Energievoorziening: Act Now

Pleidooi voor een directe, integrale en maatschappelijk verantwoorde aanpak, zonder uitsluiting van discutabele opties voor energiediversificatie, en met versterking sociaal-economisch draagvlak

Inleiding

2022: Somberheid troef

De internationale gemeenschap ziet zich gesteld voor een reeks, met elkaar samenhangende vraagstukken, die een integrale, breed gedragen aanpak vergen. De klimaatproblematiek en het waarschijnlijk ook structurele coronabeleid scoren hoog op de lijst van internationale vraagstukken. Nederland weet zich daarnaast geconfronteerd met de aardbevingen in Groningen, de vertraagde invulling van het stikstofbeleid en de geopolitieke gevolgen van de sancties van Rusland i.v.m. de Oekraine-oorlog, i.h.b. aantasting van de voorzieningszekerheid. Het versnipperde en somber ogende politieke landschap, de verdeeldheid en de onvrede in de samenleving belemmeren een doelgericht beleid: energiebesparing maar ook en vooral energiediversificatie, wil de energievoorziening zeker gesteld worden. Ondanks de belemmeringen blijft actie geboden: vandaar mijn oproep: Act Now om de somberheid te verdrijven.

Achtergrond

Een politiek en maatschappelijk antwoord op de kort aangeduide problemen is een pittige uitdaging, niet alleen in Europees verband, maar ook op nationaal vlak. Het publieke draagvlak voor een integrale en eensgezinde aanpak wordt belemmerd door politieke versnippering en toenemende invloed van populisme en nationalisme. De politieke stromingen aan de extreem-rechterzijde willen van klimaatbeleid niets weten, en benadrukken liever individuele vrijheid dan gezamenlijke verantwoordelijkheid, De trends van populisme en nationalisme veroorzaken bij bewindslieden en Kamerleden risicomijdend gedrag, met als gevolg aarzelend beleid en soms zelf uitstel van dringend noodzakelijke maatregelen. De in de afgelopen decennia ruim beschikbare fossiele brandstoffen – in Nederland aardgas, daarbuiten olie en steenkool – leidde tot gewenning van de samenleving, en tot het te gemakkelijk doorstrepen van andere opties voor effectief klimaat- en feitelijk ook stikstofbeleid.

HABOG – Opslaggebouw voor hoogradioactief afval – COVRA – Vlissingen-Oost (Foto: Ad Lansink)

Geopolitieke ontwikkelingen maken de afhankelijkheid van energiebronnen extra manifest, en benadrukken het belang van de tot voor kort onderbelichte voorzieningszekerheid. Dit thema vergt extra aandacht, omdat levering van elektriciteit en warmte een essentiële levensbehoefte is. Van een kabinet mag en moet lef en durf worden gevraagd, door de keuze voor een integraal pakket aan maatregelen, dat op korte termijn kan worden ingezet en waarbij de aanpak van het klimaatvraagstuk niet wordt belemmerd. Diversificatie van energiebronnen en energiebesparing zijn en blijven de pijlers van het beleid. Omstreden opties zoals kernenergie en opslag van CO2 mogen niet langer uitgesloten worden.

Deze notitie is primair gericht op energiediversificatie. De ook noodzakelijke energiebesparing vergt een andere benadering en een op verbruikssectoren gericht specifiek beleid. In de woon- en werkomgeving zijn het vooral de isolatiemaatregelen, terwijl bij verkeer en vervoer zowel directe als indirecte beperking van mobiliteit als systematische verschuiving van vervoerswijzen aan de orde zijn.  Verkeer en vervoer zijn tot op heden ontzien, ondanks de forse bijdrage aan de CO2-emissies. De vroegere verruiming van de maximumsnelheid staat zelfs haaks op de gewenste energiebesparing. Datzelfde geldt voor de welwillendheid jegens de luchtvaart tegemoet is getreden. Wisselvalligheid bij de stimulering van de elektrificatie van het wagenpark is evenmin bevorderlijk voor effectief klimaat- en transitiebeleid. Rekeningrijden mag niet langer uitgesteld worden, en de luchtvaart mag niet langer meer worden ontzien.

