Woorden tellen, beelden spreken

Op 12 oktober 2025 mocht ik in Galerie LangeHezel46 te Nijmegen de expositie openen die Hettie Laarakker heeft georganiseerd in het kader van de landelijke manifestatie GRAFIEK25. De Wychense kunstenaar Harrie Gerritz toont eten, linosneden en zeefdrukken: een keuze uit zijn grafisch werk uit de periode 1971 tot 2025. Verschillende toehoorders vroegen naar de tekst van de toespraak, vandaar dit bericht, met enkele beelden. Wie liever luistert dan leest, tikt op de blauwe letters: Woorden tellen, beelden spreken.

Voorzijde uitnodiging Galerie LangeHezel46 met grafiek van Harrie Gerritz: van links naar rechts: African Church (Ogone) – linosnede 1996; Toren bij Rivier – kleurets 1994; New Castle – zeefdruk 2035 (Ontwerp uitnodiging: Sophie van Kempen, bio)
Hettie Laarakker heet de gasten welkom en kondigt Ad Lansink aan. In de kast staan de twee zeefdrukken, die Harrie Gerritz maakte voor ‘De Toren van Babel’

Waar blijft de tijd? Die vraag stel ik mezelf soms, niet elke dag, wel wanneer herinneringen opdoemen. Zo ook, nu ik terugdenk aan mijn eerste ontmoeting met Harrie Gerritz in Woezik, waar hij toen nog woonde en werkte. Het fraaie atelier in de Berendonck bezat hij nog niet. Harrie’s broer Albert had het bezoek aan de toen al befaamde kunstenaar geregeld. Ik ging naar huis met ‘Volg de Perenroute’: geen grafiek maar een monoprint, toen nog tamelijk figuratief. Twee jaar later volgde ‘De Wachter’: een vogel op een paal onder een waslijn in een eenvoudig landschap: een zeefdruk in grote oplage; grafiek waarin figuratie en abstractie al hand in hand gingen. Waar blijft de tijd? Het antwoord van Harrie Gerritz vindt de toeschouwer – met mij hopelijk ook liefhebber van zijn werk – in de bijna onuitputtelijke reeks van sculpturen, schilderijen en grafiek van de kunstenaar, die de iconografie tot zijn onnavolgbaar handschrift heeft gemaakt. Vandaag zijn het etsen, linosneden en zeefdrukken uit de periode 1971 tot 2025, die een veelkleurig zicht bieden op en inzicht geven in het onmiskenbare kunstenaarschap van Harrie Gerritz. Zijn even strenge als pure vakmanschap en nauwgezetheid worden overigens geprezen door de ets- en zeefdrukkers Piet Zegveld (Arnhem), Piet Clement (Amsterdam) en Henk van de Laar (Kurtface – Nijmegen), waar Harrie vaak te vinden was

Om drie uiteenlopende maar toch met elkaar verbonden redenen is het een voorrecht om de expositie van Harrie Gerritz in LangeHezel46 te mogen openen. De eerste reden is de galerie zelf, of liever gezegd Hettie Laarakker, die deze historische ruimte een nieuw leven gaf. Ik herinner me als de dag van gisteren – intussen ruim zes jaar leden – het uur, waarin Hettie mij in de nog niet ingerichte galerie naar namen van en ervaringen met kunstenaars uit het Rijk van Nijmegen vroeg. Aanleiding was de reeks gesprekken met kunstenaars, die ik in 2006 in ‘Beeldspraak’ had gebundeld. Omdat muziek ook Hettie’s belangstelling had, noemde ik de naam van Ria Roerdink. Het was dus geen toeval dat Ria toepasselijke songs zong bij de afsluiting van de expositie van Harrie Gerritz en Jan Tregot, nu twee jaar geleden.

