Doordekken en doorselecteren, de bal afpakken in de zestien, het linker- en het rechterrijtje: het zijn woorden die vroeger niet werden gehoord. Evenmin als klopt, de eerste reactie van een voetballer, wanneer hij door eigenwijze verslaggevers – zoals Bert Maalderink – naar de bekende weg wordt gevraagd. De vleugelverdedigers hebben de rechts- en linksback vervangen en de spelverdeler de stopperspil, die met de punt naar voren speelt, zelfs wanneer er geen punten te verdelen zijn. Of te morsen, want dat gebeurt ook elke week, wanneer de centrumspits het scorend vermogen mist en dus het doel. Of de touwen. Waar schaduwspitsen het vaak laten afweten, moeten opkomende verdedigers het karwei afmaken, niet bij de tweede paal want die staat te ver weg. Over de eerste paal wordt gek genoeg even weinig gesproken als over de eerste bal, die moet afvallen voordat hij opnieuw een voet vindt. Rechtsbuiten, midvoor, linksachter: het zijn de termen uit een ver verleden toen een strafschop nog een penalty – of pinantie – heette maar een doelverdediger een keeper. Op de lijn of meespelend, dat doet er niet toe als de man met de grote handschoenen de nul maar weet te houden. Dat lukt hem beter, wanneer de hele ploeg druk naar voren weet te zetten. Dat is beter dan de bal rondspelen, of de lange bal proberen: een risicovolle en opportunistische noodgreep, die kijkers trouwens meer boeit dan coaches. De oefenmeesters van vandaag en morgen hameren liever op de organisatie, een bedrijfskundige term, die het in het voetbaljargon van vandaag even goed doet als een ruit vormen en onder de druk uit kunnen voetballen. Dat is beter dan de lange bal een kans geven. Spelers die het verschil kunnen maken doen desondanks zichzelf tekort, wanneer zijn uit vorm zijn. Of – om met Louis van Gaal te spreken – niet fit genoeg om uitverkoren te worden. Minuten maken, daar draait het tegenwoordig om, vooral voor bankzitters, die zich in de kijker moeten spelen willen zij elders aan de bak komen. Staan zij eenmaal op het veld, dan moeten zij de juiste keuzes zaken, zeg maar op gevoel: woorden die Marco van Basten en Ronald Koeman kort na elkaar gebruikten bij de aankondiging van hun vertrek bij Herenveen en Feyenoord. Inderdaad: zeg maar op gevoel, want emotie telt niet alleen bij trainers maar ook voor voetballers in de mixed zone van taal en journalistiek. Voetbaljargon: een bijzonder domein voor taalliefhebbers en ergernisdelers.