Energievoorziening: Act Now

Pleidooi voor een directe, integrale en maatschappelijk verantwoorde aanpak, zonder uitsluiting van discutabele opties voor energiediversificatie, en met versterking sociaal-economisch draagvlak

Inleiding

2022: Somberheid troef

De internationale gemeenschap ziet zich gesteld voor een reeks, met elkaar samenhangende vraagstukken, die een integrale, breed gedragen aanpak vergen. De klimaatproblematiek en het waarschijnlijk ook structurele coronabeleid scoren hoog op de lijst van internationale vraagstukken. Nederland weet zich daarnaast geconfronteerd met de aardbevingen in Groningen, de vertraagde invulling van het stikstofbeleid en de geopolitieke gevolgen van de sancties van Rusland i.v.m. de Oekraine-oorlog, i.h.b. aantasting van de voorzieningszekerheid. Het versnipperde en somber ogende politieke landschap, de verdeeldheid en de onvrede in de samenleving belemmeren een doelgericht beleid: energiebesparing maar ook en vooral energiediversificatie, wil de energievoorziening zeker gesteld worden. Ondanks de belemmeringen blijft actie geboden: vandaar mijn oproep: Act Now om de somberheid te verdrijven.

Achtergrond

Een politiek en maatschappelijk antwoord op de kort aangeduide problemen is een pittige uitdaging, niet alleen in Europees verband, maar ook op nationaal vlak. Het publieke draagvlak voor een integrale en eensgezinde aanpak wordt belemmerd door politieke versnippering en toenemende invloed van populisme en nationalisme. De politieke stromingen aan de extreem-rechterzijde willen van klimaatbeleid niets weten, en benadrukken liever individuele vrijheid dan gezamenlijke verantwoordelijkheid, De trends van populisme en nationalisme veroorzaken bij bewindslieden en Kamerleden risicomijdend gedrag, met als gevolg aarzelend beleid en soms zelf uitstel van dringend noodzakelijke maatregelen. De in de afgelopen decennia ruim beschikbare fossiele brandstoffen – in Nederland aardgas, daarbuiten olie en steenkool – leidde tot gewenning van de samenleving, en tot het te gemakkelijk doorstrepen van andere opties voor effectief klimaat- en feitelijk ook stikstofbeleid.

HABOG – Opslaggebouw voor hoogradioactief afval – COVRA – Vlissingen-Oost (Foto: Ad Lansink)

Geopolitieke ontwikkelingen maken de afhankelijkheid van energiebronnen extra manifest, en benadrukken het belang van de tot voor kort onderbelichte voorzieningszekerheid. Dit thema vergt extra aandacht, omdat levering van elektriciteit en warmte een essentiële levensbehoefte is. Van een kabinet mag en moet lef en durf worden gevraagd, door de keuze voor een integraal pakket aan maatregelen, dat op korte termijn kan worden ingezet en waarbij de aanpak van het klimaatvraagstuk niet wordt belemmerd. Diversificatie van energiebronnen en energiebesparing zijn en blijven de pijlers van het beleid. Omstreden opties zoals kernenergie en opslag van CO2 mogen niet langer uitgesloten worden.

Deze notitie is primair gericht op energiediversificatie. De ook noodzakelijke energiebesparing vergt een andere benadering en een op verbruikssectoren gericht specifiek beleid. In de woon- en werkomgeving zijn het vooral de isolatiemaatregelen, terwijl bij verkeer en vervoer zowel directe als indirecte beperking van mobiliteit als systematische verschuiving van vervoerswijzen aan de orde zijn.  Verkeer en vervoer zijn tot op heden ontzien, ondanks de forse bijdrage aan de CO2-emissies. De vroegere verruiming van de maximumsnelheid staat zelfs haaks op de gewenste energiebesparing. Datzelfde geldt voor de welwillendheid jegens de luchtvaart tegemoet is getreden. Wisselvalligheid bij de stimulering van de elektrificatie van het wagenpark is evenmin bevorderlijk voor effectief klimaat- en transitiebeleid. Rekeningrijden mag niet langer uitgesteld worden, en de luchtvaart mag niet langer meer worden ontzien.

Politiek-bestuurlijke probleemstelling

Van oud naar nieuw: vervanging kolencentrale Engie door twee windmolens (Foto: Ad Lansink)

De leveringszekerheid moet worden gewaarborgd zonder in te leveren op de klimaatdoelstellingen, en met behoud en versterking van het sociaaleconomiscdraagvlak. Daarnaast dient de weerstand tegen opties, die een integraal energiebeleid kunnen frustreren te worden geslecht.  Die opties zijn inzet van kernenergie, onder- of bovengrondse CO2-opslag, toepassing van biomassa. Ook internationale afstemming en coördinatie vergen aandacht. Als gevolg van exorbitante prijsstijgingen staat het sociaaleconomisch draagvlak onder grote druk. Veranderingen in de fiscale systemen zijn geboden.  Een integrale aanpak van de problematiek vergt een meersporenbeleid met als uitgangspunten:

  • Vasthouden aan doelstellingen klimaatbeleid, maar fasering accepteren indien voorzieningszekerheid elektriciteit en of gas dat vergt
  • Prioriteit voor (zelf)voorzieningszekerheid elektriciteit, in mindere mate voor gas, indien alternatieven beschikbaar zijn (warmtenet, warmtepompen)
  • Op gerechtigheid gebaseerde financiering van beleidsmaatregelen, die een forse druk leggen op de samenleving
  • Rangschikking energieopties naar energie-efficiency en vermeden uitstoot van CO2: wind, zon, kernsplijting, aardgas, biomassa, steenkool

Borgen van energievoorzieningszekerheid

De kostbare medaille van de energievoorzieningszekerheid heeft twee kanten: beschikbaarheid en betaalbaarheid. Die tweede kant krijgt in relatie tot koopkracht veel aandacht. Maar beschikbaarheid telt ook, op korte en (middel)lange termijn, omdat verleden en heden leren, dat zeker structurele oplossing geboden zijn. Frankrijk wijst de weg met kernenergie, Noorwegen met het financiële beheer van olie- en aardgasbaten. Oppoetsen van de nu doffe energievoorzieningsmedaille leidt tot de volgende tien hoofdlijnen, die nader worden toegelicht en uitgewerkt in actiepunten:

  1. Borgen van voorzieningszekerheid elektriciteit via fasering afbouw kolenvermogen en vernieuwing kernenergie
  2. Borgen van voorzieningszekerheid gas via gelimiteerde productie uit Groningenveld en vergroting productie uit kleine velden
  3. Vergroting van de tijdelijke en blijvende opslag van CO2, onder meer door onderzoek naar CO2-opslag in lege onshare velden
  4. Verruiming zonne-energie-vermogen, via bedrijfsgebouwen en vergroting netcapaciteit
  5. Verruiming wind-energie-vermogen, onder meer door vergroting off-shore capaciteit en relatie tot waterstoftechnologie
  6. Blijvende inzet van afval-energie-centrales als circulaire producent van elektriciteit, warme, CO2 en
  7. Financiële aspecten: voeding van transitiefonds, bestemming extra-aardgasbaten en bestendige, dus structurele reparatie van koopkracht
  8. Sociaaleconomische aspecten: hantering draagkrachtbeginsel en inzet onorthodoxe instrumenten: prijsdifferentiatie en CO2-budgetten
  9. Procedurele aspecten; Meerjarenprogramma’s energiediversificatie en energiebesparing, op wettelijke basis
  10. Informatie en communicatie: vergroting publiek draagvlak in samenleving, en betrokkenheid van bedrijfsleven en lagere overheden

Hoofdlijn 1: Voorzieningszekerheid elektriciteit 

Schilderij van inmiddels (bijna) gesloopte kolencentrale te Nijmegen
Marena Seeling: Olie op linnen (2013) 120 x 100 cm

In de relatief dichtbevolkte West-Europese landen, ook in Nederland, is continue levering van elektrisch vermogen noodzakelijk. Waar de beschikbaarheid van kolen- en gasvermogen afneemt, blijft kernenergie de enige mogelijkheid om voldoende basisvermogen te leveren. Deze optie wordt noodzakelijk, wanneer opslag van CO2 via CCS onmogelijk blijft en moderne kolencentrales moeten sluiten. Bovendien dienen enkele gascentrales beschikbaar te blijven om pieken in de energievraag op te vangen. Duurzaam opgewekte elektriciteit draagt bij aan de voorzieningszekerheid, wanneer de discontinuïteit van levering wordt voorkomen of beperkt door opslagsystemen. Deze benadering leidt tot de volgende actiepunten voor het waarborgen van de voorzieningszekerheid voor elektriciteit 

  1. Waarborgen van continue stroomlevering van door (geleidelijke) vervanging van kolengestookte centrales door kerncentrales
  2. Indien noodzakelijk: incidentele inschakeling van gascentrale
  3. Op korte termijn: tijdelijke verruiming grenswaarde kolencentrales
  4. Op langere termijn: realisering van opslagsystemen voor beheer van overtollige zon- en windenergie

Hoofdlijn 2: Voorzieningszekerheid gas

Gasinfrastructuur – Vervanging van gietijzeren door plastic buizen in Voorjaar 2022 in Nijmegen
(Foto: Ad Lansink)

De gasinfrastructuur inclusief enkele gascentrales blijft van betekenis, ook na beëindiging van de gasproductie in Groningen. Noors gas is een goede transitie-brandstof, ook om thermodynamische redenen. Daarnaast is het gasnet van waarde voor de waterstof-economie en de inzet van biogas, verkregen uit de verwerking van groen-afval. Omzetting van overschotten aan duurzame elektriciteit bij een te groot aanbod van zon- en windenergie in waterstof dient een meervoudig doel: opslag en transport van energiedrager, grondstof voor industrieel processen, en brandstof voor mobiliteit. Marktwaardeverliezen van zon- en windenergie worden daarmee voorkomen. Deze benadering lijdt tot de volgende actiepunten voor het waarborgen van de gasvoorzieningszekerheid:

  1. Tijdelijke, gelimiteerde productie uit Groningenveld i.o.m. Advies Mijnbouwraad), gekoppeld aan snelle en ruimhartige compensatie van de aardbeving schades;
  2. Activeren en intensiveren van kleine veldenbeleid op Noordzee inclusief vergunning voor het veld ten noorden van Schiermonnikoog
  3. Vergroting van import, ook in de vorm van LNG
  4. Behoud van gasinfrastructuur, ook voor biogas en waterstof