Achtergedeelte van Galerie LangeHezel46, met grafiek van Harrie Gerritz (Foto: Ad Lansink)

 De tweede reden is de plek van de galerie, midden in de oudste winkelstraat van Nederland. In de Nijmeegse Benedenstad leerde ik veel kunstenaars kennen, soms in hun atelier, zoals de oude bank van lening op de Hessenberg, of in de oude drukkerij in de Pijkestraat, maar meestal in bekende kroegen, waar de kunstenaars destijds uitrusten van hun tegelijk creatieve en noeste arbeid. In de Gouden Leeuw vierden schilders en beeldhouwers elk jaar het fameuze biljartfestijn Tien over Rood, tevens kunstmarkt ‘avant la lettre’. De Prins van Friesland had met buurtbewoners zijn eigen charme en in de City Bar troffen kunstenaars drinkgrage journalisten en verdwaalde politici. Waar blijft de tijd? De Prins van Friesland en de Gouden Leeuw zijn verdwenen. De City Bar werd Blonde Pater, waar lekker gerstenat vervangen is door prima koffie: dat dan weer wel.

Stilleven” Litho van Klaas Gubbels uit de verzameling van Harrie Gerritz (Foto: Ad Lansink)

De ateliers brengen mij bij de met Harrie bevriende kunstenaars – veelal ook tijd- en studiegenoten – die hem inspireerden: Theo Elfrink, die in het bruggenhoofd van de Spoorbrug in 1973 ‘Biljarters’ etste; Klaas Gubbels, die twee bruggen verder een ‘Stilleven’ lithografeerde; Robert Terwindt die in 1990 met droge naald een ‘Bedscene’ tekende. In 1977 vereeuwigde hij in de Pijkestraat de stamgasten van de City Bar; Jan Hein van Rooy, voluit leeftijdgenoot, die in 1994 een opvallend ‘Spaans Landschap’ tekende; Manuel Kurpershoek, befaamd om zijn houtsneden, die zijn vrienden bijzondere ‘Nieuwjaarswensen’ stuurde; Geert Jan van Oostende, die in 1970 de droge naald ets ‘Trechter’ maakte, ook in de voormalige drukkerij aan de Pijkestraat, toen al een binnenstedelijke broedplaats. Ik bezocht die drukkerij overigens enkele keren, ver voordat kunstenaars het pand betrokken. De Gebroeders Jansen drukten daar namelijk in 1964 – ruim 60 jaar geleden – mijn proefschrift ‘Yeast Ribosomes and :Magnesium Ions’: bevestiging van de retorische vraag: waar bleef de tijd van de toen nog jonge doctor?

De derde, doorslaggevende reden waarom het een voorrecht is deze expositie te mogen inleiden is de kunstenaar: Harrie Gerritz, die ik nu meer dan een halve eeuw ken, en met wie ik veel heb meegemaakt. Het is ook niet de eerste keer, dat ik Harrie, zijn vrouw Jenny en de vele gasten mag toespreken. In de galerie van Wim de Natris lichtte ik in 2018 Harrie’s boek Onderweg toe en in 2020 mocht ik in Wijchen ons gezamenlijke project ‘De Toren van Babel’ bespreken. Ons: dat zijn Harrie Gerritz, Sophie van Kempen en ik zelf. Het project: dat is het kunstenaars-boek, dat mede door de twee zeefdrukken van Harrie werd opgenomen in de 50 best verzorgde bibliofiele uitgaven van de jaren 2021-2022. Ik wist natuurlijk al langer, dat Harrie vrijwel alle disciplines van het kunstenaarschap beheerst. Want naast de al genoemde aspecten – schilderen, beeldhouwen, grafiek – waagde hij zich ook met succes, aan glas in lood ramen, sieraden en gebruiksvoorwerpen. Bij al die artistieke disciplines is Harrie’s grafisch – of moet ik zeggen iconografisch – handschrift zicht- en herkenbaar.

