Woorden en beelden ter nagedachtenis aan Ans Lansink – van Dam (1934 – 2024): mijn lieve, sterke en dappere echtgenote, die in de herinnering van familieleden, buren, vrienden en kennissen voortleeft om haar verbondenheid en dienstbaarheid
Het was een even droevige als aangrijpende week, die derde week van februari, waarin mijn echtgenote Ans overleed en – vijf dagen later – begraven werd op het Begraafpark Heilig Landstichting. De laatste dag van haar leven – 19 februari 2024 – blijf ik mij herinneren, niet omdat het overlijden onverwacht kwam, wel omdat ik samen met Maria van Kempen haar handen kon vasthouden en in tranen mocht zien, dat Ans vredig insliep. Eem week eerder hadden Eduard Kimman SJ en ik Ans gezalfd met het sacrament van de zieken. De dagen na het overlijden beleefde ik in een vreemde roes. Enerzijds om het besef, dat ik Ans definitief had moeten loslaten, anderzijds vanwege alles wat op mij afkwam: de regeling van de uitvaart en begrafenis, het informeren van familie, buren, vrienden en kennissen, het schrijven van teksten. De uren en dagen vlogen voorbij. Binnen de kortste keren was het zaterdag 24 februari 2024: de dag van de uitvaart en de begrafenis, de dag ook van het definitieve afscheid.
Met grote dankbaarheid kijk ik nu – zeven weken verder – terug, ook naar de dagen, waarop ik veel steun kreeg. Maria van Kempen en Frans Vissers, die mij hadden bijgestaan tijdens Ans’ laatste dagen en uren, hielpen mij ook bij het gesprek met begrafenisondernemer Bart Kramer. Een dag later waren het Eduard Kimman SJ en Gerard Kerkhoff, die hielpen bij de inrichting van de uitvaart, de begrafenis en het samenzijn in de Piet Gerritszaal. Het overleg met Marieke van Baarle, directeur van het Begraafpark nam andere zorgen bij mij weg. Babette Lansink en Marijke Verstijnen kwamen uit Apeldoorn en Boxtel om te helpen bij het verzenden van de rouwbrieven. Op 22 februari 2024 ging mijn overbuur Ine op Hey met mij mee, toen ik in het Rouwcentrum van Klopper & Kramer persoonlijk afscheid ging nemen van Ans. Aansluitend reden we naar het Begraafpark om het graf van mijn ouders op te zoeken. Bij de ingang van het kerkhof zag ik plotseling Frans Vissers, die te voet uit Ewijk was gekomen: trainen voor de vierdaagse. Toeval bestaat niet, genade wel.
De dag van de begrafenis zal mij altijd bijblijven. Om tal van redenen: het laatste zicht op Ans, die achterin de Petrus Canisiuskerk was opgebaard, het dichtschroeven van de sobere maar mooie kist, de fraaie bloemstukken die de kist sierden. De talrijke aanwezigen, die Ans een laatste eer bewezen, de indrukwekkende liturgie, die Eduard Kimman SJ had samengesteld, het voortreffelijke koor dat onder meer Miserere van Sweelinck, Pie Jesu van Faure en panis Angelicus van Franck zongt, de gloedvolle en inhoudelijk sterke overweging van Eduard Kimman met het trefwoord verbondenheid, waarmee hij Ans voluit karakteriseerde. De bijdragen van achterneefje Cesar, zus Marijke en vriend Klaas hadden net zo als mijn verhaal een mooie plaats gekregen in de liturgie. [De toespraken volgen hieronder: ook in woorden en beelden]. De stijlvolle en indrukwekkende Eucharistieviering verliep in de geest zoals Ans die voor ogen had toen ik in Waelwick met haar de uitvaart en begrafenis besprak. Toen het koor In Paradisum inzette, voelde ik het afscheid dichterbij komen. Bij het verlaten van de kerk had ik het moeilijk, ook toen ik op de kerktrappen een groep medewerkers van Waelwick zag staan. Ik zag kans Sanah, Joppe, Elske, Bernadette en andere verzorgers te bedanken voor hun goede zorgen.