Politiek-bestuurlijke probleemstelling

Van oud naar nieuw: vervanging kolencentrale Engie door twee windmolens (Foto: Ad Lansink)

De leveringszekerheid moet worden gewaarborgd zonder in te leveren op de klimaatdoelstellingen, en met behoud en versterking van het sociaaleconomiscdraagvlak. Daarnaast dient de weerstand tegen opties, die een integraal energiebeleid kunnen frustreren te worden geslecht.  Die opties zijn inzet van kernenergie, onder- of bovengrondse CO2-opslag, toepassing van biomassa. Ook internationale afstemming en coördinatie vergen aandacht. Als gevolg van exorbitante prijsstijgingen staat het sociaaleconomisch draagvlak onder grote druk. Veranderingen in de fiscale systemen zijn geboden.  Een integrale aanpak van de problematiek vergt een meersporenbeleid met als uitgangspunten:

  • Vasthouden aan doelstellingen klimaatbeleid, maar fasering accepteren indien voorzieningszekerheid elektriciteit en of gas dat vergt
  • Prioriteit voor (zelf)voorzieningszekerheid elektriciteit, in mindere mate voor gas, indien alternatieven beschikbaar zijn (warmtenet, warmtepompen)
  • Op gerechtigheid gebaseerde financiering van beleidsmaatregelen, die een forse druk leggen op de samenleving
  • Rangschikking energieopties naar energie-efficiency en vermeden uitstoot van CO2: wind, zon, kernsplijting, aardgas, biomassa, steenkool

Borgen van energievoorzieningszekerheid

De kostbare medaille van de energievoorzieningszekerheid heeft twee kanten: beschikbaarheid en betaalbaarheid. Die tweede kant krijgt in relatie tot koopkracht veel aandacht. Maar beschikbaarheid telt ook, op korte en (middel)lange termijn, omdat verleden en heden leren, dat zeker structurele oplossing geboden zijn. Frankrijk wijst de weg met kernenergie, Noorwegen met het financiële beheer van olie- en aardgasbaten. Oppoetsen van de nu doffe energievoorzieningsmedaille leidt tot de volgende tien hoofdlijnen, die nader worden toegelicht en uitgewerkt in actiepunten:

  1. Borgen van voorzieningszekerheid elektriciteit via fasering afbouw kolenvermogen en vernieuwing kernenergie
  2. Borgen van voorzieningszekerheid gas via gelimiteerde productie uit Groningenveld en vergroting productie uit kleine velden
  3. Vergroting van de tijdelijke en blijvende opslag van CO2, onder meer door onderzoek naar CO2-opslag in lege onshare velden
  4. Verruiming zonne-energie-vermogen, via bedrijfsgebouwen en vergroting netcapaciteit
  5. Verruiming wind-energie-vermogen, onder meer door vergroting off-shore capaciteit en relatie tot waterstoftechnologie
  6. Blijvende inzet van afval-energie-centrales als circulaire producent van elektriciteit, warme, CO2 en
  7. Financiële aspecten: voeding van transitiefonds, bestemming extra-aardgasbaten en bestendige, dus structurele reparatie van koopkracht
  8. Sociaaleconomische aspecten: hantering draagkrachtbeginsel en inzet onorthodoxe instrumenten: prijsdifferentiatie en CO2-budgetten
  9. Procedurele aspecten; Meerjarenprogramma’s energiediversificatie en energiebesparing, op wettelijke basis
  10. Informatie en communicatie: vergroting publiek draagvlak in samenleving, en betrokkenheid van bedrijfsleven en lagere overheden

Hoofdlijn 1: Voorzieningszekerheid elektriciteit 

Schilderij van inmiddels (bijna) gesloopte kolencentrale te Nijmegen
Marena Seeling: Olie op linnen (2013) 120 x 100 cm