Iconografie van de Ladder van Lansink in de beeldtaal van Harrie Gerritz

Op de tijdas van vroeger naar later, van 1971 naar nu is de grafiek van Harrie steeds universeler, en daarmee tijdlozer en grensoverschrijdender geworden. ‘De elementen – lucht, bodem, water vuur, maar ook torens, kastelen, rivieren en wegen – worden algemeen leesbare tekens’. De kunstenaar maakt met die in de vorm wisselende maar toch herkenbare bouwstenen nieuwe, steeds weer verrassende composities, ook door het even functioneel als esthetische gebruik van kleuren. Ik merkte dat zelf, toen Harrie mij de grote zeefdruk toonde, die hij had gemaakt op verzoek van afvalonderneming Attero. Commissaris Jan Hendriks – destijds CdK in Overijsel – had directeur Pierre Vincent aangespoord om gemeentelijke contractpartners en andere relaties te verrassen met een artistieke vertaling van de Ladder van Lansink, de voorkeursvolgorde van het afvalbeleid, die ik in 1979 en die in 1993 werd opgenomen in de wetgeving. Harrie vroeg mij de ladder uit te leggen, en ook welke kleuren ik mooi vond. Het resultaat was verbluffend: negen geabstraheerde elementen: de schepping in een beeld gevangen zij het met een figuratief element: een ladder, die mij trouwens aan ‘Volg de Perenroute’ deed denken. Harrie Gerritz laat de interpretatie van zijn werk vrijwel altijd aan de toeschouwer over. Toch bieden de titels van zijn werken wel enig houvast. Kijk maar naar de zeefdruk, kleurets en linosnede, die op de uitnodiging staan en op ware grootte nog meer indruk maken: New Castle (2025), Toren bij Rivier (1994) en African Church (1996). De bouwwerken laten voldoende ruimte voor verbeelding en interpretatie. Ontbreekt een titel – zoals bij de rode linosnede – dan bieden de elementen van de compositie voldoende aanknopingspunten voor een ongedachte reis naar een andere werkelijkheid.

Cesar (uit Boxtel) en Lieuwe (uit Bennekom): de jongste bezoekers van Galerie LangeHezel46 (Foto: Sophie van Kempen)

Over reizen gesproken: met mijn echtgenote Ans bezocht ik heel wat exposities van Harrie Gerritz, in de buurt, soms wat verder weg, tot in Annonay (onder Lyon) en Skagen, op de punt van Denemarken toe, niet zozeer als kunstverzamelaar, meer als liefhebber en bovenal als vriend, die zich verwant weet aan de kunstenaar, zijn drijfveren en zijn intenties. Ik doel op zijn voorliefde voor torens – bakens en wegwijzers in een woelige tijd – en zijn verbondenheid met de aarde, letterlijk, figuurlijk en overdrachtelijk. Harrie geeft zijn nieuwsgierigheid de ruimte om nieuwe werkelijkheden te scheppen, elke dag opnieuw. Mijn rhetorische vraag ‘waar blijft de tijd’ is niet aan hem besteed. Hij werkt gewoon door in zijn museum-atelier in de Berendock, omringd door even mooie als intrigerende doeken, beelden en grafiek. De LangeHezel46 is nu het domein voor Harrie’s en andermans grafiek: de in zijn ogen sociale kunstvorm. Harrie zegt zelf: ‘Je brengt meerdere mensen in contact met iets wat niet alledaags is. Met grafiek werk je voor een breder publiek’ aldus de kunstenaar, die niet alleen de aarde maar ook de samenleving bemint en dient, dichtbij en veraf. Waar blijft de tijd? Mijn antwoord: overal en nergens, want kunst is van alle tijden. En: woorden tellen, maar beelden spreken.

Naschrift: De fokfoto’s zijn, tenzij anders vermeld, gemaakt door Olga Verstijnen, die ook de video produceerde. Wie de toespraak wil bekijken en beluisteren: tik op deze link

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.