Het overdreven enthousiasme, waarmee de SER onlangs de hoofdlijnen van een toekomstig energieakkoord aankondigde, gaf te denken en te doen. Te denken, omdat de tussentijdse berichten over het overleg tussen bedrijfsleven, milieuorganisaties en andere relevante partijen eerder een patstelling dan overeenstemming deden verwachten. Te doen, om na te gaan over welke onderwerpen en in welke mate overeenstemming was bereikt. Welnu: zelfs een onbevooroordeelde lezer van het SER-Hoofdlijnenakkoord kon snel zien, dat van echte overeenstemming geen sprake was, ondanks de positieve geluiden van de deelnemers aan het overleg. De milieuorganisaties noemen het akkoord een doorbraak in de omslag van kolen naar wind op zee. De vakbeweging wijst op de 15.000 banen, die het akkoord gaat opleveren onder erkenning van het banenverlies aan bij de kolencentrales. De installatiebranche ziet perspectief in extra impulsen voor energiebesparing en duurzame energie. De agrarische sector wacht nog even af omdat betrokkenheid bij wind op land, zonne-energie, biomassa en aardwarmte nog niet in de hoofdlijnen is terug te vinden. Of de ook al opgewekte commentaren in Trouw en NRC terecht zijn wordt pas duidelijk, wanneer de uitwerking van de hoofdlijnen bekend is, en alle handtekeningen zijn gezet. Bedrijfsleven en milieubeweging verstaan in elk geval de kunst van windowdressing: het uitlichten van wat voor eigen achterban is binnengehaald. Lezing van het bericht waarmee de SER op de valreep formeel heeft voldaan aan de deadline leert, dat weg naar duurzame groei nog veel hindernissen kent. Nu al rijst de vraag of de inspanningsverplichting nog voor de behandeling van de Rijksbegroting 2014 voor alle partijen – ook Kabinet en Kamer – een resultaatverplichting wordt. Dat wordt een pittige opgave gezien de slagen om de arm van het SER- Hoofdlijnenakkoord. Denk aan de vulling van het revolverend Groenfonds, waaruit energiebesparing in de gebouwde omgeving moet worden bekostigd. Denk ook aan de belastingkorting, die energiecooperaties voor wind- en zonne-energie mogen verwachten. Van volledige saldering lijkt geen sprake. Denk verder aan de CO2-redactie van 80-95 % in 2050, bijna vier decennia verder. De door minister Kamp aangekondigde lastenverlichting voor bedrijven en huishoudens kan evenmin becijferd worden zolang uitwerking van het akkoord op zich laat wachten. Ook de aangekondigde sluiting van oude, nog steeds volgens de vergunning functionerende kolencentrales, staat niet op voorhand vast. ‘Indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, zullen energiebedrijven oude kolencentrales, die in de jaren ’80 zijn gebouwd, sluiten’ zegt minister Kamp de SER na: een andere geluid dan de zekerheid waarmee aanvankelijk sluiting in 2015 c.q. 2017 werd voorzien. Het is niet het enige losse einde, waarmee de onderhandelaars de hete zomer van 2013 zijn ingegaan. In- en outsiders zijn benieuwd of de losse einden alsnog aan elkaar geknoopt kunnen worden, via concrete uitwerking en transparante doorberekening. Zo niet, dan dreigt opnieuw een akkoord voortijdig te sneuvelen. Duurzame groei verdient een beter lot.
RT @adlansink: Energieakkooord: te veel losse einden op de moeizame weg naar duurzame groei ..http://t.co/DHEut3uLZm
RT @adlansink: Energieakkooord: te veel losse einden op de moeizame weg naar duurzame groei ..http://t.co/DHEut3uLZm
Hi there! I could have sworn I’ve visited this blog before but after browsing through some of the posts I realized it’s new to me. Anyways, I’m definitely happy I discovered it and I’ll be bookmarking it and checking back often!