In de relatief dichtbevolkte West-Europese landen, ook in Nederland, is continue levering van elektrisch vermogen noodzakelijk. Waar de beschikbaarheid van kolen- en gasvermogen afneemt, blijft kernenergie de enige mogelijkheid om voldoende basisvermogen te leveren. Deze optie wordt noodzakelijk, wanneer opslag van CO2 via CCS onmogelijk blijft en moderne kolencentrales moeten sluiten. Bovendien dienen enkele gascentrales beschikbaar te blijven om pieken in de energievraag op te vangen. Duurzaam opgewekte elektriciteit draagt bij aan de voorzieningszekerheid, wanneer de discontinuïteit van levering wordt voorkomen of beperkt door opslagsystemen. Deze benadering leidt tot de volgende actiepunten voor het waarborgen van de voorzieningszekerheid voor elektriciteit 

  1. Waarborgen van continue stroomlevering van door (geleidelijke) vervanging van kolengestookte centrales door kerncentrales
  2. Indien noodzakelijk: incidentele inschakeling van gascentrale
  3. Op korte termijn: tijdelijke verruiming grenswaarde kolencentrales
  4. Op langere termijn: realisering van opslagsystemen voor beheer van overtollige zon- en windenergie

Hoofdlijn 2: Voorzieningszekerheid gas

Gasinfrastructuur – Vervanging van gietijzeren door plastic buizen in Voorjaar 2022 in Nijmegen
(Foto: Ad Lansink)

De gasinfrastructuur inclusief enkele gascentrales blijft van betekenis, ook na beëindiging van de gasproductie in Groningen. Noors gas is een goede transitie-brandstof, ook om thermodynamische redenen. Daarnaast is het gasnet van waarde voor de waterstof-economie en de inzet van biogas, verkregen uit de verwerking van groen-afval. Omzetting van overschotten aan duurzame elektriciteit bij een te groot aanbod van zon- en windenergie in waterstof dient een meervoudig doel: opslag en transport van energiedrager, grondstof voor industrieel processen, en brandstof voor mobiliteit. Marktwaardeverliezen van zon- en windenergie worden daarmee voorkomen. Deze benadering lijdt tot de volgende actiepunten voor het waarborgen van de gasvoorzieningszekerheid:

  1. Tijdelijke, gelimiteerde productie uit Groningenveld i.o.m. Advies Mijnbouwraad), gekoppeld aan snelle en ruimhartige compensatie van de aardbeving schades;
  2. Activeren en intensiveren van kleine veldenbeleid op Noordzee inclusief vergunning voor het veld ten noorden van Schiermonnikoog
  3. Vergroting van import, ook in de vorm van LNG
  4. Behoud van gasinfrastructuur, ook voor biogas en waterstof

Hoofdlijn 3: Tijdelijke en blijvende opslag van CO2

Biomassa: houtbewerking of brandstof (Foto: Ad Lansink

De voorlopig nog noodzakelijke inzet van fossiele energiebronnen in de vorm van steenkool en gas vergen opslag van CO2, wil aan de zware emissiereductie doelstellingen voldaan worden. Ook het streven naar negatieve CO2-reductie maakt CCS en andere opties voor opslag opportuun. CO2 kan ook een belangrijke rol spelen in de transitie naar circulaire economie, zowel via CO2-sequestratie, het vastleggen van CO2 in bouwmaterialen als via de korte biomassa-kringlopen. Tegen deze achtergrond zijn de volgende actiepunten van betekenis, ook voor het geval van beperkte reductiemogelijkheden

  1. Onderzoek naar opslag van CO2 in lege on-share gaslocaties, waarbij risico op aardbevingen kan worden verkleind 
  2. CO2-sequestratie in relatie tot circulaire economie
  3. Aanplant van bomen en snelgroeiende gewassen (circulaire biomassa)