Hoofdlijn 3: Tijdelijke en blijvende opslag van CO2

Biomassa: houtbewerking of brandstof (Foto: Ad Lansink

De voorlopig nog noodzakelijke inzet van fossiele energiebronnen in de vorm van steenkool en gas vergen opslag van CO2, wil aan de zware emissiereductie doelstellingen voldaan worden. Ook het streven naar negatieve CO2-reductie maakt CCS en andere opties voor opslag opportuun. CO2 kan ook een belangrijke rol spelen in de transitie naar circulaire economie, zowel via CO2-sequestratie, het vastleggen van CO2 in bouwmaterialen als via de korte biomassa-kringlopen. Tegen deze achtergrond zijn de volgende actiepunten van betekenis, ook voor het geval van beperkte reductiemogelijkheden

  1. Onderzoek naar opslag van CO2 in lege on-share gaslocaties, waarbij risico op aardbevingen kan worden verkleind 
  2. CO2-sequestratie in relatie tot circulaire economie
  3. Aanplant van bomen en snelgroeiende gewassen (circulaire biomassa)

Hoofdlijn 4: Verruiming zonne-energie-vermogen

Zonneboom van Andreas Hetfeld in Nijmegen (Foto: Ger Loeffen)

Verduurzaming van energie moet krachtig worden voortgezet. De natuur levert met zon, wind en water (indien beschikbaar) onuitputtelijke bronnen, waarmee op termijn de energievraag grotendeels kan worden gedekt. Maar discontinuïteit van zon- en windenergie vereist wel tijdige ontwikkeling van opslagsystemen. Waar fysieke opslag van windenergie via waterbekkens moeilijk realiseerbaar is, resteren opties als directe omvorming tot en tijdelijke opslag van waterstof, en opslag van zonne-energie in de accu’s van het geëlektrificeerde wagenpark. Voorkomen moet worden, dat hernieuwbare energie andere waarden schaadt. Denk aan verlies van biodiversiteit en van groene ruimte door aanleg van grote zonne-energie-velden. Voor de verrruiming van het zonne-energievermogen zijn de volgende actiepunten van betekenis:

  1. Versnelling uitbreiding zonne-energie met name door groter arsenaal op bedrijfsgebouwen
  2. Uitbreiding en verzwaring van netcapaciteit
  3. Stimulering van klein en middelgrote accu-oplaadsystemen, ook voor thuisgebruik
  4. Bevordering van de inzet van zonnestroom voor electrisch rijden

Hoofdlijn 5: Verruiming wind-energie-vermogen

Windpark Egmond aan Zee

De omvang van het terecht toegenomen vermogen uit off-shore windparken vergt rechtstreekse opslag van de niet direct inzetbare stroom. Omzetting in waterstof leidt bij een geleidelijke verlaging van de kosten van electrolysers tot een aanvaardbare businesscase. Specifieke actiepunten voor windenergie zijn:

  1. Verdere vergroting van offshore capaciteit
  2. Faciliteiten voor omzetting van niet inzetbare stroom in groene waterstof
  3. Versnelde inzet van waterstoftechnologie
  4. Stimulering van windenergie op bedrijfsterreinen

Hoofdlijn 6: Continuïteit van afval-energie-centrales

Producten uit Afval-Energie-Centrale

De inzet van biomassa – vooralsnog een van de meest belangrijke bronnen voor hernieuwbare energie – roept vraagtekens op door de komaf van de bijgestookt materialen. Hoogwaardiger toepassingen verdienen voorrang boven massale inzet voor stroomproductie. Niettemin kunnen moderne afvalverbranders een forse bijdrage leveren aan de productie van elektriciteit en warmte. Bovendien dragen zij via de levering van CO2 bij aan de agrobusiness van tuinbouwbedrijven. Voor de afval-energiecentrales gelden de volgende actiepunten:

  1. Verlenging van levensduur i.v.m. continue elektriciteitsproductie
  2. Inzet van afvalwarmte voor warmtenetten
  3. Faciliteren van CO2-opvang en doorlevering aan tuinbouwsector
  4. Hergebruik van vlieg- en bodemassen

Hoofdlijn 7: Financiële aspecten

De zorgplicht van de overheid vergt, dat het beleid gestoeld wordt op universele uitgangspunten: achtereenvolgens gerechtigheid, duurzaamheid, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Beleid, gebaseerd op deze waarden zal bij een groot deel van de samenleving de onvrede wegnemen, zowel in materiële als niet-materiële zin. Deze benadering vereist wel, dat doel en samenhang van de maatregelen zichtbaar worden gemaakt. Gerechtigheid leidt tot de hoofdlijn, dat bij de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Gerechtigheid vereist ook, dat bij klimaatbeleid niet volstaan wordt met de vervuiler betaalt. Een faire lastenverdeling vergt, dat een groot deel van de kosten van klimaat- en transitiebeleid betaald worden uit de algemene middelen, gevoed door het draagkrachtbeginsel, dus volgens progressief tarief. Het vervuiler-betaalt-principe is vervolgens de grondslag voor CO2-beprijzing, energiebelasting, accijnzen en rekeningrijden. Een deel van die middelen kan gebruikt worden voor een energie-transitiefonds. 

  1. Instelling Nationaal Energietransitie-fonds
  2. Partiele voeding uit Algemene middelen
  3. Voeding van fonds uit extra aardgasbaten en doelheffingen
  4. Relatie tot Klimaatfonds regelen

Hoofdlijn 8: Sociaaleconomische aspecten

De Europese sanctiemaatregelen tegen Rusland als reactie op het binnenvallen van Oekraine lieten de energiemarkten niet onberoerd. Hoewel verwacht werd dat Gazprom de gaskraan als reactie volledig of tenminste gedeeltelijk zou dichtdraaien, heeft de forse stijging van de gasprijzen de overheden en marktpartijen verrast, ook omdat ook de prijzen van de overige fossiele energiedragers in de eerste helft van 2022 aanzienlijk zijn gestegen. Bedrijven en huishoudens worden geconfronteerd met steeds hogere energieprijzen, waardoor de roep om compensatie van overheidswege steeds luider wordt. Betaalbare energie wordt soms zelf als voorzieningszekerheid benoemd. Een integrale aanpak van de transitievraagstukken leidt tot de volgende actiepunten:

  1. Toepassing van draagkrachtbeginsel: verlaging inkomsten- en verhoging vermogensbelasting, verhoging minimumloon
  2. Onorthodoxe maatregelen: prijsdifferentiatie of toekenning persoonlijk CO2-budget
  3. Wijziging van BTW-regiem (naar analogie van Duitsland)
  4. Beoordeling en wijziging systematiek energiebelasting
Jaarverbruik kWh0-30003001-40004001-5000> 5000
‘Oud’ tarief0,25
Marktconform0,40
Met Toeslag0,500,55
Model -Voorbeeld prijsdifferentiatie stroomtarieven huishoudens
Lagere inkomens worden ontzien, wel aangemoedigd om zuinig om te gaan met energie. . De andere inkomens betalen b meer. Uit die overwinst kan de leverancier het verschil dekken tussen modale prijs en werkelijke kostprijs.

Hoofdlijn 9: Procedurele aspecten

Het borgen van de energievoorzieningszekerheid in relatie tot energiediversificatie en energiebesparing vergt een structureel, voortschrijdend meerjarenplan op wettelijke basis. Het Nationaal Milieeubeleidsplan kan daarbij tot voorbeeld strekken. Onderzocht moet worden, op welke wijze de stakeholders – bedrijfsleven, lagere overheden, milieuorganisaties – bij de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenplan worden betrokken. Actie- dan wel aandachtspunten zijn daarbij:

  1. Opstelling van bindend Meerjarenplan naar analogie van NMP
  2. Onderscheid korte (2025), middellange (2030) en lange (2040) termijn
  3. Inbouw evaluaties (2024, 2028, 2025) met mogelijkheid van bijstelling
  4. Instelling externe Raad van Advies

Hoofdlijn 10: Informatie en communicatie

Interne en externe communicatie – Schema uit ‘Challenging Changes : Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy by Ad Lansink

Het draagvlak voor tijdelijke en blijvende transities vereist tijdige en zorgvuldige informatie van de samenleving. Het bedrijfsleven en de lagere overheden moeten kunnen rekenen op een goede communicatie met de rijksoverheid. Digitale raadpleging van huishoudens en individuele personen vergroot de betrokkenheid bij de transities, waarvoor de samenleving zich gesteld ziet.

  1. Publieksinformatie via permanente campagne
  2. Communicatie met stakeholders
  3. Speciale aandacht voor gevoelige thema’s zoals de ondergronds opslag van CO2 en de langdurige opslag van radioactief afval
  4. Ontwikkeling van educatieve programma’s

Verantwoording

In de voorjaarsvergadering 2022 van de Werkgroep Energiepoort lag de vraag op tafel, welkeonderwerpen tijdens de najaarsbijeenkomst van Energiepoort aan de orde zouden kunnen komen, in aanwezigheid en met inbreng van de minister van Klimaat en Energie. Zou de bewindsman verhinderd zijn, dan zouden met enkele leden van de Tweede Kamer de actuele situatie op de energiemarkt besproken kunnen worden, inclusie de vraag hoe Nderland het vraagstuk van de energievoorzieningszekerheid zou kunnen of moeten aanpakken. Mijn suggestie om een aanzet op papier te zetten werd door de leden van de Werkroep Energiepoort op prijs gesteld. Deze notitie is geschreven op persoonlijke titel.

Met waarheid vertrouwen winnen

Truth and Trust: wijze woorden die blijven gelden na de aanslag op de Amerikaanse democratie tijdens de ‘Stop the Steal’ demonstratie en protestmars naar en in het Capitool in Washington DC op 6 januari 2021

Truth: Photo by Michael Carruth on Unsplash (Courtesy)

1: Wie op 6 januari 2021 via livebeelden van CNN de bestorming van Capitol Hill volgde, wist meteen dat na de markering van 2020 als jaar van de Covid19 pandemie, ook 2021 in alle nog te verschijnen geschiedenisboeken een opvallende plaats zal krijgen. Toen enkele dagen na de presidentsverkiezingen van 3 november 2020 vast stond, dat Democraat Joe Biden Republikein Donald Trump had verslagen, werd al verwacht dat de verliezer zich niet bij zijn nederlaag zou neerleggen. Ruim voor de verkiezingen had ‘serieleugenaar’ Trump al twijfel gezaaid door te speculeren over de fraudegevoeligheid van de poststemmen. Na de vaststelling van de uitslag – winnaar van de ‘popular vote’ en van de kiesmannen van he ‘Electoral College’ nam zijn verzet groteske vormen aan door het aanspannen van talrijke, op een na allemaal verloren gedingen, tot bij het Supreme Court toe. De vroege aankondiging van de protestmars naar Capitol Hill – uitgerekend op de dag, waarop het Congress de stemmen van de kiesmannen zou ratificeren – bevestigde zijn boze bedoelingen.

