Het Rijk van Nijmegen kent talrijke plaatsen, waar het goed wandelen en toeven is. Neem bij voorbeeld Hernen, een dorp ‘onder de rook’ van Wijchen, hoewel er meestal geen rook te zien is. Trouwens. bezoekers uit Nijmegen moeten eerst Leur – een nog kleiner dorp – passeren voordat zij de indrukwekkende torenspits van Hernen ontdekken. Het stille, vrijwel winkelloze dorp ontleent zijn bekendheid aan het kasteel tegenover de dorpskerk. Vlak bij het kasteel uit de 13e eeuw bevindt zich een niet al te ruime parkeerplaats, vanwaar een Rondje (Kasteel) Hernen voor diverse verrassingen zorgt.
De eerste verrassing is een gedeeltelijk met stenen gevulde kast, die daar ogenschijnlijk zonder aanwijsbare reden staat te pronken. Het goed begaanbare en gemarkeerde voetpad voert de wandelaar vervolgens langs en door een klein bosgebied, met in het midden een even grote als ondiepe kuil. Het zou een ‘speelplaats’ voor dassen moeten zijn. In de wanden van de kuil, en ook in de hogere lagen zijn inderdaad holen zichtbaar. Maar dassen: ho maar, in tegenstelling tot een tiental jaren geleden, toen we met eigen ogen hebben kunnen waarnemen, dat in het kasteelbos dassen een eigen burcht bewonen.
Verder lopend, om het ‘Dassenbosje’ heen, wordt duidelijk dat Kasteel Hernen en zijn bosschages deel uitmaken van het groene landschap van Maas en Waal: weides, akkerbouwgebieden, boerderijen, een open-lucht-manege en spaarzame wegen zo ver het oog rijkt. Een merkwaardig, doorschijnend bord geeft onverwacht tekst en uitleg over een ongedacht verleden. Op een paar steenworpen afstand hebben archeologen de resten van een oude veldoven blootgelegd. De wandelaar ziet nu slechts een groene weide, waar in de middeleeuwen de stenen voor het kasteel moeten zijn gebakken. Het raadsel van de kast met stenen is opgelost. Het verleden, hoewel grondig uitgewist, herleeft voor even.
Het voetpad loopt verder langs de westkant van het kleine bosgebied, waar de dassen zich nog steeds niet laten zien. De markering voert de wandelaars langs een grote, met forse dennen afgeschermde buitenmanege, naar een ander gedeelte van het kasteelbos, door een in meer opzichten indrukwekkende laan: hoge, kaarsrechte bomen, die desondanks weinig wind vangen. Na een paar bochten duiken weer weiden op, doorsneden door goed begaanbare paden, die ons terugvoeren naar het dassenbos.
Een op gatenkaas lijkende bank nodigt uit tot een korte rustpauze, om te genieten van de bijzondere omgeving van Kasteel Hernen. Ook tijdens de terugtocht blijven de mensenschuwe dassen in hun holen. Daarom terug via een andere weg, de honderd jaar oude Beukenloon, die een mooi zicht biedt op de achterzijde van het fotogenieke kasteel. De op het eerste gezicht echte slotvijver bestaat volgens het Geldersch Landschap en Kastelen uit ‘grand canals’, (deels) gedempte grachten, onderdeel van een sobere parkaanleg.
Hoe het ook zij: Kasteel Hernen – volgens insiders een versterkt huis – heeft meer gezichten, van achteren, van voren en van opzij. De forse muren en de markante ramen weerspiegelen de afwisselende bouwgeschiedenis van de 13e en 14e eeuw. Hernen blijft acht eeuwen later de moeite van een bezoek meer dan waard, al was het alleen al om – zoals het bekende drietal op bijgaande foto – opnieuw het nuttige met het aangename te verenigen. Het aangename, dat was op een zonnige zondag in september 2017 een welverdiende pauze tijdens het redigeren van het boek Challenging Changes. Het nuttige, dat was het werken aan het project, dat gedurende heel wat weken en maanden veel inspanning vergde, niet in de laatste plaats van boekontwerper Sophie van Kempen. De lachende gezichten voor Kasteel Hernen bewijzen, dat het humeur er volstrekt niet onder geleden heeft. Integendeel.