Hoofdlijn 4: Verruiming zonne-energie-vermogen

Zonneboom van Andreas Hetfeld in Nijmegen (Foto: Ger Loeffen)

Verduurzaming van energie moet krachtig worden voortgezet. De natuur levert met zon, wind en water (indien beschikbaar) onuitputtelijke bronnen, waarmee op termijn de energievraag grotendeels kan worden gedekt. Maar discontinuïteit van zon- en windenergie vereist wel tijdige ontwikkeling van opslagsystemen. Waar fysieke opslag van windenergie via waterbekkens moeilijk realiseerbaar is, resteren opties als directe omvorming tot en tijdelijke opslag van waterstof, en opslag van zonne-energie in de accu’s van het geëlektrificeerde wagenpark. Voorkomen moet worden, dat hernieuwbare energie andere waarden schaadt. Denk aan verlies van biodiversiteit en van groene ruimte door aanleg van grote zonne-energie-velden. Voor de verrruiming van het zonne-energievermogen zijn de volgende actiepunten van betekenis:

  1. Versnelling uitbreiding zonne-energie met name door groter arsenaal op bedrijfsgebouwen
  2. Uitbreiding en verzwaring van netcapaciteit
  3. Stimulering van klein en middelgrote accu-oplaadsystemen, ook voor thuisgebruik
  4. Bevordering van de inzet van zonnestroom voor electrisch rijden

Hoofdlijn 5: Verruiming wind-energie-vermogen

Windpark Egmond aan Zee

De omvang van het terecht toegenomen vermogen uit off-shore windparken vergt rechtstreekse opslag van de niet direct inzetbare stroom. Omzetting in waterstof leidt bij een geleidelijke verlaging van de kosten van electrolysers tot een aanvaardbare businesscase. Specifieke actiepunten voor windenergie zijn:

  1. Verdere vergroting van offshore capaciteit
  2. Faciliteiten voor omzetting van niet inzetbare stroom in groene waterstof
  3. Versnelde inzet van waterstoftechnologie
  4. Stimulering van windenergie op bedrijfsterreinen

Hoofdlijn 6: Continuïteit van afval-energie-centrales

Producten uit Afval-Energie-Centrale

De inzet van biomassa – vooralsnog een van de meest belangrijke bronnen voor hernieuwbare energie – roept vraagtekens op door de komaf van de bijgestookt materialen. Hoogwaardiger toepassingen verdienen voorrang boven massale inzet voor stroomproductie. Niettemin kunnen moderne afvalverbranders een forse bijdrage leveren aan de productie van elektriciteit en warmte. Bovendien dragen zij via de levering van CO2 bij aan de agrobusiness van tuinbouwbedrijven. Voor de afval-energiecentrales gelden de volgende actiepunten:

  1. Verlenging van levensduur i.v.m. continue elektriciteitsproductie
  2. Inzet van afvalwarmte voor warmtenetten
  3. Faciliteren van CO2-opvang en doorlevering aan tuinbouwsector
  4. Hergebruik van vlieg- en bodemassen

Hoofdlijn 7: Financiële aspecten

De zorgplicht van de overheid vergt, dat het beleid gestoeld wordt op universele uitgangspunten: achtereenvolgens gerechtigheid, duurzaamheid, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Beleid, gebaseerd op deze waarden zal bij een groot deel van de samenleving de onvrede wegnemen, zowel in materiële als niet-materiële zin. Deze benadering vereist wel, dat doel en samenhang van de maatregelen zichtbaar worden gemaakt. Gerechtigheid leidt tot de hoofdlijn, dat bij de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Gerechtigheid vereist ook, dat bij klimaatbeleid niet volstaan wordt met de vervuiler betaalt. Een faire lastenverdeling vergt, dat een groot deel van de kosten van klimaat- en transitiebeleid betaald worden uit de algemene middelen, gevoed door het draagkrachtbeginsel, dus volgens progressief tarief. Het vervuiler-betaalt-principe is vervolgens de grondslag voor CO2-beprijzing, energiebelasting, accijnzen en rekeningrijden. Een deel van die middelen kan gebruikt worden voor een energie-transitiefonds. 