Het Capitool achter tralies, 10-22 januari 2021 (Photo: Ian Hutchinson on Unsplash (Courtesy)

2: Bestonden nog twijfels over de bedoelingen van grootspreker Trump – overigens geen groots spreker – dan werden die weggenomen door zijn president-onwaardige opruiing. De al even onbetrouwbare advocaat Guilani had met zijn ‘trial by combat’ de weg geplaveid voor zijn in complottheorieën gelovende vriend. De immense schare Trump-fans – vreemd uitgedoste figuren naast mensen in camouflage pakken, lopende vlaggemasten maar ook van stokken en ander wapentuig voorziene strijders – lieten zich Trump’s aansporing om naar het hart van de Amerikaanse democratie te trekken geen twee keer zeggen. Voor zijn aanhangers hoefde Trump niet in herhaling te vallen, voor zichzelf wel. De bestorming en (tijdelijke) verovering van het Capitool werd een trieste maar historische gebeurtenis zonder precedent. Gelukkig bleven de Instituties overeind. De zalen van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat werden ontheiligd, maar de afgevaardigden bleven tot diep in de nacht in de weer. De tegenstemmen van (te) veel Republikeinen bij de ratificatie stonden definitieve bekrachtiging van President Joe Biden en Vicepresident Kamela Harris niet in de weg..

3: Beschrijving van de taferelen binnen het Capitool is onnodig, ook gelet op de livebeelden, en de vele foto’s en filmbeelden die de dagen na de bestorming opdoken. Wie met mij de afgelopen weken de dramatische ontwikkelingen in de Verenigde Staten op zich heeft laten inwerken, kan tot geen andere conclusie komen dan afkeuring van Trump’s opzichtige poging om de democratie van de Verenigde Staten naar zijn autocratische hand te zetten. In zijn hoofd had hij met zijn onwaarheden en bedenksels een eigen werkelijkheid geschapen. Hij werd daarin bevestigd door zijn fans, waarvan hij de onvrede en frustratie zo had vergroot, dat zij wel moesten snakken naar een sterke leider. Een dictator hadden zij misschien op de (mis)koop toegenomen. Opvallend was intussen, dat veel politici en commentatoren – om het even op CNN, NBC, AP of ABC News – spraken over de noodzaak van ‘truth’ en ‘trust’: waarheid en vertrouwen dus. In veel analyses en beschouwingen werden die woorden, die slechts een letter van elkaar verschillen, geplaatst tegenover de talrijke leugens van Donald Trump en het forse wantrouwen van het merendeel van zijn aanhangers. De uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft duidelijk gemaakt, dat leugens het afleggen tegen de waarheid en wantrouwen tegen vertrouwen

The Story of the Declaration of Independence: Standaardwerk over de Onafhankelijkheidsverklaring. Persoonlijk Cadeau van Lewis Paul Bremer Bremer, Ambassadeur van de Verenigde Staten (1983-1986)

4: Toen ik in 1984 op uitnodiging van Lewis Paul “Jerry” Bremer III, de in 1983 aangetreden ambassadeur van de Verenigde Staten, een studiereis door Amerika mocht maken, wist ik weinig van het Amerikaanse twee-partijen-stelsel, de scheiding van de machten en de ingebouwde systematiek van ‘checks and balances’. Ik wist natuurlijk wel, dat de Republikeinen de conservatieve rechterzijde van het politieke landschap bevolkten, terwijl de ‘progressieve’ Democraten in het algemeen linksgeoriënteerd waren. Dat de twee machtsblokken hun eigen vleugels hadden lag evenzeer voor de hand als de stabiliteit van het midden, waarin ook Republikeinen en Democraten zich thuis voelden. In dat uitgestrekte midden vonden vooral de geopolitieke ambities een groot draagvlak, inclusief de internationale voorbeeldrol. Ronald Reagan was van 1981 tot 1989 dan ook een nauwelijks omstreden President. Hoewel ik mijn uitnodiging te danken had aan mijn belangstelling voor kernenergie liet de United States Information Agency mij toch vrij in de keuze van de onderwerpen, die ik me in mijn zeven weken lange rondreis eigen wilde maken. Ter voorbereiding van mijn reis door de Verenigde Staten had ik overigens op 4 februari 1984 van Ambassadeur ‘call me’me Jerry Bremer een fraai boek over de Amerikaanse Onafhankelijkheids-verklaring gekregen: een dankbetuiging voor zijn werkbezoek aan Nijmegen (Zie zijn brief ter afsluiting van deze blog).

Opdracht van Ambassadeur Jerry Bremer in The Story of the Declaration of Independence

5: Tijdens mijn boeiende studiereis, en ook de jaren daarna kwam ik steeds meer te weten over de politieke tegenstellingen in de Verenigde Staten, vooral door de bemoeienis van de Amerikanen met internationale conflicten. Dat ik me in latere jaren meer verwant voelde met de Democraten had te maken met het beleid op twee thema’s, die van meet af aan tot mijn werkterrein behoorden: volksgezondheid en milieubeleid. Overigens maakte Nederland zich in het algemeen weinig zorgen over wie in Amerika aan de touwen trok. De Republikeinen Georg H.W Bush (1983-1989) en zijn zoon Georg W. Bush (2001-2009) konden op vrijwel even veel waardering bogen als de Democraten Bill Clinton (1993-2001) en Barack Obama (2009-2017).  Omgekeerd maakten Republikein Ronald Reagan (1981-1989) en zijn politieke vrienden zich wel zorgen om de z.g. Hollanditis, het Nederlandse verzet tegen de plaatsing van kruisraketten op Woensdrecht of Volkel dat met de massale demonstratie bij de Haagse Houtrusthallen een hoogtepunt bereikte. Ruud Lubbers komt de eer toe van een doorbraak in het befaamde dubbelbesluit. Na de val van de Muur in 1989 kon dat moeilijke dossier worden gesloten. De verhouding met de Verenigde Staten werd genormaliseerd

6: Na mijn vertrek uit de Tweede Kamer volgde ik de Amerikaanse politiek op grotere afstand, ook al bleef de interesse voor het tijdloze thema van het klimaatbeleid. De ongedachte komst van Donald Trump in het Witte Huis bracht mijn nieuwsgierigheid terug, ook door de zorgen over het toenemend nationalisme in Europa. Het merkwaardige Amerikaanse kiesstelsel leidde tot de verkiezing van een gewiekste zakenman en volbloed nationalist: een vreemde vogel in het befaamde Oval Office. Wat moest dat worden: een non-politicus en echte populist als president van de machtigste natie van de hele wereld. De mondiale samenleving hield de adem in. Al snel bleek, dat de sleutelwoorden ‘truth’ en trust’ ver te zoeken waren. Trump overdreef naar believen en verkocht de ene leugen naar de andere, Hij bleek een impulsief bestuurder, die meer oog had voor zichzelf dan voor de Amerikaanse samenleving. Internationale verbanden zoals de WHO zag hij niet zitten en mondiale vraagstukken zoals het klimaatbeleid kwamen in zijn narcistische kraam niet te pas.

Ranonkels 20-01-2021: ‘First glimpse of a new vision’, after the ‘zero-strategy chaos (Foto: Ad Lansink)

7: Zes dagen voor zijn beëdiging hield President-Elect Biden een indrukwekkende rede. CNN noemde zijn televisietoespraak ‘the first glimpse of a new, more traditional and detail-oriented vision of presidential leadership after the zero-strategy chaos of the Trump years. Trump’s ‘zero-strategy chaos’, gevoed door leugens, misleiding, ontkenning van de verkiezingsuitslag, verloren gedingen en pogingen tot manipulatie van gekozen bestuurders werd door de bestorming van het Witte Huis een regelrechte test van de Amerikaanse Instituties: het Congress, de Constitutie en de Amerikaanse Krijgsmacht. De eensgezinde legerleiding maakte in een zelden vertoond Memorandum for the Joint Force (Zie Handtekeningen) aan alle militairen duidelijk, dat zij de Constitutie eerbiedigen. ‘As Service Members, we must embody the values and ideals of the Nation’. Daarmee kozen de Instituties voor de democratische rechtsorde, en tegen de pogingen van Donald Trump om een autocratie naar eigen snit te vestigen. Joe Biden op zijn beurt bleef in de dagen voor zijn inauguratie terughoudend. Wel trof hij nauwgezet – ondanks het gebrek aan medewerking van de vertrekkend President – de alle voorbereiding voor een zorgvuldige transitie. Inclusief de formatie van een deskundige, vertrouwenwekkende staf. 

Handtekeningen van Joint Chiefs of Staff of U.S. Army onder het Memorandum for the Joint Staff about the violent riot in Washington D.C. on January 6, 2021

8: Wanneer autocratische politici zoals Trum verslingerd raken aan de macht kunnen zij daar geen afstand van doen. Zij zijn overtuigd van eigen gelijk en omringen zich met louter jaknikkers. Op tegenspraak staat verwijdering uit kabinet of staf. Liegen en bedriegen: daar draait het om. Nu al is evident, dat in de Verenigde Staten overdrijving, misleiding en leugens tijdig zijn ontmaskerd. De roep om een sterke man als gevolg van onvrede en wantrouwen is door de meerderheid van de bevolking niet gehoord. Maar het z.g. Trumpisme is niet dood. Joe Biden, de 46e Amerikaanse President staat daarom voor een immense opgave. Hij moet grote vraagstukken – Covis19 pandemie, economie, sociale inclusiviteit – aanpakken, verzoening teweegbrengen en zijn eigen achterban consolideren, zo niet versterken.  De Constitutie en de overeind gebleven Instituties zullen hem daarbij helpen, in de wetenschap dat de representatieve democratie stoelt op wederzijds vertrouwen. Om met twee trendy stopzinnen te eindigen: Het is wat het is: de waarheid zoeken en vinden, de werkelijkheid onder ogen zien, het vertrouwen herstellen: een enorme uitdaging. We gaan het zien. Hopelijk, in de Verenigde Staten en elders, ook in Europa, ook in Nederland.

