Records zijn net niet gebroken, niet het aantal deelnemers – ruim 42.500 – en evenmin het aantal uitvallers – circa 3.100. Toch was de 97e Vierdaagse een evenement om niet te vergeten, zowel voor de deelnemers waaronder mijzelf als de talloze toeschouwers, die vanaf de eerste meters tot aan de laatste stappen enthousiaste supporters bleken. Andre Sonneville, de actieve opperwoordvoerder van de Vierdaagseleiding schatte het aantal kijkers langs de routes van de 30, 40 en 50 km op 850.000. Het moeten er die vier warme dagen meer zijn geweest, gelet op de enorme drukte in de doortochtplaatsen Elst, Wychen, Groesbeek en Cuijk en in de ‘next-best’ pleisterplaatsen Oosterhout, Beuningen, Mook en Malden. Tel daarbij de massa’s mensen langs de Sint Annastraat in Nijmegen, de befaamde Via Gladiola, en duidelijk wordt, dat het miljoen supporters met gemak moet zijn gehaald. Trouwens, ook buiten de fraai versierde bebouwde kommen ondersteunden veel toeschouwers in woord en daad de dorstige lopers. De oproep van de Vierdaagseleiding om veel te drinken was alom gehoord, niet alleen door Vitens met haar watertappunten, maar ook door de FNV die op grote schaal flessen water uitdeelde met de oproep om – tijdens het werk, dat wel – af en toe een pauze in te lassen. Tomaten, appelen, schijfjes komkommer, zoute drop, snoepgoed, zoutelingen: het was te veel om op te noemen en aan te nemen, maar wel een onmiskenbaar teken van meeleven met de wandelaars, die – achteraf gezien – de hitte goed wisten te doorstaan.
Na de eerste dag was mijn eerste reactie: deze 15e Vierdaagse – nu op de 30 km na vroeger zeven keer 50 km en vijf maal 40 km te hebben gelopen – is de laatste. De drukte op het parcours, vooral in het begin en bij de doortocht in Elst en de hitte hadden hun tol geëist. Industrieterrein de Aam boeide niet, integendeel. Het wachten voor de start en de langere afstand – ruim 33 km – waren evenmin bevorderlijk voor een opgewekt begin. Maar op de dag van Wychen en Beuningen kantelde het gevoel helemaal, ondanks de opnieuw langere afstand, weer ruim 33 km. De opstopping op de Markt van Wychen duurde maar kort, en de route van Woezik naar Beuningen was de moeite meer dan waard, in tegenstelling tot andere jaren. De ’thuiskomst’ in het hier en daar roze Nijmegen was overweldigend, om kippevel van te krijgen.
De derde dag naar Groesbeek staat bekend als de moeilijkste, niet vanwege het begin naar Malden en Mook, wel omdat nogal wat heuvels moeten worden overwonnen. De 40- en 50-ers raken bovendien ver van huis in Misbeek en Ottersum. Zelf vond ik de klim naar het Zwaantje halverwege Mook en Groesbeek een pittige opgave, hoewel de schaduw van de bossen veel vergoedde. Na de prachtige doortocht door een altijd goedgemutst Groesbeek volgde de Zevenheuvelenweg, met talloze campers, die aan Alp d’ Huez deden denken. De financiele crisis leek even ver weg als de finish voor wandelaars, die met de overigens slechts vier heuvels moeite hadden. Door de hitte kostte de dag van Groesbeek ook mij deze keer toch meer moeite dan in de ‘oertijd’ van de 50 en 40 km. Berg en Dal en Nijmegen-Oost bleken uiteraard bekend terrein, in meer opzichten: de GPSmap van Garmin leerde, dat de gemiddelde snelheid weer toenam tot 5,5 km per uur.
De start voor de laatste dag verliep met een wachttijd van krap 10 minuten sneller dan die op de voorgaande dagen, toen een half uur gebruikelijk was. Lag het aan de ervaring van de scanners, die nauwgezet de polsbandjes inlazen? Of meldden de lopers zich wat later om vrijuit de laatste etappe te beginnen? Zijn het de al bijna 3000 uitvallers, die ruimte scheppen? Hoe het ook zij: de slotdag mocht er in alle opzichten zijn: warm maar goed weer, voldoende ruimte op het parcours, opnieuw een enthousiast publiek, vanaf het begin in Brakkenstein, door Hatert en de Weezenhof, langs de Hatertse Vennen naar Overasselt, dat zich net zo als andere, kleinere doortochtplaatsen van zijn beste kant liet zien. De slingerweg van Overasselt naar het verstilde Heumen bood gelegenheid voor een goed gesprek of zicht op het fraaie landschap. De opgang naar de Sluisbrug kostte sommige lopers nog wel moeite. Maar eenmaal op de Rijksweg verenigd met de 40 en 50-km lopers kon de feestelijke intocht beginnen. Van kijkerloze stukken was geen sprake meer, tot aan de uiteindelijke finisch op de houten planken van de afmeldtenten op de Nijmeegse Wedren. De 97e Vierdaagse was even zwaar als mooi, even warm als onvergetelijk, zelfs voor een tamelijk ervaren Vierdaagseloper, die op vrijdag 19 juli 2013 om 14.00 uur bij de ontvangst van de vergulde 15 zei: bij leven en welzijn tot volgende keer.
Mooi verslag, Ad. Je hebt de sfeer heel treffend weergegeven. Wat mij betreft uit het hart gegrepen. Alleen het jaartal 1933 in de laatste zin zit er naar mijn idee precies 80 jaar naast.