1915 – 2003, militair en marsleider
Antonius Johannes (Tony) van Dongen werd op 10 mei 1915 in Arnhem geboren als zoon van Johannes Bernardus van Dongen (Bergen op Zoom 1880 – Den Haag 1965) en Hendrika Wilhelmina Johanna Wennekens (Rotterdam 1890 – Den Haag 1970). Tony, die de oudste zoon was in het gezin met drie kinderen, trouwde op 14 april 1942 in Den Haag met Anna Wilhelmina Hendrika Robertina Drabbe (Den Haag 5 november 1920 – Nijmegen 13 februari 2007). Het echtpaar kreeg drie kinderen: John, Robby en Miriam. Tony van Dongen overleed in Nijmegen op 12 oktober 2003.
Tony van Dongen bracht zijn jeugd door in Arnhem en Hilversum. In de Gelderse hoofdstad volgde hij de lagere school, in de stad van de omroep de rooms-katholieke hbs aan de Emmastraat. Zijn vader dreef een herenmodezaak, aanvankelijk in Hilversum, later in Den Haag. Tony behaalde het middenstandsdiploma om medevennoot te kunnen worden. Tijdens de vervulling van zijn dienstplicht werdTony naar huis geroepen om zijn zieke vader te vervangen. De oorlog zou zijn levensloop een heel andere wending geven. De jonge reserveofficier raakte betrokken bij gevechtshandelingen vlak bij huis. Zijn Regiment Jagers, dat in Monster lag, moest in de meidagen van 1940 het vliegveld Oekenburg verdedigen. De oorlog was overigens geen belemmering voor zijn huwelijk met Robby Drabbe, met wie hij intussen ook in het verzet actief was geworden. Voor zijn inzet en dienstbaarheid tijdens de mobilisatie en in het verzet tegen de Duitse bezetters ontving hij het Oorlogsherinneringskruis met de Gesp Mei 1940 enhet Verzetsherdenkingskruis. Na de oorlog bleef Tony het leger trouw, aanvankelijk als hoofd van deGarnizoensgarage aan het Ministerie van Defensie, later als eerste man van het Centraal Filmbureau Krijgsmacht, wagenparkbeheerder en filmkeurder. Die uiteenlopende functies tekenen de brede interesse van de man, die tot 1968 in militaire dienst zou blijven om vanaf dat jaar in de titulaire rang van luitenant-kolonel b.d. als marsleider van de Vierdaagse te gaan functioneren. Tony’s vrouw had hemjarenlang warm gemaakt voor de wandelsport. Zijn belangstelling ging zo ver dat hij in 1961 bestuurslidwerd van de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding, die al vanaf 1907verantwoordelijk was voor de organisatie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen. In 1964 werdTony plaatsvervangend marsleider, om in 1968 Majoor Breunese junior op te volgen in de hoogste uitvoerende functie van de KNBLO. Marsleider van Dongen wist de Nijmeegse Vier daagse populairder en succesvoller te maken dan ooit,ook al nam het aantal militaire deelnemers geleidelijk af. Onder zijn deskundige en enthousiaste leidingverdubbelde het wandellegioen van ruim 14.000 naar een kleine 30.000 lopers. Die spectaculaire groei was mede te danken aan Nico Grijpink en John Bertine, die in 1970 met enkele middenstandsvrienden besloten om tijdens de Vierdaagse de Nijmeegse Zomerfeesten te organiseren. De KNBLO en hel Actief Comité Binnen stad Nijmegen (ACBN) stonden los van elkaar en had den af en toe ook pittige meningsverschillen. Toch was sprake van een goede samenwerking, die zich in de loop van de tijd ook verdiepte. Tony wist drommels goed wat organiseren betekende: vandaar zijn grote sympathie voor demannen die samen met ‘zijn’ KNBLO Nijmegen op de (inter) nationale kaart zetten, De wederkerigheidbleek uit de onderscheiding van de Blauwe Steen, die de marsleider bij zijn vertrek van de binnenstad ondernemers kreeg. De gemeente Nijmegen bleef niet achter: burgemeester len Dales eerde hem met de Erepenning in zilver.
