Bespiegelingen na een wonderlijke week, waarin tijdens (on)verwachte ontmoetingen aan de lijn van verleden, heden en toekomst de sleutel van vertrouwen hangt
‘Niets blijft hetzelfde’: die ware woorden uitte mede-moderator Kees Roovers tijdens de laatste deelsessie van het vierdaagse webinar van de Vereniging van Milieuprofessionals over 50 jaar afvalbeleid in Nederland. Die deelsessie was het laatste van een reeks digitale meetings, met als thema: hergebruik van afvalstoffen als bouwstof. Auteur Frank van Berkum had mij een dag tevoren na mijn bijdrage in de deelsessie over de Ladder van Lansink in de circulaire wereld uitgenodigd om van gedachten te wisselen over zijn presentatie, waarin de ladder een belangrijke rol speelde. Ongedacht gevolg was, dat ik zijn sessie thuis ging volgen, en eigenlijk vanzelf in de levendige discussie werd betrokken. Kees Roovers, die het boeiende thema van een meer theoretische kant bekeek, gebruikte de zinsnede ‘Niets blijft hetzelfde’ om te benadrukken, dat verandering en vernieuwing van technologie vertrouwen vergen, zowel van de samenleving als van wetenschappers, beleidmakers en bestuurders. Ik voeg daar politici aan toe, omdat niet alle volksvertegenwoordigers bestuurders zijn en omgekeerd.
Elke medaille heeft twee kanten
Niets blijft hetzelfde; die woorden werden al voor het begin van die wonderlijke week werkelijkheid door de onverwachte politieke storm, die binnen het CDA maar ook daarbuiten losbarstte als gevolg van de plotselinge opzegging van het CDA-lidmaatschap door Pieter Omtzigt. Twee dagen na het uitlekken van zijn uiterst kritische notitie maakte het Twentse CDA-Kamerlid bekend, dat hij niet langer deel uit zou maken van de CDA Tweede Kamerfractie, wanneer zijn ziekteverlof voorbij zou zijn, formeel vier maanden na de ingangsdatum van zijn vervanging door Henri Bontenbal. Ik schrok van het bericht, en ook van de publieke hoon, die over het CDA werd uitgestort door vrijwel alle media. Van de door Pieter Omtzigt gevraagde rust kwam niets terecht, ook door zijn eigen toedoen, maar toch. Op social media werd gevraagd om een eigen lijst, een nieuwe afsplitsing: bevestiging van een al langer zichtbare trend van fragmentatie en personificatie in het Nederlandse parlement. Zelf kon ik de neiging om mijn opvattingen kenbaar te kaken nauwelijks onderdrukken. Veelal volstond ik met de te wijzen op de (doffe) medaille, die twee kanten heeft, en geen randschrift: God met ons.
Achtergrondgesprek met BNNVARA
Het toeval wilde, dat ik op de tweede dag van wat een wonderlijke week zou worden een afspraak had met Joost Bekendam en Anna Pleijsier van BNN/VARA, die mij enkele weken eerder hadden gevraagd om een lang achtergrondgesprek over mijn politieke ervaringen. De jonge journalisten hadden bij de voorbereiding van een nieuw ‘format’ over politieke nieuwkomers en oude rotten behoefte aan informatie van iemand, die vooral in eigen kring als ‘mastodont’ wordt beschouwd. Of mastodont een scheldwoord of een geuzennaam is, doet er overigens niet toe. De vraag was namelijk wat de karakteristieke verschillen zijn tussen het Kamerlidmaatschap van vroeger en nu. Een terugblik op mijn 21 jaren aan het Binnenhof kon bouwstenen opleveren voor een latere serie gesprekken. Na het dramatische Omtzigt-weekend vielen de journalisten letterlijk en figuurlijk met de deur in huis. Off the record liet ik mijn gedachten de vrije loop, on the record hield ik het bij de doffe medaille die twee kanten heeft, met op de zijkant het randschrift: elkaar vasthouden in goede en slechte tijden. Of het boeiende, drie uur durende – soms ook anekdotische – gesprek over verleden, heden en toekomst aanknopingspunten voor BNNVARA heeft opgeleverd, moet later blijken.
