaar hoogtepunt.

John Bertine kende de Petrus Canissiuskerk goed. Zijn zaak op Plein 1994 was ‘om de hoek’. John was ook een trouw bezoeker van de traditionele Vierdaagsemis, zoals blijkt uit deze foto, waar hij de communie ontvangt (Foto: Jan van Leeuwen)

Tijdens de viering van Koninginnedag 1990 mochten John Bertine en ik als bekende Nijmegenaren bij een soort ‘concours d’elegance’ de mooiste auto aanwijzen. De vrije uren voor de prijsuitreiking in de Vereeniging vulden wij op met enkele kroegbezoeken. John vroeg een bevriend dweilorkest voor mij te spelen, omdat ik kort tevoren een lintje had gekregen. Van lintje tot rondje, was het uiteindelijke resultaat. Na de prijsuitreiking reed mijn echtgenote Ans John en mij naar Huissen, waar ik bij RKHVV als voorzitter van de KNVB Afdeling Nijmegen een beker moest uitreiken. Terug in Nijmegen, stelde John voor bij Amadeus op de Waalkade te gaan eten, ter voorbereiding van het slot van een lange Koninginnedag 2020: het vuurwerk op de Goffertweide plus de nazit in de Goffertboerderij.Het Ridderschap in de Orde van de Nederlandse Leeuw, verleend voor toen 12 jarig Kamerlidmaatschap was aanleiding voor het tuinfeest ‘In de Gouden Leeuw’. Het werd tijd om kort na D-day 2020 vreugde en vriendschap te delen. John en Bertine waren verhinderd maar kwamen kwamen een dag na het feest – 10 juni 1990 – om op ‘the day after’ ons te helpen met . het opruimen. Tien dagen later zou John Bertine plotseling aan een hartstilstand overlijden, midden in de voorbereiding van de Zomerfeesten 1990. Tijdens de plechtige Eucharistieviering in de Petrus Canisiuskerk en later toen ik met zijn makkers van het ACBN John’s lichaam naar zijn laatste rustplaats brachten, dacht ik steeds terug aan die laatste omtmoeting en de vele gesprekken met een voorbeeldige vriend, een mensen-mens in hart en nieren. De foto van John’s uitvaart uit de Petrus Ccanisiuskerk blijft een mooie herinnering aan twee tijdgenoten (1931): niet geboren, wel getogen Nijmegenaren: John Bertine en Jan van Teeffelen.

Negenentachtig, allemachtig

Enkele kanttekeningen bij het begin van het negentigste levensjaar, met dank voor alle gelukwensen van dichtbij en veraf

De kaart van Klaas en Sophie (Bouwmeester-van Kempen) past wonderwel bij de gelukwensen van de KNVB

De ene dag is de andere niet. Dat geldt ook voor die ene dag waarmee een levensjaar wordt volgemaakt en waarna een nieuw levensjaar begint. Voor mij is 6 juni de dag van 1934, waarop ik in Arnhem op de Kloosterstraat het levenslicht zag, overigens zonder dat toen te beseffen. Tien jaar na mijn geboorte begon de bevrijding van West Europa. Die nog gedenkwaardiger dag van 1944 zou later bekend worden en blijven als D-Day, de dag waarop de geallieerde troepen in Normandie aan land gingen om Frankrijk, Belgie en later ook Nederland te bevrijden van de Duitse bezetters. Arnhem zou pas in het voorjaar van 1945 bevrijd worden, omdat de Slag om Arnhem van 17 tot 24 september 1944 niet succesvol verliep.

De Vereniging van KNVB ereleden en -bondsridders verraste mij net een fraai boeket plus schriftelijke gelukwensen (op de achtergrond: panelen van Rik van Iersel)

De ene verjaardag is evenmin de andere, niet alleen vanwege het alsmaar ouder worden, maar ook omdat zowel veraf als dichtbij de omstandigheden in meer of mindere mate veranderen. Zo kon ik een jaar geleden niet vermoeden, dat ik de loop van de zomer vrijwel full time mantelzorger zou worden. De herseninfarcten, die echtgenote Ans in 2022 troffen veranderden ingrijpend onze gezamenlijke ‘way of life’. Vijf jaar geleden kon ik evenmin voorspellen, dat ik enkele maanden later in het Convention Center van Kuala Lumpur de prestigieuze ISWA Publication Award 2018 zou krijgen voor mijn boek Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy.