Een achteraf historische brief: In het najaar van 1983 kreeg ik een uitnodiging van de Amerikaanse Ambassade in den Haag voor een diner ter ere van het bezoek van Visting Ambassadeur Kennedy, die op doorreis was naar het IAEA in Wenen. Tijdens het diner werd met een twaalftal gasten gesproken over kernenergie. Mijn echtgenote Ans zat tegenover Ambassadeur Lewis Paul Bremer – voor intimi Jerry – en sprak met hem over Nijmegen. Ik vroeg hem bij de afsluiting van het diner of hij interesse had voor een bezoek aan ’that famoud old town’. Hij antwoordde bevestigend. Bij een tweede ontmoeting op een congres in Zandvoort herinnerde ik hem aan mijn invitatie. Op 3 februari 1983 organiseerden burgemeester Frans Hermsen en ik een uitgebreid werkbezoek aan Nijmegen. Dat bezoek werd afgeslotenmet een informele ontmoeting in ons huis aan de Willem Schiffstraat, in aanwezigheid van een veertigtal gasten. Jerry Bremer zou jaren later naam maken als hoofd van de antiterrorisme-afdeling van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, als adviseur van het ministerie van binnenlandse veiligheid en als bestuurder van Irak namens de Coalition Provisional Authority (2003-2004)

Tijd voor verandering

Overhandiging van ‘Challenging Changes’ aan Minister of State for Administrative Reform, Anya Ezzeddine in Beirut  (27-09-2018)

Het ene jaar is het andere niet,

zo schreef ik op de laatste dag van 2017 boven een terugblik op het jaar, dat getekend werd door twee afzonderlijke maar toch met elkaar verbonden gebeurtenissen: de geslaagde open-hart-operatie, en de verschijning van Challenging Changes: mijn Engelse boek over de relatie tussen afvalhierarchie en circulaire economie. Beide gebeurtenissen lieten ook in 2018 hun overkomelijke, zelfs vreugdevolle sporen na. Overkomelijk was de nodige medicatie om de met vijf bypasses weer goed werkende kransslagader te behoeden voor nieuw ongerief. De na de revalidatie voorgeschreven trainingsuren waren moeilijker vol te houden. Vandaar de heuse belofte aan mezelf voor 2019: opnieuw beginnen met dagelijks trainen aan de ‘hand’ van hometrainer Fit Bike en software Kinomap. Met enig geduld en veel doorzettingsvermogen moet dat lukken.

 

Boegbeelden delen kennis in Libanon: van links naar rechts Derk Greedy, Arne Ragossnig, Ad Lansink en Antonis Mavropoulos in de Parliament Library Hall te Beirut

Vreugdevol: dat woord betreft de follow-up van Challenging Changes, ook blijvend maar van andere orde: aflevering van boeken dichtbij huis maar veraf, tot in Australië en Zuid Amerika toe; presentaties voor uiteen lopende gezelschappen, ook buiten Nederland, met als uitschieters Stockholm, Beirut, Johannesburg en Kuala Lumpur; en nadenken over een ebook-versie van Challenging Changes. Tussen de bedrijven leverde ik via een lang videogesprek een bijdrage aan Global Dialoque on Waste: de jaarlijkse reeks webinars van de toonaangevende website Bewastewise, opgericht door afval- en recycling-kenner Ranjith Anepu. Het in 2014 vooral door inspirator Jan Storm beoogde doel – internationale verspreiding van de Ladder van Lansink als routemap voor circulaire economie – werd in 2018 echt werkelijkheid.

 

Ad Lansink in Kuala Lumpur: It’s time for change, all over the world, let’s do it together

Absolute hoogtepunten waren de toekenning van de ISWA Publication Award tijdens het ISWA World Congress 2018 in Kuala Lumpur, en kort daarvoor de invitatie voor WasteCon 2018 in Johannesburg: de 24e tweejaarlijkse conferentie van het Institute of Waste Management of Southern Africa, waar ik de openingsvoordracht mocht verzorgen, en tijdens twee workshops presentaties mocht geven. Johannesburg blijft mij bij door de ontroering bij het gezamenlijk zingen van het Afrikaanse, meertalige volkslied, en door de oprechte en inhoudelijke  interesse voor de lijnen, die ik in Challenging Changes heb uit(een)gezet. De discussies Johannesburg maar ook in Stockholm, Beirut en Kuala Lumpur sterken mij in de overtuiging, dat alle politici en beleidmakers, de noodzaak van internationale samenwerking moeten erkennen. Zoeken naar wat verbindt, en vinden van universele waarden daar gaat het om: It’s time for change, all over the world.

 

Ook Christoff De letter en zijn echtgenote zijn blij met Challenging Changes

Een dag na de terugkeer uit Kuala Lumpur mocht ik de tentoonstelling van Harrie Gerritz openen, bij Galerie Wim de Natris in Nijmegen. De titel van de expositie met fotowerken –  Onderweg – sloot  goed aan bij de trips naar plaatsen en continenten, waar ik nooit eerder was geweest. Vliegangst en vliegschaamte – een van de trefwoorden van 2018 – maakten plaats voor nieuws- en leergierigheid, ook in het ooit verdeelde Beirut, waar na de burgeroorlog de weg naar broederschap is teruggevonden, met vallen en opstaan maar toch. Onderweg naar (h)echte broederschap: dat zou een hartewens kunnen zijn voor een in meer opzichten ‘schappelijke’ samenleving in 2019: vriendschap, broederschap, gemeenschap: kortom maatschappelijk. Of dat lukt valt evenmin te voorspellen als de beurskoersen. Maar de inzet is meer dan de moeite waard nu de wereld op meer plaatsen in onzekerheid verkeert. Politieke moed en een heldere lange termijn visie zijn meer dan ooit geboden.

 

ISWA-President Antonis Mavropoulos kijkt met zelfvertrouwen naar 2019

Wereldreiziger, zo riepen vrienden onlangs tegen me. Inderdaad, in het jaar waarin Nijmegen de eretitel Green Capital Europe 2018 mocht dragen, legde ik met KLM, Air France en Emirates meer kilometers af dan ooit tevoren: een kleine 40.000 km, zo’n beetje de hele wereld rond. Het was een groot voorrecht om oude en nieuwe internationale gangmakers te ontmoeten. Boegbeelden van de afval- en recyclingwereld – om een term uit Nijmeegs bestuurlijke woordenboek te gebruiken – zoals Antonis Mavropoulos uit Griekenland en Derk Greedy uit Engeland (beide actief bij ISWA), Leon Grobbelaar en Linda Godfrey (beide betrokken bij IMWSA (Zuid Afrika), en niet te vergeten Par Larshans van de Ragn Sells Group in Stockholm. Ervaringen uitwisselend, pratend en discussiërend kwamen we steeds en overal tot de conclusie, dat de transitie naar een rechtvaardige en duurzame samenleving moeilijk maar noodzakelijk is. Wederzijdse bemoediging en ondersteuning bleven niet uit, integendeel. 

 

Op naar een voorspoedig 2019, niet met vuurwerk maar met het veelkleurig licht van Kuala Lumpur

De transitie wordt een pittige opgave nu de verrechtsing van de samenleving lijkt door te zetten. Wanneer liegen en bedriegen – zie het verkeerde rolmodel Trump – het nieuwe normaal wordt, dan dreigt een verdere uitholling van broederschap en gemeenschap, met alle nadelige gevolgen van dien. Het wordt tijd, dat politici met oog voor de universele waarden zich teweer stellen tegen de predikers van angst, en tegen de – soms zelfs professorale betweters – die klimaatverandering ontkennen en egotripperij verheerlijken. De gesprekken tijdens de onvergetelijke trips naar Beirut, Johannesburg en Kuala Lumpur – notabene stuk voor stuk opkomende landen = hebben mij gesterkt in de overtuiging, dat 2019 en 2020 een ommekeer kunnen betekenen, in overeenstemming met de lijnen van Laudato Si, de encycliek, waarin Paus Fransiscus de verbinding legt tussen gerechtigheid en duurzaamheid.

 

Klimaat: woord en daad aan Kabinet en Kamer

Ongevraagd advies voor premier Rutte en coalitie, op weg naar haalbaar klimaatbeleid

Sturing blijft noodzakelijk

De krantenkoppen spreken duidelijke taal: ‘Nederlandse CO2-uitstoot in 2020 veel hoger dan aangenomen’ kopt NRC op 5 december. Een dag later: ‘Wereldwijde CO2-uitstoot piekt in weerwil van Parijs-akkoord’, aldus het FD. Kyoto, Kopenhagen, Parijs: protocollen en akkoorden, het blijven woorden zonder lading, breed gedragen begrippen maar vrijwel inhoudsloos. Politici en beleidmakers hollen achter de feiten aan zonder de werkelijkheid in te halen. Het is nog geen race tegen de klok, wel tegen een verdeelde samenleving , die gewend is aan een forse welvaart en verwend met allerhande technologische ontwikkelingen. Rijd in het spitsuur op autosnelwegen of bezoek de vertrekhal van Schiphol om te beseffen wat mobiliteit beteken. Wandel langs verwarmde terrassen of bezie de verlengde openingstijden in winkelcentra om met eigen ogen het consumentisme te zien. Tussen de woorden van het klimaatbeleid en het menselijk gedrag gaapt een kloof, versterkt door de onvrede van mensen, aan wie de welvaart voorbij is gegaan. De politici zijn een (te?) gemakkelijke kop van jut. Onbegrijpelijk is dat niet, want marktwerking is nog altijd het parool, terwijl sturing geboden lijkt. De vrije markt kent schaduwzijden en globalisering is onvermijdelijk.

Regeren is vooruitzien, met of zonder akkoorden

Hoe de clash tussen woord en daad te voorkomen: dat is de bange vraag van politici, die niet de waan van de dag tot uitgangspunt van hun denken en doen willen maken. ‘Coalitie mort over ‘duur’ Klimaatakkoord’, aldus het AD, dat de lezer herinnert aan het zelfbenoemde ‘groenste Regeerakkoord’. Het ene akkoord is het andere niet. Zoveel is intussen duidelijk. Mag ik – terug bij het klimaatbeleid – een bescheiden poging doen om een advies te schrijven voor premier Rutte. Hij kent immers de stevige plaats van het klimaatbeleid in het Regeerakkoord, en sprak hopelijk niet voor niets klare taal in zijn spraakmakend interview voor CNN. Bijgestaan door minister Wiebes en enkele mensen met verstand van zaken dient de premier een even beknopt als helder document te schrijven met dank aan de klimaattafels, en zonder inschakeling van het kennelijk verlammend ‘cockpitsberaad’. Dat document zou hij vervolgens aan het kabinet moeten voorleggen, met de boodschap ‘take it or leave it’. Wijzen zijn collega’s zijn aanpak af, dan is het einde verhaal. Een soortgelijke boodschap heeft premier Rutte voor het parlement. Is de meerderheid overtuigd van de noodzaak van actie, en bereid over de eigen schaduw heen te springen, dan vallen er zaken te doen, ook met de samenleving. Vandaar mijn advies:

Bron: Hans Custers: Geen pauze, geen versnelling: de opwarming van de aarde gaat in gestaag tempo door. klimaatverandering.wordpress.com (29 april 2017)

1 Zorgplicht vergt actief klimaatbeleid

Mijn advies op hoofdlijnen omvat negen uitgangs- en actiepunten en een extra aandachtspunt. Dat het samen tien punten zijn geworden berust op toeval, de inhoud niet. Die inhoud begint met de aanvaarding van de noodzaak van een actief klimaatbeleid.  Kijk naar de oplopende temperatuur, en lees alle IPCC-rapporten. De zorgplicht van de overheid dwingt tot actief klimaatbeleid, het (wellicht veiliger) voorzorgbeginsel ook. Dat beginsel was ruim 20 jaar geleden de eensgezinde opvatting van de parlementaire onderzoekcommissie klimaatbeleid. Discussie over dit uitgangspunt lijkt ook overbodig, gelet op het Regeerakkoord 2017.