Een leven lang verbondenheid (Toespraak Ad Lansink)
Lieve Ans: Nu ik voor de laatste keer naast je sta – bij het afscheid in jouw geliefde Petrus Canisiuskerk – denk ik terug aan het uur, waarin ik je voor het eerst zag. In de herfst van 1952 zat ik achter je in een Utrechtse collegebank. Je had mooi zwart jaar. Van een ontmoeting was geen sprake, laat staan van liefde op het eerste gezicht. Drie jaar later zag ik je vaker, omdat je lid werd van het bestuur van de Sociëteit Eigen Huis, het thuishonk van de katholieke studentenvereniging Veritas aan de Kromme Nieuwe Gracht 54. Maar liefdesvonken bleven uit, zelfs toen ik een jaar later zelf tot het sociëteitsbestuur toetrad. Bier en wijn drinken hebben we vroeg geleerd, maar dat terzijde. Eind 1957 ontbrandde het vuur van de liefde. We zaten plotseling naast elkaar in de ‘Meisjeskamer’ van het Eigen Huis: een plek waar Veritijnen alleen tijdens feesten mochten komen. Nu – 67 jaar later – sta ik voor de laatste keer vlak bij je, bedroefd en verdrietig maar ook dankbaar voor alles wat je voor mij, ons samen en talloos velen hebt gedaan. We hielden elkaar vast in goede en slechte tijden en deelden lief en leed. Ik denk aan onze kinderloosheid. We hebben elkaar steeds gesteund, ook op de dag – nog geen maand geleden – toen vaatonderzoek uitwees, dat de geslaagde dotteroperatie het afsterven van je rechtervoet niet kon voorkomen. Amputatie was niet verantwoord. Wat restte, was afzien van verdere behandeling, optimale wondverzorging, verscherpte pijnstilling en terminale zorg. De staf en medewerkers van Waelwick ontvingen je na de in Ewijk eerder afgelegde revalidatietrajecten opnieuw met open armen. Zij verzekerden ons, dat zij jou weer met alle zorg zouden omringen. Dat hebben zij ook voluit gedaan, tot de overbrenging van jouw dode lichaam naar het rouwcentrum. De goede zorg in Waelwick nam mijn tranen weg. Daarom voeg ik Ewijk toe aan onze gedeelde woonplaatsen: Utrecht, Nijmegen Oost, -Zuid, weer -Oost, en Ewijk.
Tijdens die moeilijke ogenblikken in het Radboudumc besefte je ondanks de hoop op een wonderlijk herstel, dat het einde van je lange levensweg naderde. Terug In Waelwick – het was dinsdag 30 januari – liet je merken, dat je niet langer bang was voor de dood. De pijnstillers en de begeleiding van alle medewerkers – ook de logopedisten en ergo- en fysiotherapeuten – zorgden nog wel voor een opleving. Daardoor konden we goed praten over wat ons te wachten stond. Je gaf helder aan, hoe ik met Eduard Kimman SJ – die intussen ook het Heilig Oliesel had toegediend – de uitvaart in de Petrus Canisiuskerk en de begrafenis op de Heilig Landstichting moest inrichten. Ook vond je, dat ik je moest toespreken. Mijn emotionele aarzeling nam je kordaat weg. Maar toen ik vroeg wat ik mocht vertellen, viel je stil. Sterker nog: je zei zelfs, dat je maar weinig gedaan had in je leven. Ik schrok maar proefde tegelijk je bescheidenheid, met saamhorigheid en solidariteit trefwoorden die jou echt kenmerken. Ik noemde die woorden, met verbondenheid als samenvatting. Je knikte. Voor de vuist weg diste ik allerlei herinneringen op, die ik bij de uitvaart wilde opnemen in mijn verhaal. In je mooie ogen zag ik tranen maar ook instemming.
Lieve Ans: je groeide op in Hilversum, waar je vader bij de NSF werkte. Jouw moeder zorgde voor jou, Bernard en Marijke. Op school kon je aardig meekomen. Niemand keek ervan op, dat je op het R.K. Lyceum in 1952 gemakkelijk het gymnasium-B diploma haalde. Daarna ging je in Utrecht scheikunde studeren. Het lidmaatschap van Veritas bracht andere talenten aan het licht: verbondenheid met anderen, bestuurlijke gaven en brede belangstelling: kunst, literatuur, cultuur, natuur. Sportieve ambities maakte je waar in Dames I van Be Fair. In Utrecht leerde je mij kennen, maar pas in ons zesde studiejaar. Je studeerde eind 1959 af, wat later dan ik. Op jouw aandringen was ik intussen bij de Katholieke Universiteit gaan werken. In 1960 trouwden we, waarna je de LU in Wageningen verruilde voor een docentschap bij de Afdeling Chemie van de KU. We voelde ons snel thuis in Nijmegen op de Jan Willem Passtraat 153, niet ver van de plek, waar ik nu alleen verder moet. Je ging weer hockeyen, begon te tennissen en zwom ook graag. Fietsen vond je ook fijn, getuige de onvergetelijke fietstocht naar Rome in 2001, met Harry, Jo en Annemiek, drie Nijmeegse vrienden. De teleurstelling over onze ongewilde kinderloosheid zette je om in inzet voor de samenleving: sportief als voorzitter van hockeyclub ZOW en tennisvereniging Brakkenstein; politiek als penningmeester van het Gelders CDA en Statenlid; cultureel als burgemeester van Knotsenburg en als bestuurslid van de Oude Gelderse Kerken; sociaal als Open Kerk-coördinator en locatiebestuurder van de Petrus Canisiuskerk. Toen je gezondheid voor de eerste keer op de proef werd gesteld door chronische diabetes en ontsteking van de wervelkolom, bleef je dapper en opgewekt.