Rozen uit eigen tuin

Over de periode van vijf jaar gesproken: zelf zei ik ruim dertig jaar geleden tegen Celine Hasker, mijn trouwe en betrokken medewerkster in de Tweede Kamer. dat de laatste vijf jaren van mijn leven tot dan toe steeds de mooiste waren geweest. Het was een reactie op haar teleurstelling, dat ze al dertig jaar werd. Misschien geldt die uitspraak van de mooiste vijf jaar nog steeds, ook al nemen zorgen en beslommeringen toe. De ouderdom komt immers met allerhande gebreken, De beperkingen – lichamelijk, soms ook geestelijk – worden groter en de leefruimte wordt kleiner. Toch overwegen dankbaarheid en blijdschap, ook op de D-Day van 2023, nu dienstbaarheid geboden is en volhouden het parool blijft.

Papavers in eigen tuin

De opslag van foto’s in de ‘cloud’ biedt de speurneuzen van Apple de gelegenheid om via gezichtsherkenning, algoritmen en AI – de nu spraakmakende Artificial Intelligence – regelmatig persoonlijke terugblikken te genereren. De hard- en software-gigant verraste mij op mijn verjaardag met de terugblik ‘Ad: door de jaren heen’: een willekeurige greep uit de bonte verzameling van beelden, vooral uit de pro-corona-jaren. Dat de presentatie van Challenging Changes in Brussel, de uitreiking van de ISWA Publication Award 2018 en de voordrachten in Libanon, Zuid-Afrika, Zweden en Noorwegen een plek verwierven lag voor de hand. Ook de rondjes in het Rijk van Nijmegen mochten er zijn.

Ger Loeffen was een van de eerste vrienden, die mij op 6 juni 2023 een zonnige dag toewenste, met een historische foto: de plaatsing van de Zonneboom bij het ROC Technovium op 12 mei 2012: een alleszins gedenkwaardige dag ook voor Andreas Herfeld die na zijn ‘Gezicht van Nijmegen’ en het recente beeld van Gerard Philips zijn kunstenaarschap voluit heeft bevestigd

De ene verjaardag is de andere niet, ook omdat met het toenemen van de leeftijd de zekerheid van het halen van nieuwe mijlpalen steeds kleiner wordt. De talrijke felicitaties – vooral via sociale media als E-mail, Facebook en LinkedIn – doen daar niets aan af, maar zijn wel een mooie opsteker voor het vasthouden van de koers en het doorzetten op de verdere levensweg. Ik uit mijn dankbaarheid voor de vele goede wensen met enkele kleurrijke beelden uit eigen tuin: het domein, waarin ik nu vaker verblijf dan in eerdere jaren, om te verpozen maar ook om mantelgardenier te worden. Ook het gras, de planten en heesters en zelfs de bomen hebben zorg nodig. Of niet soms?

Lentepracht

Van het uitzicht op de kloostertuin van het Albertinum naar de kleuren in eigen tuin

Zicht op de tuin van het Albertinum met in het midden de met witte bloesem getooide boom

Vanuit mijn werkkamer heb ik een mooi uitzicht op de (voormalige klooster-) tuin van het Albertinum. De huidige beheerder van het mini-landgoed heeft in de afgelopen jaren veel werk besteed aan het groot-onderhoud van het park, waar destijds de Dominicanen ruimte vonden voor gebeden. gesprekken of stilte. Een jaar geleden zijn heel wat bomen gekapt, waardoor het zicht op het Albertinum en de oude kloostertuin sterk is verbeterd. Een bord bij de ingang leert dat onbevoegden geen toegang hebben. Wie onbevoegd is staat er gelukkig niet bij. 

Geen witte maar rosé bloesem

Tijdens een recente wandeling door de kloostertuin – overigens een gemeentelijk monument – bekeek ik van dichtbij een magnolia, die elk jaar een onmiskenbaar teken van de lente is. De stammen van de magnolia vielen tegen, maar de talloze bloemen niet. De bijna een eeuw oude boom op de achtergrond toonde nog geen bloesem of blad. De tegenstelling markeert de geleidelijke komst van de lente, vertraagd door een koud en nat begin. Jammergenoeg kan hooguit twee weken worden genoten van de fraaie bloemen, die zelfs zonder zonneschijn helder oplichten tegen een grauwe achtergrond.

Amerikaanse krentenoom en mahonie

Datzelfde geldt trouwens voor de bloemenpracht in eigen tuin: kortstondige lentetekens die even snel verdwijnen als te voorschijn komen. De magnolia laat weliswaar elk jaar meer bloemen zien. Maar de paars-witte ‘tulpen’ verwelken meestal binnen een dag of tien. Zo niet de viburnum tinus – een telg uit het geslacht sneeuwbal – die vanaf de laatste wintermaanden tot in het vroege voorjaar overvloedig zijn witte bloemen toont. De Amerikaanse krentenboom daarentegen bloeit slechts enkele dagen. Hij wordt gelukkig afgelost door de laurierkers met rechtopstaande trossen, die boven het gebladerte uitsteken.