2 Klimaatbeleid vergt coherente aanpak op basis van kernwaarden

De vier kernwaarden, waarop het klimaatbeleid gestoeld moet worden zijn universele uitgangspunten met een ook internationale strekking:  achtereenvolgens gerechtigheid, rentmeesterschap (duurzaamheid), solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Beleid dat gestoeld wordt op deze waarden zal bij een groot deel van de samenleving de onvrede wegnemen, in materiële en immateriële zin, temeer wanneer de samenhang tussen de achtergronden van de onvrede en van de maatregelen zichtbaar wordt gemaakt. 

3 Financiering klimaatbeleid deels uit algemene middelen

De materiële vertaling leidt tot de hoofdlijn, dat voor de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Gerechtigheid vereist, dat bij klimaatbeleid niet volstaan wordt met de vervuiler betaalt. Een faire lastenverdeling vergt, dat een groot deel (50 %?) van de kosten van klimaatbeleid betaald wordt uit de algemene middelen, gevoed door het draagkrachtbeginsel, dus volgens progressief tarief. Het vervuiler betaalt principe is vervolgens de grondslag voor CO2-beprijzing, energie-belasting, accijnzen en rekeningrijden.

4 Meersporen-aanpak via besparing en ruime diversificatie

Verduurzaming van energie moet krachtig worden voortgezet. Wind, zon en water vormen – indien beschikbaar – onuitputtelijke bronnen waarmee op termijn de energievraag grotendeels kan worden gedekt. Maar discontinuiteit vereist wel tijdige ontwikkeling van opslagsystemen. Waar fysieke opslag van windenergie via waterbekkens moeilijk realiseerbaar is, resteren opties als directe omvorming tot en tijdelijke opslag van waterstof, en opslag van zonne-energie in de accu’s van het geëlektrificeerde wagenpark. Voorkomen moet worden, dat hernieuwbare energie andere waarden schaadt. Denk aan verlies van biodiversiteit en van groene ruimte door aanleg van grote zonne-energievelden.

5 Koppel  duurzame bronnen aan opslagsystemen

Wind, zon en water vormen – indien beschikbaar – onuitputtelijke bronnen waarmee op termijn een groot deel van de energievraag kan worden gedekt. Maar discontinuiteit vereist wel tijdige ontwikkeling van opslagsystemen. Waar fysieke opslag van windenergie via waterbekkens moeilijk realiseerbaar is, resteren opties als directe omvorming tot en tijdelijke opslag van waterstof, en opslag van zonne-energie in de accu’s van het geëlektrificeerde wagenpark. Voorkomen moet worden, dat hernieuwbare energie  andere waarden schaad. Denk aan verlies van biodiversiteit en van groene ruimte door aanleg van grote zonne-energievelden

6 Leveringszekerheid vergt moderne kolen (of kern)centrales

In de relatief dichtbevolkte West-Europese landen, ook in Nederland, is continue levering van elektrisch vermogen noodzakelijk. Waar de beschikbaarheid van kolen- en gasvermogen afneemt, blijft kernenergie de enige mogelijkheid om voldoende basisvermogen te leveren. Deze optie moet overwogen worden, wanneer opslag van CO2 via CCS onmogelijk blijft en moderne kolencentrales toch moeten sluiten. Bovendien dienen enkele gascentrales beschikbaar te blijven om pieken in de energievraag op te vangen.

7 Behoud voor gasinfrastructuur voor waterstof en biogas

De gasinfrastructuur inclusief enkele gascentrales blijft van betekenis, ook na beëindiging van de gasproductie in Groningen. Noors en Russisch gas zijn een goede transitie-brandstof, ook om thermodynamische redenen. Daarnaast is het gasnet van waarde voor de waterstof-economie en de inzet van biogas, verkregen uit de verwerking van groen-afval.Omzetting van overschotten aan duurzame elektriciteit bij een te groot aanbod van zon- en windenergie in waterstof dient een meervoudig doel: opslag en transport van energiedrager, grondstof voor industrieel processen, en brandstof voor mobiliteit. Marktwaardeverliezen van zon- en windenergie worden daarmee voorkomen.

8 Inzet biomassa blijft even omstreden als noodzakelijk

De inzet van biomassa – vooralsnog een van de meest belangrijke bronnen voor hernieuwbare energie – roept wel vraagtekens op door de komaf van de bijgestookt materialen. Hoogwaardiger toepassingen verdienen voorrang boven massale inzet voor stroomproductie. Moderne afvalverbranders kunnen wel een forse bijdrage blleveren aan de productie van elektriciteit en warmte. Via de afzet van  CO2 dragen zij bij aan de agrobusiness van tuinbouwbedrijven.

9 Beperk mobiliteit, hoe moeilijk te verkopen ook

Verkeer en vervoer zijn tot op heden ontzien, ondanks de forse bijdrage aan de CO2-emissies. De verruiming van de maximum-snelheid staat zelfs haaks op de visie inzake energiebesparing. Datzelfde geldt voor de welwillendheid, waarmee de luchtvaart tegemoet is getreden. De wisselvalligheid bij de stimulering van de elektrificatie van het wagenpark is evenmin bevorderlijk voor actief klimaatbeleid. Rekeningrijden mag daarom niet langer uitgesteld worden, en de luchtvaart behoeft niet langer meer te worden ontzien.

Extra aandachtspunt : bevestig de relatie met circulaire economie

De onmiskenbare relatie tussen klimaatbeleid en circulaire economie blijkt uit de forse vermindering van CO2-uitstoot, die gerealiseerd kan worden bij de transitie naar circulariteit. Een tot nu toe vergeten invalshoek bij het klimaatbeleid. Denk bij voorbeeld aan het hergebruik van CO2 in bouwmaterialen en andere vormen van CO2-sequestratie. Lees Challenging Changes: en besef de uitdaging voor overheid, consumenten en producenten. Hergebruik van producten en materialen levert een pittige bijdrage door de energie, die opgeslagen ligt in materialen als aluminium, staal, beton en kunststoffen. Afstemming en coördinatie zijn geboden, ook om industriepolitieke redenen. Een evenwichtig systeem van CO2-beprijzing biedt uitkomst, wanneer in internationaal verband afspraken kunnen worden gemaakt. Consistentie vereist wel, dat de BTW niet wordt verhoogd op diensten, die verlenging van levensduur (reparatie, renovatie) faciliteren.

Cover Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy



Links- of rechtsom meestribbelen

Zwerfvuil zoeken langs de Waal (Foto: Dar)

Troostbericht voor Statiegeldalliantie
De discussie over invoering van het statiegeld op kleine plastic flesjes en op blikjes om zwerfvuil te bestrijden heeft een nieuwe uitdrukking opgeleverd. Linksom of rechtsom, een alternatief voor de woorden ‘hoe dan ook’ hoewel over het ‘hoe’ evenmin zekerheid bestaat als over de rol van statiegelden. Het ‘meestribbelende’ bedrijfsleven krijgt tot 2020 de kans om het plastic van het zwerfafval met 70% te verminderen. Blikjes – vast onderdeel van vrijwel alle zwerfvuil – blijven voorlopig buiten schot, tot teleurstelling van het grote aantal gemeenten, dat zich inmiddels bij de Statiegeldalliantie heeft aangesloten. Meestribbelen: ook een nieuwe term in het jargon van ‘framers’ en andere leden, die naar woorden zoeken om onzekere tijden te beschrijven. Een kleine vier jaar geleden schreef ik al, dat de ‘besluitvorming over de statiegelden een gebed zonder einde leek te worden’, hardop gebeden door predikheren van het eigen belang: producenten, die geen statiegeld willen uit vrees voor lastenverzwaring; supermarkten, die de rompslomp van verpakkingen liever kwijt dan rijk zijn; en fanatieke statiegeld-fans die kosten noch moeite sparen om het middel van het statiegeld tot ultiem doel te verheffen.

Verpakkingsmateriaal (Foto: Ad Lansink)

Motie van Rijn-Vellekoop/Lansink (1989)
Over statiegelden kan ik meepraten sinds ik met collega van Rijn-Vellekoop (PvdA) ibijna 30 jaar geleden een motie (1) door de Tweede Kamer loodste met het verzoek om brede invoering van statiegelden. Breed, omdat we naast glazen verpakkingen ook metalen blikjes en – van andere orde – batterijen wilden aanpakken. We hadden ontdekt, dat de inzameling en opwerking van batterijen herbruikbare materiaalstromen op kon leveren. Ook toen al had het bedrijfsleven de grootst mogelijke moeite met financiële beleidsinstrumenten als statiegelden, retourpremies en verwijderingsbijdragen. Enkele dagen na de aanvaarding van de statiegeld-motie vroeg CDA-fractievoorzitter Bert de Vries mij om alsnog te gaan praten met Philips. Aldus geschiedde. Leni van Rijn en ik kregen in het Haagse lobbykantoor van Philips te horen, dat de top van Philips zich krachtig zou verzetten tegen welk financieel beleidsinstrument ook. De vrije markt moest haar werk (kunnen) doen, zo luidde de boodschap. Het gesprek leverde niets op. Maar de motie evenmin, de gedeeltelijke invoering van verwijderingsbijdragen uitgezonderd.

Zwerfafval: Blikjes maar ook drankkarton

Toen hergebruik, nu zwerfvuil
Een opvallend verschil tussen vroeger en nu is het doel van de statiegelden. Destijds dachten we vooral aan gescheiden inzameling van relatief zuivere monostromen als glas, metaal en (later) ook kunststoffen. Nu is het verminderen en voorkomen van zwerfvuil kennelijk het hoofddoel, gelet ook op het onderzoek naar de hoogte van statiegeld: tien cent of een kwartje, dat scheelt meer dan een slok cola. Zelf heb ik nooit begrepen, waarom statiegelden op bierflesjes door Jan en alleman zijn geaccepteerd, maar wijnflessen geen schijn van kans maken. Tussen statiegelden op grote en kleine plastic flessen bestaan geen principiële, hooguit praktische verschillen. Blikjes, hoewel in 1989 ook onderwerp van de motie zijn wel een verhaal apart, omdat nascheiding uit restafval of gemengd verpakkingsafval bruikbare mono-metaal-stromen oplevert. Intussen valt wel op, dat sommige leden van de Statiegeldalliantie geen bezwaar aantekenen tegen de gemengde inzameling van alle drankverpakkingen, of ze nu van plastic, karton, blik of gemengd plastic gemaakt zijn. De te verwachten voorkeur voor bronscheiding wordt ingeruild tegen de te gemakkelijke acceptatie van nascheiding. Het verlies aan kwaliteit wordt daarbij op de (mis)koop toegenomen.

