Wie regelmatig op internet surft weet, dat het wereldwijde web naast een onmiskenbare bron van nieuws en informatie – lees bij voorbeeld de recente toespraak van Bondskanselier Angela Merkel voor het CDU-Congres over de vluchtelingenproblematiek – ook een ongedacht kanaal voor anonieme scheldpartijen en haatberichten is. Sociale media vormen een te gemakkelijke route voor de verspreiding van oneliners, die niet door de beugel kunnen.
Websites als Geen Stijl of Nujij geven ruim baan aan mensen, die een uitlaatklep nodig hebben voor al dan niet terechte onvrede. Ook gedrukte media doen soms mee aan verspreiding van dubieuze schrijfsels. Sinds kranten hun virtuele postbus hebben opengezet, regent het allerhande berichten van anonieme of onder schuilnaam reagerende lezers . Niet alle schrijfsels verdienen een verwijzing naar de prullebak. Bovendien bieden kranten lezers ruimte een klacht in te dienen tegen reacties, wanneer de berichten niet aan fatsoensnormen voldoen. De Telegraaf heeft zelfs pittige regels opgesteld, op grond waarvan berichten kunnen worden geweigerd of van het scherm gehaald. Artikel 1 van de Grondwet mag terecht niet worden overtreden, het Wetboek van Strafrecht evenmin. Andere regels zien op fatsoenlijke omgang met andere lezers. Ook doodsverwensingen en oproepen tot oproer worden niet toegelaten. Reacties met scheldwoorden worden niet geplaatst, evenmin als nietszeggende reacties zonder enige argumentatie.
Toch vallen er soms nog onbezonnen of onzinnige schrijfsels door de zeef. Trouwens, niet alleen bij de Telegraaf: ook Elsevier en het Algemeen Dagblad geven anonieme schrijvers soms ruim baan op hun internetsites. Trouw en Volkskrant blijven niet achter, overigens met minder en genuanceerder bijdragen van internetklanten. Ook regionale dagbladen hebben ontdekt, dat nieuws, commentaar en burgerjournalistiek overal te vinden is. Ingezonden stukken blijven welkom, maar naamloze internetters rukken op. De tegenwerping, dat samenleving mondiger is geworden, valt vaak te horen, wanneer vraagtekens worden gezet bij anonieme schrijfsels. Dat mag waar zijn. Maar vast staat ook, dat die gemakkelijke en meestal anonieme , toegang tot het publieke domein evenwichtige en zorgvuldige oordeelsvorming belemmert.
Het spreekwoord van de snelle leugen en de wat langzamere waarheid gaat niet op, wanneer een hype de bevolking in haar greep houdt. De opwinding over de opvang van vluchtelingen en de soms uit de hand lopende acties illustreren die virtuele onvrede, temeer waar negatieve aspecten forser worden belicht dan positieve signalen. Dat het anders kan bewees Bondskanselier Angela Merkel. Met een een even gloedvolle als bedachtzame toespraak liet zij de CDU-congresgangers zien, wat politiek leiderschap inhoudt, zeker wanneer omstreden thema’s de discussie en het maatschappelijk krachtenveld beheersen. Een staande ovatie was het bemoedigend antwoord. Politici, beleidsmakers, journalisten en columnisten, die beseffen waar onvrede op kan uitdraaien, weten wat hen te doen staat. Verantwoordelijkheid, betrokkenheid, fair play, transparantie, eerlijkheid: trefwoorden om de bewuste burger in de goede zin van het woord te raken, de onvrede voorbij.