  1. Instelling Nationaal Energietransitie-fonds
  2. Partiele voeding uit Algemene middelen
  3. Voeding van fonds uit extra aardgasbaten en doelheffingen
  4. Relatie tot Klimaatfonds regelen

Hoofdlijn 8: Sociaaleconomische aspecten

De Europese sanctiemaatregelen tegen Rusland als reactie op het binnenvallen van Oekraine lieten de energiemarkten niet onberoerd. Hoewel verwacht werd dat Gazprom de gaskraan als reactie volledig of tenminste gedeeltelijk zou dichtdraaien, heeft de forse stijging van de gasprijzen de overheden en marktpartijen verrast, ook omdat ook de prijzen van de overige fossiele energiedragers in de eerste helft van 2022 aanzienlijk zijn gestegen. Bedrijven en huishoudens worden geconfronteerd met steeds hogere energieprijzen, waardoor de roep om compensatie van overheidswege steeds luider wordt. Betaalbare energie wordt soms zelf als voorzieningszekerheid benoemd. Een integrale aanpak van de transitievraagstukken leidt tot de volgende actiepunten:

  1. Toepassing van draagkrachtbeginsel: verlaging inkomsten- en verhoging vermogensbelasting, verhoging minimumloon
  2. Onorthodoxe maatregelen: prijsdifferentiatie of toekenning persoonlijk CO2-budget
  3. Wijziging van BTW-regiem (naar analogie van Duitsland)
  4. Beoordeling en wijziging systematiek energiebelasting
Jaarverbruik kWh0-30003001-40004001-5000> 5000
‘Oud’ tarief0,25
Marktconform0,40
Met Toeslag0,500,55
Model -Voorbeeld prijsdifferentiatie stroomtarieven huishoudens
Lagere inkomens worden ontzien, wel aangemoedigd om zuinig om te gaan met energie. . De andere inkomens betalen b meer. Uit die overwinst kan de leverancier het verschil dekken tussen modale prijs en werkelijke kostprijs.

Hoofdlijn 9: Procedurele aspecten

Het borgen van de energievoorzieningszekerheid in relatie tot energiediversificatie en energiebesparing vergt een structureel, voortschrijdend meerjarenplan op wettelijke basis. Het Nationaal Milieeubeleidsplan kan daarbij tot voorbeeld strekken. Onderzocht moet worden, op welke wijze de stakeholders – bedrijfsleven, lagere overheden, milieuorganisaties – bij de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenplan worden betrokken. Actie- dan wel aandachtspunten zijn daarbij:

  1. Opstelling van bindend Meerjarenplan naar analogie van NMP
  2. Onderscheid korte (2025), middellange (2030) en lange (2040) termijn
  3. Inbouw evaluaties (2024, 2028, 2025) met mogelijkheid van bijstelling
  4. Instelling externe Raad van Advies

Hoofdlijn 10: Informatie en communicatie

Interne en externe communicatie – Schema uit ‘Challenging Changes : Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy by Ad Lansink

Het draagvlak voor tijdelijke en blijvende transities vereist tijdige en zorgvuldige informatie van de samenleving. Het bedrijfsleven en de lagere overheden moeten kunnen rekenen op een goede communicatie met de rijksoverheid. Digitale raadpleging van huishoudens en individuele personen vergroot de betrokkenheid bij de transities, waarvoor de samenleving zich gesteld ziet.