Batterijen: te kust en te keur

Bronscheiding
Die dubbelslachtige benadering staat op gespannen voet met de toenemende belangstelling voor circulaire economie. Het sluiten van kringlopen vergt de inzet van kwalitatief hoogwaardige monostromen, in welke product- of verpakkingsketen ook. De Chinese overheid heeft dat beter begrepen dan de fans van nascheiding. De recente ‘Chinese ban on foreign waste’ belemmert de export van secundaire materiaalstromen uit Europa, Australië en USA naar het land van de rijzende zon, overigens ook tot verdriet van sommige Chinese afvalverwerkers, die kans zagen aan het ingevoerde materiaal nog wat te verdienen. De Chinese toepassing van het beginsel van de zelfvoorziening – ooit ook in Nederland uitgangspunt van het afvalbeleid – laat overigens nog wel ruimte voor import van afvalstromen. Voorwaarde is wel, dat dan aan alle, betrekkelijk scherpe kwaliteitseisen moet worden voldaan. Het verminderen en voorkomen van zwerfafval zou dus meer een bijvangst moeten zijn naast het hogere doel van bronscheiding, gescheiden inzameling van monostromen, die het hergebruik optimaliseren en daarmee de circulaire economie bevorderen. Het wachten is op 2020, tenzij de teleurgestelde Statiegeldalliantie alsnog gehoor vindt bij staatssecretaris Stientje van Veldhoven en bij de Tweede Kamer.

De gemakzucht voorbij
Alle beleidmakers zouden intussen moeten nadenken over de vraag hoe alle zwerfvuil, dat niet onder de eventuele statiegeld-regeling valt – folies, medicijnenstrips, drankkartons, stukken papier, peuken, plastic schaaltjes  – voorkomen kan worden. Producentenverantwoordelijkheid  is mooi en terecht, maar vlak ook de verantwoordelijkheid van consumenten niet uit. Is het gemakzucht of slordigheid, die afgedankte verpakkingen en ander spul in de berm doen belanden? Invoering van statiegeld op plastic flesjes en blikjes zal ongetwijfeld helpen. Maar niet genoeg. Moeten er nog meer allianties worden opgericht, onder het motto: de gemakzucht voorbij? Of zal de geleidelijke transitie naar circulaire economie de gemakzuchtige burger meer milieubewustzijn bijbrengen? De toekomst zal het leren.

(1) Motie Van Rijn-Vellekoop/Lansink, Kamerstuk II 1989-1990, 21 137 nr. 38

 

Donor van nee tenzij naar ja mits

Wetgeving actieve donorregistratie: een kwestie van vallen en opstaan

Hoofdrolspelers wetgeving actieve donorregistratie (geen bezwaarsysteem) sinds 1995 volgens Dagblad Trouw (15 februari 2018) : Ad Lansink (CDA) – Agnes Kant (SP) – Pia Dijkstra (D66)

Al tijdens de schriftelijke behandeling van de wijziging van de Wet op de lijkbezorging – begin jaren negentig – vroeg ik me af of in Nederland het geen-bezwaar-systeem, zoals dat o.m. in Belgie en Frankrijk gangbaar was, haalbaar was. De stevige discussies in de CDA-fractiecommissie volksgezondheid – ook met woordvoerder Frouke Laning – leidden niet tot een doorbraak, maar wel tot nuancering van de vraagstelling. Het grondwetsartikel inzake de onaantastbaarheid van het mensenijk lichaam was – naast de discussie over de vaststelling van de hersendood – de oorzaak van grote terughoudendheid. Door het uitstel van de plenaire behandeling tot na de verkiezingen van 1994 moest ik in 1995 het niet te benijden woordvoerderschap overnemen. Een grondige voorbereiding en gesprekken met deskundigen en belangengroepen overtuigden mij van de noodzaak van een koerswijzing. Van nee tenzij naar ja mits: dat leek een serieuze poging waard. De hele CDA Tweede Kamerfractie volgde mijn benadering en uiteindelijke afweging.

Orgaandonatie en registratie – Infografic
Bron: Nierstichting

Teleurstelling
Het planaire debat liep op meer dan een teleurstelling uit. Dat ik geen steun zou krijgen van de kleine christelijke partijen was te verwachtten, ook na de eerdere discussies in eigen kring. Dat de VVD mij stevig zou aanpakken op grond van de verabsolutering van het zelfbeschikkingsrecht, kon ik aanvoelen, maar de scherpte van de liberale inbreng niet. Uit het overleg van vrijwel alle fracties met de Nierstichting en andere organisaties had ik opgemaakt, dat naast Groen Links en SP steun was te verwachten van PvdA en D66. De goede contacten met de woordvoerders Rob Oudkerk en Roger van Boxtel sterkten mij in de overtuiging, dat het geen-bezwaar-systeem – nu actieve donorregistratie genoemd – een meerderheid kon verwerven. Maar niets was minder waar. Nadat minister Els Borst de inbreng van PvdA en D66 had beluisterd, en bovendien had vastgesteld, dat de VVD niet gediend was van het geen-bezwaar-systeem, vroeg zij om schorsing van de beraadslagingen, nog voor het uitspreken van haar eerste termijn.

Politieke voorkeur van steun (groen) actieve donorregistratie – Bron: Nierstichting

Evaluatiebepaling
Die schorsing zou enkele maanden duren, voldoende tijd om de coalitiepartijen (PvdA, VVD, D66) te verenigen rond een nota van wijziging, waarmee een central donorregister mogelijk werd gemaakt, echter zonder de kenmerken van het geen bezwaar-systeem, en zonder enigerlei vorm van verplichting. Mijn amendementen kregen slechts de steun van SP en het grootste deel van Groen Links, niet van PvdA en D66. die van oordeel waren dat het centrale donorregister voldoende was voor het bereiken vaneen groter aantal potentiele donoren. Ik was daar niet zeker van. Daarom stelde ik een evaluatiepaling voor, die gelukkig een brede steun verwierf. Daarmee was zeker gesteld, dat van tijd tot tijd nagegaan zou worden of de nieuwe systematiek tot een groter aanbod van organen zou leiden. De CDA Tweede Kamerfractie stemde in 1995 tegen die achtergrond in met het wetsvoorstel. Dat bij de eerste de beste evaluatie – ik had inmiddels de Tweede Kamer verlaten – de CDA-ers terugvielen op de onaantastbaarheid van het mensenijk lichaam stelde mij opnieuw teleur. Het collectief geheugden werd weer uitgewist.

‘Staatslijken’
Nog teleurstellender (en kwalijker, maar dat terzijde) was overigens – daags na het eerste debat in 1995 – de opmerking van VVD-fractievoorzitter Bolkesteijn in een radioprogramma. Die Lansink maakt van ons allemaal staatslijken, zo luidde ongeveer zijn boodschap. De verwoording had kennelijk een partijpolitieke achtergrond, want de verkiezingscampagne voor de provinciale staten was intussen van start gegaan. Opvallend genoeg weerklonken onlangs – voor en tijdens de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel van Pia Dijkstra (D66) – soortelijke geluiden in de betogen van tegenstanders van actieve donorregistratie. Zij verkondigen ten onrechte, dat de staat eigenaar wordt van het lichaam van haar ingezetenen. Zij vergeten, dat de overheid – daartoe wettelijk gelegitimeerd – de verplichting oplegt om een keuze te maken. Die vraag wijkt in essentie niet af van de verplichting om een belastingaangifte te doen, of om zich aan de verkeersregels te houden. Van een moeizame afweging was opnieuw sprake, getuige de stemverhoudingen in de Tweede en Eerste Kamer, respectievelijk 75 tegenover 74, en 38 tegenover 36.

Stemverhouding (2016) in Tweede Kamer bij wetsvoorstel actieve donorregistratie (ADR)
Infographic Dagblad Trouw 17 februari 2018

Worsteling
Opmerkelijk is ook, dat – althans in de Eerste Kamer – vrijwel alle wat grotere fracties verdeeld hebben gestemd. De partijen, die sinds kort tot het brede politieke midden behoren (VVD, CDA en PvdA) hadden voldoende voorstemmers in de gelederen om het wetsvoorstel van Pia Dijkstra ()D66) over de streep te trekken.Van nee tenzij naar ja mits: dat is achteraf voor het CDA kennelijk de grootste worsteling geweest, gelet op de afwijzing door de CDA Tweede Kamerfractie en de verdeeldheid in de Eerste Kamerfractie. Zelf steek ik niet onder stoelen of banken, dat ik veel waardering heb voor het doorzettingsvermogen van Pia Dijkstra. Dat de behandeling van het wetsvoorstel in de senaat nieuwe vragen heeft opgeroepen, met name over de (te sterke) positie van de nabestaanden, reken ik maar tot de prijs die betaald moest worden om de omslag van nee tenzij naar ja mits mogelijk te maken. Dagblad Trouw door heeft in een gedegen terugblik  – Worstelen met de donorwet door Edwin Kreulen – duidelijk gemaakt, dat een politieke worsteling onvermoede achtergronden kent.

Ad Stadhouders (1927 – 2017) geboren leraar en meer

Ad Stadhouders

Een geboren leraar, wel wat conservatief maar met een open mind voor vernieuwing en vooruitgang, soms eigenwijs maar ook creatief, aldus de zonen van Ad Stadhouders bij zijn uitvaart op 6 december 2017, luttele weken voor hij de gezegende leeftijd van negentig jaar zou bereiken. Tijdens een even sobere als indrukwekkende Eucharistieviering in een stampvolle Cenakelkerk op de Heilig Landstichting bewezen familieleden, oud-collega’s, vrienden, parochianen en kennissen de emeritus-hoogleraar in de submicroscopische morfologie de laatste eer. Zelf leerde ik bioloog Ad Stadhouders in 1964 kennen, toen ik na mijn promotie ging werken op het Instituut voor Pathologische Anatomie. Mijn gloednieuwe laboratorium huisde op de begane grond, naast de Afdeling Elektronenmicroscopie, waar Ad de scepter zwaaide. We kwamen elkaar dagelijks tegen, soms zelf meer dan een keer op een dag. De afstand werd met de week kleiner. Hoe het zo kwam, weet ik niet meer. Maar kennelijk had de wetenschapper ook oog voor andere mensen en andere zaken. Ad vroeg mij – het moet tussen 1965 en 1967 geweest zijn – hem op te volgen als voorzitter van het Stafconvent, de toen nog louter gezelligheidsvereniging van stafleden van de Katholieke Universiteit. Ik herinner mij bridgedrives, autorally’s en mislukte pogingen om van Cornerhouse Sint Anna – nu De 4 Heeren – een wekelijkse stamkroeg te maken. Dat Stafconvent zou enkele jaren later meegesleurd worden in de democratisering van de KU, en meewerken aan de befaamde ‘radenstructuur’.