Reizen deed je het liefst, vooral naar Frankrijk en Griekenland, hoewel je onze uittochten naar Beiroet, Johannesburg en Kuala Lumpur absolute hoogtepunten noemde. In de coronajaren konden we jammer genoeg niet echt op pad met onze camper. In 2022 leidden herseninfarcten tot twee pittige revalidatietrajecten in Waelwick, in maart 2023 gevolgd door een derde nog langer traject na een coronabesmetting. Bij een nieuwe valpartij in november 2023 brak je een heup: achteraf het begin van een onomkeerbaar proces. De door diabetes ongeneesbare voetwonden leidden tot terminale zorg, opnieuw in het liefdevolle Waelwick, waar je op 19 februari 2024 vredig insliep. Je vond eindelijk de rust, die je voluit verdiende voor je verbondenheid met mij, onze familie, vrienden, buren en samenleving. Toen ik eergisteren met Ine Op Hey in het rouwcentrum persoonlijk afscheid van je had genomen, besloten Ine en ik even naar het ouderlijk graf te gaan omdat het een maand geleden niet meer had kunnen vinden. Op de bank bij de ingang van het kerkhof zat Frans Visser uit Ewijk, die met mij en zijn vrouw Maria bij jou gewaakt hebben. Wat doe jij hier vroeg ik Frans. Ik train voor de Vierdaagse zij hij. Met zijn drieën vonden we het graf. Toeval of genade? Van kunstenaar Han Klinkhamer leerde ik ooit, dat toeval niet bestaat, genade wel.
Genade is een godsgeschenk. Genade bracht ons in 1957 samen. Lieve Ans, je was een sterke, dappere vrouw, die dienstbaarheid paarde aan bescheidenheid, dadendrang aan liefde: een voorbeeld voor velen. Ik mis je tot in lengte van dagen, maar ik koester de herinneringen; En ik blijf van je houden: hemelhoog. Rust zacht in de vrede van God, op een steenworp afstand van de Cenakelkerk, die blijft staan tot in alle eeuwigheid.
Reis in verbondenheid (Toespraak Klaas Bouwmeester)
Vandaag nemen we met een mengeling van verdriet en dankbaarheid afscheid van een bijzondere ziel, onze geliefde Ans. Terwijl we hier zijn, laten we haar herinneren met een glimlach, zoals ze dat zou willen. Ans – die wij leerden kennen via Ad – was een prachtige persoonlijkheid, gevuld met vriendelijkheid, goedheid en intelligentie. Wij herinneren Ans vooral om haar vastberadenheid, altijd strevend naar het beste, en om haar vermogen om echt te luisteren in dialoog – gesprekken die gemist zullen worden door velen die hier vandaag samenkomen. Ans had een brede belangstelling naar eenieder en wist altijd de kern te raken. Voor ons was Ans meer dan alleen een vriendin; ze was een bron van inspiratie, een baken van wijsheid en een lichtend voorbeeld van vriendelijkheid en mededogen. Onze band was mede sterk door onze gedeelde waarden en gezamenlijke interesses – in kunst, cultuur en natuur. We hebben vele mooie momenten van gedeelde vreugde en verwondering meegemaakt – onder andere tijdens prachtige wandelingen in de regio, vooral in jouw en Ad’s favoriete natuurgebied De Bruuk bij Groesbeek. Nieuwsgierig van aard genoot Ans van de kennis die ze dan opdeed over de natuur, vooral over de planten waar ik haar over vertelde. Een onderwerp dat haar na aan het hart lag, want ook tuinieren was een van haar liefdes en passies. Na deze wandelingen – waarop eens kraanvogels werden gezien, een moment dat Sophie zich koestert in herinnering – werden vaak heerlijke maaltijden gedeeld, in Nijmegen en later ook in Wageningen, en deze vormden bijzondere momenten van samenzijn – de verse asperges met zalm waren haar favoriet.