  1. Publieksinformatie via permanente campagne
  2. Communicatie met stakeholders
  3. Speciale aandacht voor gevoelige thema’s zoals de ondergronds opslag van CO2 en de langdurige opslag van radioactief afval
  4. Ontwikkeling van educatieve programma’s

Verantwoording

In de voorjaarsvergadering 2022 van de Werkgroep Energiepoort lag de vraag op tafel, welkeonderwerpen tijdens de najaarsbijeenkomst van Energiepoort aan de orde zouden kunnen komen, in aanwezigheid en met inbreng van de minister van Klimaat en Energie. Zou de bewindsman verhinderd zijn, dan zouden met enkele leden van de Tweede Kamer de actuele situatie op de energiemarkt besproken kunnen worden, inclusie de vraag hoe Nderland het vraagstuk van de energievoorzieningszekerheid zou kunnen of moeten aanpakken. Mijn suggestie om een aanzet op papier te zetten werd door de leden van de Werkroep Energiepoort op prijs gesteld. Deze notitie is geschreven op persoonlijke titel.

2 gedachten over “Energievoorziening: Act Now

  1. Geachte heer Lansink,

    snel heb even uw artikel gescand en zie de gebruikelijke retoriek langskomen in het kader van de bekende symptoombestrijding- traditie van het stapelen van steeds meer problemen op elkaar in plaasts van terug naar de oorsprong gaan : Energie als meest basale voorziening voor een economie die voor 100 % isgebaseerd op het verbranden van fossiele brandstoffen. Totdat ze op zijn en de beschaving ten einde zal komen . Een proces wat steeds sneller verloopt agv de energietransitie die geen energietransitie is .

    kijkt u naar de grafiek (en ) van verschillende pagina’s

    Energievoorziening moet weer een nutsvoorziening worden : een voorziening in het algemeen belang. Dus niet het speeltje van de kongsi van de elite en de politiek ( NGO’s ) als gefundeness fressen .

    Co2 is het gas waar al het leven op aarde mee begint . niet een speeltje om miljardair mee te worden. over de ruggen van burgers . bv CO2 opslag ( de grote zwendel )

    De kleptocratie moet worden opgeheven en de democratie opnieuw geinstalleerd. Inclusief een Vrije Pers, zoals beschreven door Alexis de Tocqueville . ( zie artikel ‘de muur van de media )

    http://bureaulesswatts.nl/de-lesswatts-post/

    mvr groet

    Bert Pijnse van der Aa

  2. Waarschijnlijk hebt u mijn pleidooi voor een integrale aanpak van het vraagstuk van de energieleveringszekerheid (en wat daarbij komt kijken) te snel gescand, en daardoor niet begrepen. Van retoriek is in geen geval sprake, wel van een poging om diversificatie en energiebesparing te verbinden met de materiële en financiële aspecten van het energieverbruik. Uw reactie heeft meer van doen met retoriek – denk aan termen als kleptocratie, vrije pers, speeltje van miljardairs – dan de hoofdlijnen die ik politici aanreik. Overigens heb ik mij bij de behandeling van de Electriciteitswet in 1995 verzet tegen de marktwerking. De coalitie van toen (PvdA, D66 en VVD) zetten de liberalisering en privatisering van de nutsbedrijven door. Door de aanvaarding van een evaluatiebepaling kon later de privatisering van het netbeheer voorkomen worden. Of de marktwerking ongedaan gemaakt kan worden valt te betwijfelen, maar dat terzijde, Want ook in het geval van nutsvoorzininfen zouden diversificatie en besparing politiek gevoelige thema’s blijven, ook in relatie tot het klimaatbeleid.

    De verwijzing naar de teksten van Bureaulesswatts leerde mij uw instemming met het werk van de te vroeg overleden David JC MacKay. Ik heb zijn boek ‘Sustainable Energy – Without the Hot Air – kort na het verschijnen in 2009 aangeschaft, en met grote interesse gelezen. Het boek ondersteunt de hoofdlijnen van diversificatie en besparing, en geeft beleidmakers aanknopingspunten voor duurzaam beleid, los van de vraag van de marktwerking. Het boek leert ook hoe politici en beleidmakers – ook u dus – moeten omgaan met de gecompliceerde vraagstukken van vraag en aanbod van zeer verschillende energiebronnen. Toen David JC MacKay zijn bevindingen opschreef, wogen de geopolitieke factoren minder dan nu.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.