Late herfst in Nijmegen

In 1969 kwam Ad Stadhouders op mij af met een vraag, die niets met ons werk te maken had. Eigenlijk was het geen vraag maar een stevige wens zo geen opdracht: of ik me namens de KVP kandidaat wilde stellen voor het lidmaatschap van de gemeenteraad. Ad had – hij was interim-voorzitter van de KVP-Afdeling Nijmegen – een verkiesbare plaats in petto. De KVP zocht na de befaamde nacht van Schmelzer nieuwe volksvertegenwoordigers om de neergang te stuiten. Een korte proeftijd in de zittende fractie bleek voldoende om mijn aarzeling, te overwinnen. Dat ik twaalf jaar later de wetenschap vrijwel volledig zou inruilen voor de landelijke politiek, kon ik in 1970 niet voorzien. Maar vast staat wel, dat Ad Stadhouders – overigens met oud-burgemeester Embere van Gils van Millingen en Groesbeek – een beslissende invloed heeft gehad op mijn latere levensloop. Waarschijnlijk ontdekte Ad Stadhouders in de jaren zestig al snel, dat wij het een en ander gemeen hadden, niet zozeer het leraarschap, wel de neiging om soms in de breedte te leven, en samen met andere mensen buiten het eigenlijke werk zaken op de rails te zetten. Dat daar dan allerhande voorzitterschappen het gevolg van zijn laat zich raden. Ad richtte in zijn geboorteplaats Gemonde de voetbalclub Irene op. In Nijmegen voelde hij meer voor tennis dan voor voetbal en hockey, ook al zag hij zijn kinderen met plezier die teamsporten beoefenen. Het voorzitterschap van tennisclub Swift was hem even lief als het langdurige vicevoorzitterschap van de parochie van de Heilige Landstichting. Zijn belangstelling voor kunst en cultuur zette hij om in de harde werkelijkheid bij de restauratie van zijn geliefde Cenakelkerk. Vanuit die mooie kerk werd Ad Stadhouders begraven op het fraaie kerkhof, waar meer vrienden hun laatste rustplaats hebben gevonden, net als mijn ouders. Een bezoek aan de begraafplaats zal mij herinneren aan de man, die – zonder het te beseffen – een beslissende invloed op mijn levensloop heeft gehad.

Onvergetelijke dagen in Brussel (1)

Challenging Changes als brug tussen Nijmegen en Europa

Hoofdingang van de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU

Spannend, zenuwachtig, nieuwsgierig of onbevangen: zomaar wat vragen van vrienden en kennissen in de dagen voor de officiële presentatie van ‘Challenging Changes’, het boek over de relatie tussen de Ladder die al decennia mijn naam draagt en circulaire economie, een ‘trending and important topic’. Welnu: een mix van gezonde spanning en normale onzekerheid hield mij in de ban tot ik op 11 October 2017allerlei gasten al voor de presentatie de hand kon schudden. De files op weg naar Brussel hadden trouwens zoveel aandacht gevraagd, dat weinig ruimte overbleef voor enige vorm van vooruitdenken. Bovendien hielden reisgenoten Ans Lansink, Sophie van Kempen en Cobie Jolink – in meer disciplines noeste medewerkers aan het boek – mij onderweg bij de les.

Jan Storm, voorzitter van de Editorial Board overziet de zaal, waar de eigen ploeg (Ans Lansink, Cobie Jolink en Leo Schrijver wachten op wat komen gaat. Sophie van Kempen maakt foto’s.

Ruim drie uur na het vertrek uit Nijmegen ontdekte Sophie de drukknop van de garagedeur van de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU aan de Rue de Cortenbergh in Brussel. Ans vroeg intussen bij de hoofdingang de portier om de deur te openen. Nadat Sophie het nummer van de Volvo V60 had doorgegeven openden de dubbele garagedeuren zich als bij toverslag. Na de controle van de namen en het eerste welkom in de hal van de Permanente Vertegenwoordiging, konden de uit alle windstreken gearriveerde gasten acclimatiseren en netwerken, met koffie en gebak. Zelf verdeelde ik de tijd tussen de controle van de beamer en het begroeten van gasten: Jan Stuyt SJ uit Antwerpen en Antonis Mavropoulos uit Griekenland, de Spaanse DC Daniel Calleja Crespo naast AVR Directeur Jasper de Jong uit Rotterdam, en veel andere bezoekers, te veel om op te noemen.

Harriet Tiemens en Daniel Calejja poseren met het kort tevoren gepresenteerde Challenging Changes (Foto: Michelle Kluiver)

Tegen halftwaalf warden de gasten verzocht om plaats te nemen aan een grote ovalen tafel in de schitterende vergaderzaal. Enkele bezoekers moesten genoegen nemen met een stoel langs de lange wand, onder een uitzonderlijk mooi wandtapijt. Richard Ossendorp, hoofd van de PV, sprak verwelkomde alle gasten,en met name  ‘hoofdrolspelers’: Harriet Tiemens, Vice-mayor of Nijmegen, Daniel Calleja Crespo, Director-General DG Environment van de Europese Commissie, en mij: de man van de bijna veertig jaar oude ladder. Het was een even bijzondere als vreemde gewaarwording op voorhand zoveel lof te krijgen toegezwaaid, ook door Calleja Crespo, die in zijn bijdrage ‘Circular Economy, …it’s the way forward’ met veel nadruk wees op de betekenis van de afvalhiërarchie voor een succesvolle transitie naar circulaire economie.

Jan Storm, onbetwiste gangmaker, promoot ten overvloede Challenging Changes. Julius Langendorff weegt het boek, Bart de Bruin en Ad Lansink zien toe (Foto: Sophie van Kempen)

Vervolgens mocht ik met de overhandiging van de eerste exemplaren van Challenging Changes aan wethouder en locoburgemeester Harriet Tiemens en Daniel Calleja Crespo een brug slaan tussen de stad, die uitgeroepen is tot Green Capital Europe 2018 en de Europese instituties, zoals verenigd bij de boekpresentatie. De organisatoren van de bijeenkomst hadden mij een kwartier toebedeeld om de gasten te informeren over de ‘key messages of Challenging Changes’. Aan de hand van een vijftiental sheets probeerde ik me zo goed mogelijk van die pittige taak te kwijten, beseffend, dat Engels schrijven mij beter afgaat dan Engels spreken. Dat enkele toehoorders mij na afloop verzekerden, dat de gebrekkige uitspraak het verhaal authentieker maakte, stemde mij voor de helft gerust. De andere helft is een aansporing om die tekortkoming in taalvaardigheid te gaan aanpakken.

Ad Lansink tussen Richard Ossendorp (PV) en Julius Langendorff (EC (Foto: Sophie van Kempen)

Het officiële gedeelte van de boekpresentatie werd afgesloten met een paneldiscussie onder voorzitterschap van gastheer Richard Ossendorp. Achtereenvolgens gaven Piotr Barczak (European Environmental Bureau), Harriët Tiemens (Municipality of Nijmegen); Julius Langendorff (European Commission); Hans van Bochove (Europen) en Antonis Mavropoulos (President van de ISWA) commentaar op de inhoud van het boek.

Hans van Bochove (Europen), Antonis Mavropulos (President ISWA) en Harriet Tiemens (Gemeente Nijmegen) tijdens de discussie (Foto: Sophie van Kempen)

De veelal positieve kanttekeningen noopten nauwelijks tot enig weerwoord. Ik kon in mijn slotwoord eigenlijk volstaan met dank voor de vele woorden van waardering, plus de toezegging om via de website www.challengingchanges.eu zorg te dragen voor een follow-up van de hoofdlijnen van het gloednieuwe boek. Elk van de paneldeelnemers kwam met onderwerpen, waarover het laatste woord nog niet is gezegd.

Ad Lansink is druk met signeren: Jan Storm ontfermt zich over Ans Lansink-van Dam; Julius Langendorff blijft lezen in Challenging Changes (Foto: Sophie van Kempen)

Na afloop van het officiële gedeelte was het uiteraard signeren geblazen. Vrijwel alle bezoekers van de onvergetelijke bijeenkomst kwamen een handtekening halen, in sommige gevallen voorzien van een stichtelijk woord.  In de zijzaal ging het netwerken gestaag door, tot de koffie en het gebak op waren. Met de ‘Editorial Board’ en de ‘eigen ploeg’ wachtte een gezellige brunch om het verschijnen van Challenging Changes op gepaste wijze te vieren.

 

 

Peter Zuydgeest 65 Jaar Alleskunner en Liefhebber

Peter Zuydgeest, liefhebber van asperges, wijn en andere dingen - Aspergediner 2016

Peter Zuydgeest, liefhebber van asperges, wijn en andere dingen – Aspergediner 2016 (Alle foto’s: Ad Lansink)

Peter Zuydgeest, alleskunner? Nou ja, bijna alles. Ga maar na: praten, schrijven, koken, organiseren, bouwen, inspireren en liefhebben. Peter Zuydgeest, liefhebber? Jawel, van veel ‘dingen’: zijn gezin, maar ook bier, wijn en andere versnaperingen, discussie, vrienden, mensen, en natuurlijk: Nieuwspoort, de plaats waar ik Peter Zuydgeest voor de eerste keer ontmoette. Het moet begin jaren tachtig geweest zijn, toen ik me een plaats had verworven in het politieke bedrijf aan het Binnenhof. De CDA-top was geen onverdeeld liefhebber van het Internationale Perscentrum. De goed bedoelde raad van ervaren fractiegenoten om het toen al befaamde etablissement van de pers links te laten liggen – letterlijk en figuurlijk – had ik bij de introductie van een nieuwe lichting Kamerleden in 1977 in de wind geslagen, met andere lotgenoten zoals Sietze Faber. Mijn Friese jaargenoot wist al langer, dat informele contacten met journalisten naast nadelen ook tal van voordelen kende.