Over onderscheidingen had Tonny van Dongen trouwens niet te klagen. Naast de begiftiging met de’Oorlogskrulsen’ werd hij in 1965 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden, en in 1979 Officier de l’Ordre de Mérite du Grand-Ouché de Luxembourg. De minister van Defensie kende Tony hetzilveren Ereteken van Verdienste toe, terwijl de KNBLO hem ‘Eremarsleider’ maakte. De Vereniging van Gouden Kruisdragers sloot de rij met het erelidmaatschap. Tonny werd daarmee een bijzonder verenigingslid, omdat hij niet in het bezit was van het gouden Vlerdaagse-kruis. De unieke benoeming had hij te danken aan zijn langdurig marsleiderschap – twintig jaar, dat had geen van zijn voorgangers gepresteerd – en aan zijn bijzondere relatie mei de club van de verstokte Vierdaagselopers. Hij regelde voor hen de kaarten voor de Vlaggenparade en op de tribunes langs de Gladiolenroute, en zorgde ookvoor andere faciliteiten.De Vierdaagse zou het levenswerk van Tony van Dongen worden. Oe bureaulist en controleur klom op tot hoogste baas. Hij zag zijn inspanningen beloond in de gezichten van de tienduizenden wandelaars, die tussen 1968 en 1988 aan hem voorbijtrokken op de slotdag van de Vierdaagse, op zijn vaste plek voor deeretrlbune op de Sint Annastraat. Tony beleefde talloze hoogtepunten, zoals de deelname van Prins Claus In 1967. Niets was hem te gek. Met genoegen onder ging hij bijzondere gebeurtenissen: landen met een helikopter voor de opening van de Vlaggenparade was een eenvoudige opgave, maar een parachutesprong in de volle Goffert niet, en een koets met op hol geslagen paard evenmin. Eregasten trof hij te kust en te keur. Maar liever nog sprak hij onderweg met wandelaars, op weg naar hun verdiende Vierdaagsekruis. Ergernissen waren er nauwelijks. Wel wond hij zich op over de actiegroep ‘Is het hieroorlog?’ die In de jaren ’70 regelmatig protesteerde tegen de deelname van militairen. Na een bommelding zei hij: ‘Overal voeren ze oorlog, hier lopen soldaten broederlijk naast elkaar; een echte vredesdemonstratle.’ Met de rolstoelers, die regle mentaire toelating tot de marsen eisten, had Tony ookmoeite. Zelf begripvol medeorganisator van de Spelen voor Gehandicapten in Assen, kon hij weinig waardering opbrengen voor de onuitvoerbare vorm van gelijkberechtiging. Zijn warme belangstelling voor de lopers was befaamd. De ‘gewone’ loper kon steeds op zijn steun rekenen.
‘Tonnie was dc eerste marsleider die, in de beleving van velen, een gewone man was die ook gewoonmocht worden aangesproken over iets dat met de Vierdaagse te maken had.’
Aldus Henri Sackers, de secretaris van de Vereniging van Gouden Kruisdragers. Elke deelnemer was hem even lief, ook al kon hij bij de forse toename van het aantal lopers niet elk lid van ‘zijn legioen’toespreken of toezwaaien. Hij stimuleerde niet alleen de lopers maar ook de mensen, die voor en achterde schermen betrokken waren bij de Vierdaagse. Na zijn afscheid als marsleider was Tony van Dongen nog jaren actief in het Nijmeegse maatschappelijk leven. Hij adviseerde als vrijwilliger het VerpleeghuisMargriet, en was lid van enkele soclaal-culturele gezelschappen: de Sociëteit, de Probusclub Barbarossa en niet te vergeten de Hofraad, steun en toeverlaat van hel Nijmeegs carnaval. Lopers en toeschouwers troffen hem nog regelmatig tijdens de Vierdaagse. Op de eerste dag was hij mei zijn vrouw Robby steevast tevinden op het tijdelijke terras van Ger Leenders, ACBN-er van het eerste uur, op de kruising Sint Jorisstraat – Gerard Noodsstraat, waar menig wandelaar herinneringen met hem ophaalde. Zijnfabelachtige geheugen liet hem daarbij nooit In de steek. Een auto-ongeluk In 2001 beperkte Tony in zijnbewegingen. Na een korte ziekte overleed Tony van Dongen op 12 oktober 2003 te Nijmegen, de Vlerdaagsestad, waarheen hij vanuit Overasselt in 1987 was verhuisd. Een volle Maria Geboortekerk aan de Berg en Dalseweg nam definitief afscheid van de man, die zelf tijdens een Vlerdaagsemls zei:
‘Niet het aantal keren dat je de Vlerdaagse hebt gelopen bepaalt de waardering voor je leven, maar datgene wat je voor je medewandelaar hebt betekend ‘
Literatuur
- T. Bosch’, Tony van Dongen, in: Nijmeegse Biografieën, deel 1, Hilversum 2004,41
- De Gelderlander, editie Nijmegen, 21 juli 1987 en 13 oktober 2003
- H .Sackers, ‘In Memoriam Tony van Dongen’, in: Circulaire Vereniging van Gouden Kruisdragers, december 2003. I
- M,l,M, Tummers. 25 Jaar Zomerfeesten: van kleinschalig feest tot internationaal evenement,