Ans hield ook van reizen, en samen met haar geliefde Ad verkende ze de wereld met een open geest – zelfs op late leeftijd gingen ze op pad met de camper. Haar verhalen over hun avonturen in Griekenland, Italië, Frankrijk, en verder waren gevuld met trots en vreugde. De reis die Ans, Ad en Sophie maakten naar Zuid-Afrika en Kuala Lumpur in 2018; het spannende avontuur rondom het boek Challenging Changes zal voor altijd in gedachten blijven, met de opwindende ontmoeting met een loslopende olifant in Pilanesberg. Of het mooie uitzicht vanaf de Petronas Towers. Zelfs tijdens de uitdagende tijden van de coronapandemie, bleef Ans veerkrachtig. Haar liefde voor het leven en haar vastberadenheid om elk moment te omarmen, waren een inspiratie voor ons allen. Ook de afgelopen periode was zwaar voor Ans, vooral tijdens laatste twee keer Wealwick – maar ze gaf nooit op! Wij gaven haar mooie doelen en door haar veerkracht en grote doorzettingsvermogen kon ze daarbij aanwezig zijn. Wij zijn dankbaar dan Ans onze zoon – nu 7 maanden oud – nog zo vaak heeft kunnen ontmoeten. Haar veerkracht, sociale betrokkenheid en bewonderenswaardige steun aan Ad waren kenmerkend voor haar karakter.
Rust zacht lieve Ans, bedankt voor de prachtige vriendschap die we mochten delen. Jouw energie en de mooie herinneringen zullen altijd in ons hart blijven. Met liefde en verbondenheid, Sophie, Klaas en Lieuwe
De begrafenis op het kerkhof van de Heilig Landstichting was al even indrukwekkend als de Eucharistieviering in de Petrus Canisiuskerk. De dragers droegen het lichaam van Ans op hun schouders naar boven, via de 32 grote treden: de kortste weg naar de plaats waar Ans zou worden bijgezet in het graf van mijn ouders. De grote klok van het Begraafpark begeleidde de stoet met mooie maar ingetogen klanken. Aangekomen bij het graf vormden we met zijn allen een grote kring in de paden, vlak achter de grote Golgotha-heuvel. Eduard Kimman SJ bad voor de zielerust van Ans met de familie, vrienden en kennissen een Onze Vader en een Wees Gegroet. Met een schep zand dekten we de kist toe: een stoffelijk vaarwel aan mijn lieve Ans, die niet eens zo ver van ons huis haar welverdiende rust heeft gevonden, op een plaats die ik met de herinneringen blijf koesteren.
Na de begrafenis ontmoette ik in de Piet Gerritszaal alle mensen die na de uitvaart in de Petrus Canisiuskerk waren meegegaan naar het begraafpark van de Heilig Landstichting. Daar kon ik de familieleden, buren, vrienden en kennissen zelf bedanken, nadat Klaas Bouwmeester dat al had gedaan in de Petrus Canisiuskerk met de volgende woorden: ‘Namens Ad wil ik jullie bedanken voor de aanwezigheid – zowel fysiek als in gedachten, hier bij het herdenken van Ans. Jullie komst en woorden van troost en medeleven hebben Ad en zijn naasten kracht gegeven om dit afscheid dragelijker te maken. Tevens wil Ad hierbij zijn dankbaarheid en waardering uitspreken naar allen die Ans – familie, vrienden, artsen en verplegenden, en in het bijzonder Maria en Frans die haar in haar laatste levensfase – respectievelijk levensuur hebben bijgestaan en ondersteund’. Ik herhaal de woorden van Klaas op deze plaats, en voeg daaraan mijn dank en waardering toe voor alle blijken van medeleven, zowel schriftelijk als mondeling heb mogen ontvangen. Mijn verdriet wordt verzacht door de wetenschap, dat Ans een alom geliefde vrouw was, met verbondenheid en dienstbaarheid als trefwoorden. Ans maakte de woorden ‘Geen mens leeft voor zichzelf alleen’ voluit waar. Bij mijn bezoeken aan het graf van Ans en mijn ouders besef ik, dat verbondenheid blijft. Hemelhoog.
Beste Ad,
Ik heb als ambtenaar bij de gemeente Nijmegen altijd bewondering gehad voor jouw inbreng in de Nijmeegse gemeenteraad. Dat even terzijde.
Een groot gemis als je na zoveel jaren van je maatje en levenspartner afscheid moet nemen. Koester het mooie en werkzame leven dat jullie samen hebben gehad.
Oprecht heeft veel sterkte voor de komende tijd.
Beste ad, mooi om alles terug te lezen, op zo’n dag gaat er toch veel langs je heen. Helaas kon ik door omstandigheden niet naar de begraafplaats komen. Ik wens je heel veel sterkte bij het verwerken van je grote verlies