De tijdgeest gaat aan Knotsenburg evenmin voorbij als aan het leven van alledag. De oudste stad van Nederland gaat mee met de tijd, carnaval ook. Vernieuwing wint van behoudzucht, maar brengt naast levendigheid ook vluchtige veranderingen, die niet altijd verbeteringen zijn. Neem de website van Knotsenburg: in 2014 een rommelige maar goed gevulde bron van informatie voor alle Knotsenburgers of Nijmegenaren, die dat wilden worden. In 2015 is de website grondig op de schop genomen. Dankzij een fraai en strakke vormgeving oogt de site beter, maar actualiteit vraagt om meer inhoud. Reden om via Knots@Burgerjournalistek even terug te blikken op dagen, die te snel voorbijgingen.
Welke dag van de Carnavalsvierdaagse spant de kroon, zo vragen zelfs insiders zich af. De Carnavalszondag telt natuurlijk mee met twee echte hoogtepunten: de feestelijke Carnavalsmis met aansluitend de ‘pelgrimage’ naar de Hommage aan de Sint Steven en de Carnavalsoptocht door het centrum van Nijmegen. Maar Carnavalsmaandag gooit hoge ogen, door de grote en enthousiaste deelname aan de dweiltocht Van Café naar Café. Het optreden van dweilorkesten in de Grote Straat en daarbuiten mag daarbij niet onvermeld mag blijven evenmin als de bekendmaking van de Veurste Dweil, de opvallende onderscheiding van CV De Keulse Pot.
Terug naar de vroege zondagochtend: een niet onbeduidend deel heeft zich al een half uur voor het begin van de Carnavalsmis in de Petrus Canisiuskerk verzameld. Andre I (Smeeman) verrast de leden van het Prinsenconvent met de opdracht de binnenkomst van de Prinsenkabinetten te begeleiden. Met een ingenieus mechanisme laten de ex-prinsen ballonnen halverwege de lucht ingaan. Na zijn welkomstwoord vraagt Pater Bernard van Welzenes – met Joop van Banning SJ de celebranten van wat vroeger een ‘mis met twee heren’ heette – aan Jaap Lamers, wat hij over had voor een wat kortere viering. Twee Wico-Knotsen was het kennelijk onbevredigende antwoord.
Inkorting van de Carnavalsmis zou overigens te weinig ruimte hebben gelaten voor de inhoudelijk sterke, soms zelfs ontroerende overweging van Prins Stasiu I, in het dagelijks leven enthousiast marketingmanager van NEC, die zijn overtuiging niet onder de stoelen en banken van de Molenstraatkerk stak. Integendeel. Hoewel de Prins van Knotsenburg ook de zangkunst meester is, liet hij die vaardigheid achterwege om met behartenswaardige woorden te getuigen van zijn grote liefde voor Nijmegen: Knotsenburg, kerk, kroeg en NEC, en niet te vergeten zijn naaste omgeving. Geen wonder dus, dat Bernard van Welzenes de jeugdige Stadsprins een voorzichtig inlijvingsvoorstel deed. Don Bosco, Jezuïeten, of een andere orde van barmhartigheid? Zou dat niet een mooie uitdaging zijn na het verstrijken van het Prinsdom?
De pelgrimage naar de Hommage aan de Sint Steven vormde het traditionele sluitstuk van het ‘katholieke’ deel van de Knotsenburgse carnavalsviering. Terwijl een deel van de carnavalisten zich elders al klaar maakte voor de carnavalsoptocht schaarden de Prinsenkabinetten zich rond het beeld dat het Prinsenconvent in 2006 aanbood aan het stadsbestuur. De maker – kunstenaar en ex-prins Toon I (Heijmans) – werd terecht naar voren geroepen. En Prins Stasiu I herinnerde zich, dat hij tien jaar eerder bij de onthulling van de Hommage op verzoek van Bernard van Welzenes meehielp bij de inzegening van het beeld met water uit de Waal. Waarmee ook die cirkel van verbondenheid rond was.
Na een hartstochtelijk meegezongen ‘Al mot ik krupe’ lieten de carnavalspelgrims de ‘Hommage’ in eenzaamheid achter om zich naar de Grote Markt te begeven: de ‘place to be’ voor echte, onechte en halve Knotsenburgse bobo’s om de tijd te overbruggen tussen het ene hoogtepunt, dat het andere evenaart, niet kwantitatief maar kwalitatief, zeker in het jaar waarin Knotsenburg het ‘Uit de Kunst’ tot motto heeft gekozen. Toon Heijmans kan er over meepraten en doet dat ook. Terecht.