Maidenspeech van Henri Bontenbal
Niets blijft hetzelfde. Dat geldt intussen ook voor het fenomeen van de maidenspeeches: het eerste plenaire optreden van een nieuw Kamerlid. Vroeger toen er minder plenaire debatten en grotere fracties waren, duurde het soms lang voordat een nieuweling het spreekgestoelte mocht beklimmen. Dat is niet meer het geval. Doorstroming en versnippering hebben de wachttijd fors verkort. Met de personificatie in de politiek is ook het karakter van de maidenspeech veranderd. Nogal wat Kamerleden voelen de behoefte aan persoonlijke profilering. Dat doet geforceerd aan, wanneer ideologische grondslagen ontbreken. Henri Bontenbal, tijdelijk vervanger van Pieter Omtzigt, mocht op de woensdag van mijn wonderlijke week zijn maidenspeech houden over het voorstel tot Wijziging van de Wet voorraadvorming aardolieproducten. De oud-medewerker van de CDA Tweede Kamerfractie, later strategisch manager bij Stedin vervlocht op voortreffelijke wijze rentmeesterschap, gerechtigheid en gedeelde verantwoordelijkheid met zakelijke kanttekeningen bij het prozaïsche wetsontwerp. Zijn drievoudige verwijzing naar inspiratiebron Paus Franciscus en de encycliek Laudato Si was even tekenend als zijn hommage aan stadgenoot Ruud Lubbers. Henri’s maidenspeech deed mij denken aan mijn eerste bijdrage in april 1978. Fractievoorzitter Wim Aantjes wees de fractiegenoten toen op mijn vertaling van de CDA-kernwaarden in actiepunten voor een konkreet wetenschapsbeleid.
Nadenken langs de Maas bij Batenburg
Een dag na het boeiende gesprek met de jonge BNNVARA-journalisten leek een wandeling door het stille Batenburg een mooie gelegenheid om in alle rust na te denken over wat de nabije toekomst zou brengen, voor een deel met maar ook zonder mijn inbreng. Een dag later zou ik immers weer eens naar Utrecht rijden om in de VVM-studio te reflecteren op de toekomst van circulair afvalbeleid. Ook de maidenspeech van Henri Bontenbal bleef mij bezig houden. De rust aan de oever van de Maas met het zicht op de kerktoren van Demen werd even doorbroken door de aankomst van het veer met een viertal fietsers. Na een bevestigend antwoord op de vraag aan de kaartjesman of hij vrijwilliger was, zei hij: wacht even, u bent toch Ad Lansink, oud-lid van Provinciale Staten. Nog voordat ik kon reageren zei de schipper, die ook dichterbij was gekomen: ja, dat is Ad Lansink, vroeger een bekend lid van de Tweede Kamer voor het CDA. Ik herinner me hem uit Nijmegen. De kaartjesman greep zijn kans, en wilde meteen weten, wat ik van de affaire Omtzigt vond. Ik aarzelde omdat ik niet wist of de stilte langs de Maas ‘off the record’ inhield. Ik laat de ontwapende woorden van de vrijwilligers voor wat zij waard zijn: de bevestiging van mijn eerdere stelling over de medaille met de twee kanten. Vlak bij de in 2019 aan de eredienst onttrokken nieuwe Sint Viktorkerk van Batenburg was het randschrift: Niets blijft hetzelfde.
Nationale Milieudag 2021 bij VVM in Utrecht
Leren van 50 jaar milieubeleid was het overkoepelend thema, dat de Vereniging van Milieuprofessionals had gekozen voor de evaluatie van een halve eeuw openbaar milieubeheer. Tijdens de Nationale Milieudag 2021 – feitelijk een bijna echte vierdaagse – werd in een reeks digitale presentaties en discussies verleden, heden en toekomst met elkaar verbonden. Zelf mocht ik op 17 juni 2021 in de fraaie VVM-studio in Utrecht een bijdrage leveren aan de deelsessie ‘Ladder van Lansink in de circulaire wereld’ met een bondige powerpoint-presentatie, een uitgebreid interview van Esther Geertsema en een (chat-) discussie onder leiding van presentator Jan van Dijk over verleden, heden en toekomst, gekoppeld aan stellingen over preventie (was er vroeger meer?), bron- of nascheiding (wat is vandaag beter?) en circulariteit (is ooit 100% haalbaar?) De poll over bron- en nascheiding pakte met de uitslag 13-87 verkeerd uit. Toch was de VVM-deelsessie over het afvalbeleid in de afgelopen vijf decennia, de betekenis van de Ladder van Lansink en de belemmeringen op weg naar optimale circulariteit – wellicht 80 tot 90 % – opnieuw een stimulans om met een toekomstbestendige ladder de grondstoffenschaarse en klimaatverandering aan te pakken. Wie geïnteresseerd is in de verslagen van de Nationale Milieudag 2021 verwijs ik naar de website van de Vereniging voor Milieuprofessionals.
Hallo Ad,
In alle (teveel) haast getypt (koekreet (=konkreet) en veel (=veer) waren twee typefoutjes die ik ontdekte/tegenkwam) Maar inderdaad blijft niets hetzelfde.het gedoe binnen ‘verenigingen”,zoals CDA, was jarenlang mijn werkterrein en ook hier zaten herkenbare patronen in, zoals de voortdurende spanning tussen collectiviteit (het “verenigingsgevoel”) tegenover individualiteit (het jezelf willen blijven).
Dag LeX: mijn dank voor je correcties. Ik vond er zelf ook nog een paar. Haastige spoed is inderdaad zelden goed. Jouw opmerking over de voortdurende spanning tussen collectiviteit en individualiteit is terecht. Die spanning wordt op meer plaatsen voel- en zichtbaar.