Tegenstellingen bij een moeizame jaarwisseling: licht en donker, vreugde en verdriet, rechten en plichten, hoor en wederhoor en niet te vergeten: liefde of macht
Kan een vrijwel verloren jaar toch nog winst opleveren? Die vraag klemt, temeer waar de mooie, ronde getallen van twintig-twintig de verwachting van een nieuw begin opriepen. De alom zichtbare onvrede had kunnen verdwijnen. Inspiratie had de creativiteit kunnen voeden, en een onbevangen start had de samenleving vooruit kunnen helpen op de weg naar duurzame ontwikkeling. Intussen weet de hele wereld wel beter. Covid19 zaaide overal verdriet en verderf. Alle zeilen moesten en moeten worden bijgezet om de plotselinge pandemie te bestrijden. Inmiddels raakten meer dan 80 miljoen mensen besmet en stierven bijna 2 miljoen mensen aan de vreemde ziekte. Pasen, Hemelvaart en Pinksteren werden niet de gebruikelijke vieringen van wederopstanding, en Kerstmis nauwelijks het feest van het licht, waarnaar gelovigen en ongelovigen elk jaar verwachtingsvol uitzien
Over het licht van Kerstmis gesproken: het weinige licht lijkt opgeslokt te worden door de duisternis, aldus Monseigneur Jan Hendriks, de bisschop van Haarlem tijdens zijn preek bij de Kerstviering in de lege Amsterdamse Sint Nicolaaskerk. Die ware woorden typeerden bij uitstek de sombere gevoelens aan het einde van een moeizaam jaar. Vrijwel alle landen zagen zich gedwongen om een gedeeltelijke, intelligente of volledige lockdown af te kondigen. Thuis werken (of blijven) en anderhalve meter afstand houden werden het parool, al dan niet met mondkapjes. Wat in de nachtelijke uren van Eerste Kerstdag voor talloze kerkgangers een gezamenlijke viering had moeten worden, moest plaats maken voor een afstandelijke livestream in eigen huis of een sobere Dageraadsmis in de Nijmeegse Petrus Canisiuskerk. Daar zei Pastoor Eduard Kimman SJ tegen dertig kerkgangers: God is liefde, geen macht.

De Bisschop van Haarlem sprak in Amsterdam zijn toehoorders moed in door de afstand tussen licht en donker te verlengen met de tegenstelling tussen goed en kwaad. Het kwade schreeuwt, aldus Jan Hendriks, maar het goede fluistert. Hij gaf daarmee helder aan, dat de samenleving niet moet luisteren naar de bijna alomtegenwoordige schreeuwlelijkers, maar oren en ogen moet openen voor de bescheiden maar zinvolle geluiden van fluisteraars. Die rustige en wijze zegslieden vallen niet meteen op te midden van het lawaai van ‘fake nieuws’, botte leugens en miscommunicatie, maar verdienen wel aller aandacht, al was het alleen al om een evenwichtige en faire oordeelsvorming te waarborgen en het ook door sociale media aangetaste vertrouwen in elkaar te herstellen.
Licht en duisternis horen bij elkaar, zoals vreugde en verdriet, hoop en vrees. Dat geldt ook voor duale begrippen als rechten en plichten, hoor en wederhoor, schuld en onschuld en – ander woord voor jaarwisseling – oud en nieuw, nu vaak gevolgd door het woord politiek. Wie de tegenstelling tussen oude en nieuwe politiek beziet, ontdekt controverses, die dieper snijden: het verschil tussen denken en doen op korte en lange termijn, de afstand tussen vorm en inhoud, het gedrag van eendagsvliegen enerzijds en mastodonten anderzijds, het overwicht van emotie en het onderwicht van ratio. De discussie over oud en nieuw betreft ook het journalistieke domein. De mannen en vrouwen, die kranten vorm en vooral inhoud geven, krijgen van de snelle ‘internet-influencers het etiket van de oude journalistiek opgeplakt. Blogs en ‘social media’ zijn allemans voertuigen van berichten en vooral opinies. Via talkshows, podcasts en visuele trucs laten nogal wat journalisten zich sturen door lees-, kijk en luistercijfers: een mediacratie, die autocratie bevordert en democratie bedreigt.
Op de grens van 2020 en 2021 is de vraag gerechtvaardigd, of de democratische instituties bij machte zijn om zich staande te houden onder die autocratische dreiging, die in de Verenigde Staten de tijdige aanpak van de corona-epidemie heeft belemmerd. Het Amerikaanse volk heeft haar vertrouwen uitgesproken in de democraat Joe Biden. Maar de autocratische krachten, voor een deel stoelend op populisme en nationalisme, zijn met de wisseling van de wacht in Washington niet weg, niet in de VS en evenmin in Europa, waar de volksvertegenwoordigers uit het midden van het politieke spectrum hoop kunnen putten uit de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen (vooropgesteld, dat Donald Trump zijn doldrieste verzet tegen zijn verlies tijdig staakt).

Terug naar de (andere) tegenstellingen: in de NRC van 24 december 2020 schreef Tommy Wieringa een indrukwekkende column over het begin van de pandemie, een hachelijk avontuur, dat slecht kon aflopen, maar ook iets nieuws kon opleveren: een moment tussen hoop en vrees, verwarrend en verwachtingsvol. De gelouterde schrijver toont ook aan, hoe het virus zijn objectiviteit verloor, gepolitiseerd raakte en tot conflictstof werd. Welnu, Covid19 blijft conflictstof. Is het niet het type van de lockdown, dan zijn het wel de mondkapjes. Is het niet de vaccinatiestrategie, dan zijn het wel het tempo, de plaats en de risicogroepen waar te beginnen. Met Tommy Wieringa verlang ik terug naar het begin van het jaar – niet feitelijk, wel overdrachtelijk – toen het eigenbelang voor even ondergeschikt was aan iets dan groter was dan wij. Voor even? Nee liever langer dan vandaag en morgen. De tijdgeest van egotripperij voorbij, met het leergeld van de winst- en verliesrekening van 2020, op weg naar saamhorigheid die bindt in 2021 en daarna.

Zonder vuurwerk maar met (wel)luidende klokken op weg naar een voorspoedig, gezond en Zalig Nieuwjaar