De magnolia is niet de enige boom of struik, die voor kleuren zorgt. Na het verdwijnen  van de ranonkels en het doven van de schoenlappersplant trekt de forsythia met zijn gele bloemen de aandacht. Vervolgens is het de beurt aan de rode ribes, die het ongeveer twee weken volhoudt. Intussen hebben de gele bloemen van de wintergroene mahonie zich gemeld. Zij krijgen laag bij de grond kleurensteun van de muurbloemen, die het waarschijnlijk enkele weken gaan volhouden. De Japanse sierkwee probeert overigens de geel-witte hegemonie te doorbreken.

Hoewel alle jaargetijden mij weten te boeien, houd ik toch het meest van de lente. De vergroening van de natuur en de plotselinge bloemenpracht – vooral via de forsythia’s en magnolia’s in talloze tuinen – versterken het optimisme, zelfs in een tijd waarin enig pessimisme begrijpelijk is. Het lengen van de dagen is een ander facet, dat voldoening schenkt, zeker voor mensen die in de breedte leven. Hoe het ook zij: de kleuren in de tuin blijven boeien, zelfs in de jaargetijden, die minder hoog scoren op mijn persoonlijke ladder.

Pieris forest flame (alle foto’s: Ad Lansink

Bruukse waterplassen

Een droge wandeling door het natte natuurgebied De Bruuk op de grens van winter en lente
Landweg door De Bruuk – rechts de volle watergang

De lente nadert snel. Het werd daarom weer eens tijd voor een bezoek aan De Bruuk, het onvolprezen natuurreservaat tussen de Groesbeekse kerkdorpen de Horst en Breedeweg en het Duitse Reichswald. De talrijke Maartse buien zouden hun sporen wel hebben nagelaten, zo meende ik, terugdenkend aan eerdere regenrijke periodes, die destijds de paden vrijwel onbegaanbaar hadden gemaakt. Welnu: de brede paden – feitelijk de oude landweg midden door de moerasgrasvelden en de daarop uitkomende zijpaden – waren goed te belopen. Modder was vrijwel nergens te bekennen. De grote onderhoudsbeurt van 2022 was kennelijk niet voor niets geweest.

Houten waterkering

Mijn aanvankelijke plan om alleen de middenweg te lopen – heen naar een van de banken en uiteraard ook terug naar de parkeerplaats – liet ik snel varen. Een volledig rondje lopen, dat moest toch te doen zijn, ondank het feit dat door allerlei omstandigheden van wandelen lange tijd geen sprake was geweest. Een drietal wandelaars, die het rondje in tegengestelde richting liepen, riepen mij bij de tweede ontmoeting enthousiast toe: ‘U loopt wel heel stevig door’. Het was een onverwacht compliment van jongere mensen, die een wat rustiger tempo aanhielden. Het was ook een mooie aansporing om het rondje De Bruuk helemaal uit te lopen.

Houten waterkering en restanten van riet

Afgezien van enkele spaarzame groene grasvelden, was van groei en bloei nog geen sprake. De in het najaar gemaaide moerasgasvelden lagen er nog ongeroerd bij. Hier en daar waren nog enkele rietkragen achtergebleven: een verwijzing naar uitbundige groei in het vorige voorjaar.. Wat wel opviel, waren de buitensporig grote waterplassen en de overvolle watergangen langs het middenpad en het noordelijke hoofdpad. De houten waterkeringen bewezen duidelijk hun nut, net zoals de blauw-witte peilstokken, waarop de beheerders kunnen zien of en zo ja, welke ingrepen nodig zijn. Ik ben benieuwd wat er in de lente van de waterplassen overblijft, en ook of het water in de sloten weer gaat zakken.

Waterplassen in De Bruuk

De Bruuk blijft een bijzonder gebied, met telkens weer verrassende uitzichten in vrijwel elke richting, en onafhankelijk van het jaargetijde. Die afwisseling maakt, dat ik bij vrijwel alle bezoeken mijn iPhone pak om enkele foto’s te maken. De ene foto lukt beter dan de andere. Maar dat neemt niet weg, dat de beelden uit De Bruuk steeds weer een eigen verhaal vertellen over natuur en landschap. De flora van De Bruuk scoort intussen hoger dan de fauna, afgezien van enkele vogels. Reeen, herten en wilde zwijnen heb ik nog nooit kunnen betrappen, laat staan wolven. En dat terwijl deze dieren in het nabijgelegen Reichswald wel te vinden zijn. Zouden zij de landsgrens respecteren? Nee toch?

Dode bomen ondanks overvloed aan water – Op de achtergrond links de voormalige stortplaats van restafval (Foto’s: Ad Lansink)