Wieneke Zuydgeest verrast vanaf het balkon haar vader met het Liber Amicorum, gevuld met plaatjes, en verder volgeschreven door familieleden, buren en vrienden

Wineke Zuydgeest verrast vanaf het balkon haar vader met het Liber Amicorum, gevuld met plaatjes, en verder volgeschreven door familieleden, buren en vrienden

Na gedane arbeid
was het bovendien goed toeven aan de kleine bar van het oude Nieuwspoort, naast de vreemde treincoupe. Ik was daar vaak te vinden, ook op ogenblikken, wanneer Peter Zuydgeest al dan niet op verzoek een Vlaamse biertapper ging nadoen. Al snel werd mij duidelijk, dat de journalist-voorlichter-organisator meer in zijn mars had dan de gemiddelde stamgast van Nieuwspoort. De wederzijdse belangstelling mondde uit in een apart soort verbondenheid: waardering voor elkaars werk, met soms waar nodig enige terughoudendheid. De afstand werd korter naarmate de frequentie van het ‘even naar Nieuwspoort gaan’ groter werd. De gezamenlijk beleefde loyaliteit aan het Internationale Perscentrum bracht ons ook ‘zakelijk’ bij elkaar, toen ik lid werd van de Activiteitencommissie: een groep Poorters die onder de inspirerende leiding van Peter allerlei ‘happenings’ bedacht om Nieuwspoort onder de aandacht van het soms minder geinteresseerde publiek te brengen. Niet alle ‘happenings’ liepen ‘happy’ af,  gemeten naar het aantal bezoekers, dat op de activiteiten af kwam. Maar anno 2016 zijn er nog altijd evenementen – denk aan het Aspergediner – die aan het brein van Peter Zuydgeest zijn ontsproten.

Peter Zuydgeest dacht 65 jaar te worden in eigen kring. Maar zijn gezin vond, dat ook buren en vrienden mochten weten, dat de AOW geen eindstation is.

Peter Zuydgeest dacht 65 jaar te worden in eigen kring. Maar zijn gezin vond, dat ook buren en vrienden mochten weten, dat de AOW geen eindstation is.

Even naar Dick Wildeman
Dat we ook buitengaats – soms zelfs in Nijmegen – elkaar wisten te vinden, illustreer ik met het besluit om Dik Wildeman, de commerciële directeur van Oranjeboom, uit te wuiven. Peter Zuydgeest en ik bleken in Breda de enige Poorters te zijn, die de voortijdige pensionnering van de fameuze bierbrouwer en bierdrinker lijfelijk meemaakten. Ik haal deze herinnering met enige aarzeling op, omdat we bij het verlaten van de uit de hand gelopen receptie voelden, dat we eerst wat moesten gaan eten voordat we de lange reis naar huis zouden gaan ondernemen. Toen ik na enig zoekwerk een Chinees had gevonden, stond ik voor een gesloten deur. Geen nasi of bami dus. En Peter was ook verdwenen. In de bekende ‘arren moede’ heb ik mezelf goede reis gewenst. Met succes. De blijdschap om de behouden thuiskomst hebben we een week later gedeeld, opnieuw met bier.

Verbodsbord of bierviltje?

Verbodsbord of bierviltje? Geen eindstation

De wegen van Peter en mij
hebben zich nadien heel wat keren gekruist, ook nadat ik in 1998 mijn Kamerlidmaatschap na 21 boeiende Haagse jaren moest inruilen voor wat tegenwoordig een ZZP-functie heet. Peter was overigens medeorganisator en spreekstalmeester van het drukbezochte en spetterende afscheidsfeest op 3 juni 1998 in Nieuwspoort, toen ik tot mijn grote verassing door voorzitter Max de Bok – ook een grote inspirator – tot Erepoorter werd benoemd. Of Peter Zuydgeest daar de hand in heeft gehad, weet ik niet. Zelf vertelt hij wel met gepaste trots, dat ik de enige Erepoorter ben, die door de Poortersgemeenschap zelf is voorgedragen.

Peter Zuydgeest wil meteen weten, wie aan hem gedacht hebben bij het bereiken van de AOW-leeftijd

Peter Zuydgeest wil meteen weten, wie aan hem gedacht hebben bij het bereiken van de AOW-leeftijd

Energiepoort
Ik vermoed dat dat aan de (toenmalige) stamtafel is bekokstoofd. Het woord kok brengt mij terug bij Peter Zuydgeest, die niet alleen in de keuken van Nieuwspoort (en thuis) zijn mannetje staat, maar ook in de sociëteit en de andere zalen, die Nieuwspoort rijk is. De Provinciezaal bij voorbeeld, waar de gasten van Energiepoort elkaar twee keer per jaar treffen. Toen enkele partners van PwC mij in 1998 vroegen of ik hen een invitatie voor Milieupoort kon bezorgen – de eerste Poort, die ik in 1993 met Jules Wilhelmus had opgericht – was het antwoord nee. Concurrentiebeding weerhield sponsor KPMG van een ‘open mind set’, met als mooi gevolg, dat ik met Peter naar Utrecht toog om PricewaterhouseCoopers te overtuigen van het nut van een voor de hand liggend alternatief: Energiepoort. De formule werkt nog steeds, 17 jaar na de organisatie van de eerste bijeenkomst in 1999, dankzij de optimale medewerking van de sponsoren PwC en RBS, en de voortreffelijke organisatie door Peter Zuydgeest en zijn kleine maar mooie bureau. Peter Zuydgeest, alleskunner, liefhebber en nog veel meer, in de gepaste bescheidenheid die hem – ook nog – siert.

Tekst gebaseerd op de bijdrage aan het Liber Amicorum voor Peter Zudgeest, aangeboden op 29 juni 2016

H.J.A. Hofland (1927 – 2016) de journalistiek voorbij

H.J.A. Hofland overleed op 21 juni 2016 op 88-jarige leeftijd (Bron: www.nos.nl)

H.J.A. Hofland overleed op 21 juni 2016 op 88-jarige leeftijd (Bron: www.nos.nl)

Het bericht, dat Henk Hofland op 21 juni 2016 in zijn slaap was overleden, verraste mij. Hoewel zijn NRC-columns, ook die van zijn alter ego S. Montag, soms ontbraken, leek hem zo niet een eeuwig dan toch een heel lang leven gegund. Wat zou de eminente journalist, romanschrijver, columnist, essayist en commentator de komende weken geschreven hebben over de kort voor het referendum nog ongedachte Brexit, waarmee een krappe meerderheid van het Engelse volk afscheid gaat nemen van de Europese lotgenoten. Zou Henk Hofland de lijnen van zijn eerdere beschouwingen over de tijd na ‘nine-eleven’ en Pim Fortuin doortrekken? Waarschijnlijk wel. Want hij paarde consistentie aan visie, geloofwaardigheid aan inzicht, maatschappelijke betrokkenheid aan jarenlange ervaring in het spanningsveld van samenleving, media en politiek. Hij was belezen maar bleef ook nieuwsgierig: ‘Als je iets niet weet: opzoeken’ leerde hij van zijn vader. In de NRC – de krant die hij sinds zijn invallerschap bij het Handelsblad – zijn leven lang trouw is gebleven, schreef Hubert Smeets ‘Tolk en criticus van weldenkend Nederland’: een uitvoerige, niet te evenaren necrologie. Vrij Nederland bood redacteur Jeroen Vullings – biograaf van H.J. A. Hofland – de ruimte om op zijn eigen wijze het boeiende leven en werk van de ‘journalist van de eeuw’ – het terechte eerbetoon van zijn vakbroeders in 1999 –  te belichten.

Tegels lichten: omslag van het boek, dat volgens Hubert Smeets een ommekeer betekende voor het leven van Henk Hofland

Tegels lichten: omslag van het boek, dat volgens Hubert Smeets een ommekeer betekende voor het leven van Henk Hofland

Zelf ontmoette ik Henk Hofland voor de eerste keer op 9 mei 1986 bij Welingelichte Kringen, het befaamde VPRO-radioprogramma dat in de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw wekelijks vanuit het Amsterdamse Arti werd uitgezonden. Een viertal journalisten en schrijvers – Hugo Brandt Corstius, Harry van Wijnen, Henk Hofland en Joop van Tijn – namen daar op het eind van de vrijdagmiddag de week door. Zij discussieerden over de samenleving als geheel en over de politiek in het bijzonder. De gast van de week – af en toe een politicus uit het ‘verre’ den Haag – werd stevig aan de tand gevoeld, maar kreeg ook een faire kans om zijn vege lijf te redden. Ik herinner me de pittige vragen over kernenergie. Henk Hofland viel op door zijn heldere standpunten, zijn fabuleuze kennis, zijn onmiskenbare eruditie en zijn herkenbare, warme, soms wat krakende stem. Toen gespreksleider Joop van Tijn en zijn collega’s weigerden te verkassen naar de VPRO-studio in Amsterdam – Arti was voor de mannen van Welingelichte Kringen heilige grond – werd halverwege 1997 met enige luister de laatste uitzending uit de kunstenaarssocieteit gevierd. Met enkele andere gasten mocht ik erbij zijn, een eer op zich. Het werd een bijzondere uitzending, gevolgd door een mooi afscheidsfeest: een vreemde mix van vreugde en verdriet. Enkele weken later interviewde HP De Tijd Henk Hofland, over het verdwijnen van Welingelichte Kringen. Hij vertelde de redacteur tot mijn verrassing, waarom hij het VPRO-programma zou missen. ‘Daar trof ik gelukkig politici als Ad Lansink’. Mijn bewondering mengde zich met verwondering.

Henk Hofland toont met gepaste trots de PC Hooftprijd (2011) (Bron: Trouw)

Henk Hofland toont met gepaste trots de PC Hooftprijd (2011) (Bron: Trouw)

Een klein jaar later kwam ik Henk Hofland weer tegen. In Almere zou hij de Vereniging van Oud Tweede Kamerleden op vriendelijke wijze de les lezen. Vanaf het podium zwaaide hij mij toe, voordat hij de oud-parlementariers liet genieten van zijn wijze woorden over de nationale en internationale politiek. Na afloop haalden we herinneringen op aan Welingelichte Kringen, en de gedeelde waardering voor onze bijdragen aan dat programma, ondanks de kritische, soms zelfs vijandig lijkende omgeving. Weet, zo zei de man, die tegen wie ik bleef opkijken, dat je niet voor niets aardig wat keren bent uitgenodigd om naar Arti te komen. De redactie wist, dat je altijd wat te vertellen had, ook wanneer plaagstoten de overhand kregen. Die woorden zijn mij bijgebleven. De bijdragen van Henk Hofland in de NRC ben ik blijven lezen, tot de laatste toe. Zijn  oeuvre markeert de grote inbreng van de man, die in 2011 de PC Hooftprijs ontving na al eerder op meer plaatsen geëerd te zijn. H.J.A. Hofland was meer dan journalist of zoals hij zelf placht te zeggen stukjestikker. Hij ging de nieuwgierigheid achterna, de journalistiek voorbij, de politiek te boven. De tijd is rijp voor nieuwe ‘Tegels Lichten’. Zou ooit iemand Henk Hofland kunnen evenaren, deductief of inductief?