Met Challenging Changes naar Libanon voor een ministeriële workshop over de betekenis van de Ladder van Lansink voor de afvalwetgeving
Zo kom je nog eens ergens: dat worden langzamerhand gevleugelde woorden. Toen nog vol verwachting uitziend naar de congressen in Johannesburg en Kuala Lumpur, die ik ‘gewapend’ met Challenging Changes zou gaan bezoeken, vroeg ISWA-president Antonis Mavropoulos mij plotseling om in Beirut met een keynote over de ‘waste hierarchy’ een workshop in te leiden, die hij op verzoek van de Libanese regering had georganiseerd. Hoewel Libanon niet vlak bij de deur ligt, hoefde ik niet lang na te denken om ja te zeggen op de onverwachte invitatie. Op 25 september 2018 bracht Sophie van Kempen – onze reisgenote bij de trips die enkele weken later zouden volgen – in het holst van de nacht naar Schiphol. De gebruikelijke poortjes namen we deze keer met groot gemak, waarna we via Parijs met Air France naar Beirut vlogen.
Het voordeel van een dagvlucht bij helder weer is het zicht op de bestemming. Zo ook boven Beirut. Of het opzet was weet ik niet, maar de piloot vloog op een toepasselijke hoogte langs de kustlijn, zodat de immense stad goed in beeld kwam. Beirut Airport ligt een kleine 10 km van de stad, naar later bleek een snel te overbruggen afstand. De toegezegde ophaler had ons snel gevonden. Kort na de aankomst in wat vroeger het ‘Parijs van het Midden-Oosten’ werd genoemd stonden we in de hal van het hotel, midden in het befaamde stadsdeel Hamra met veel hoogbouw, maar ook met aardig wat kleine winkels en restaurants, en met smalle straten, waar talrijke auto’s zich moeizaam doorheen worstelden.
Binnen de kortste keren zocht gastheer Antonis Mavropoulos app-contact, met als onverwacht gevolg, dat we enkele uren na aankomst in Beirut in een fraai visrestaurant aan de boulevard gevieren konden genieten van diverse, zelf uitgekozen soorten vis, bereid volgens de locale keuken na een gepast advies van de vriendelijke eigenaar van het prachtig gelegen restaurant. Gevieren: want Antonis had Frederico meegenomen, zijn collega en vriend, die ons vervoer naar diverse locaties verzorgde.
Frederico nam de volgende dag ook mijn (thuis voorbereide) presentatie door. Dat werd een serieuze briefing met uiterst belangrijke tips. Na de briefing was er tijd voor sight seeing: de Amerikaanse Universiteit met het befaamde archeologisch museum, en een kustwandeling, met zicht op de zee en op de betrekkelijk hoge gebouwen tussen de boulevard en het oude stadsdeel Hamra. Terug naar het hotel werden de hoogteverschillen pas echt duidelijk. De tweede dag werd weer afgesloten met een diner, nu verder van het hotel, in een typisch Libanees restaurant, en met meer gasten. Antonis had o.m. ISWA Board Member Derk Greedy en ISWA Managing Director Arne Ragossnig uitgenodigd. Zij zouden ook een bijdrage aan de workshop leveren.
Vroeg uit de veren was het parool op de derde dag. De workshop, waar alles om begonnen was, startte al om 9.00 uur. Plaats van handeling: het gebouw van het Parlement, waar na de gebruikelijke koffie met gebak minister Anya Ezzeddine de bijeenkomst opende met een overzicht van het afvalbeheer in Libanon. De nieuwe afvalwet was net van kracht geworden, maar aanscherping bleef mogelijk. En geboden, gelet op de vele, brandende landfill-sites, soms vlak bij de gebouwde omgeving. Vervolgens mocht ik de betekenis van de afvalhierarchie uiteenzetten voor het terugdringen van lucht-, water- en bodemvervuiling en voor de geleidelijke overgang naar circulair resource management. Derk en Arne voegden hun eigen ervaringen in UK en Austria toe, en Antonis vatte onze gezamenlijke inbreng kundig samen.
Na een korte pauze ontspon zich een pittige discussie met leden van het parlement, ambtenaren, mensen uit het bedrijfsleven en milieu-organisaties. De voertaal was Engels, maar de Arabische tolk was aangetrokken om de discussie voor iedereen verstaanbaar te maken. Wat mij vooral is bijgebleven, is de interventie van een van de gasten. Vrij vertaald: dank voor al uw mooie betogen, maar u moet niet denken dat de strategie van de afvalhierarchie en bijbehorende acties in Libanon een op een gekopieerd kunnen worden. Wij zijn een ander land, met andere gewoonten, een ander welvaartsniveau en een andere economie. Ik viel hem ivoor een deel bij, maar hield staande, dat de afvalhierarchie toch een universele, ook voor Libanon bruikbaar ‘framework’ is. De workshop werd afgesloten met een uitgebreide lunch in weer een ander Libanees restaurant, in aanwezigheid van vrijwel alle (70) gasten.
Enkele uren later troffen wij Antonis, Federico, Derk en Arne opnieuw in het visrestaurant, waar ons bezoek aan Beirut twee dagen eerder was begonnen. Aangezien we met uitzondering van Federico het gezelschap een maand later in Kuala Lumpur weer zouden ontmoeten was van een afscheid eigenlijk geen sprake, wel van Libanon en Federico, niet van de ISWA-mannen, die deskundigheid paren aan hartelijkheid, en visie aan verantwoordelijkheid. Het was een voorrecht om ver van huis ervaringen uit te wisselen en kennis te delen, ook over zaken buiten het domein van afvalbeheer en circulaire economie. De internationale politieke ontwikkelingen geven daar ook alle aanleiding toe.
Na de volle dag van de workshop hadden we nog een dag om de omgeving van Beirut te verkennen. Op advies van Edward Kimman SJ trokken we naar Tyrus, de oude havenstad aan de Middellandse Zee, ruim 100 km ten zuiden van Beirut. Tyrus is al in 1984 op genomen de Unesco-lijst van Werelderfgoederen. Halverwege de taxi-rit naar Tyrus ligt Sidon, de op twee na grootste stad in Libanon met ongeveer 200.000 inwoners, destijds een van de belangrijke steden van Kanaän. De tijd ontbrak om uit te stappen. We moesten het doen met enkele blikken uit de auto.
Wat we wel uitvoerig zagen, was een van de oudste kerken in Tyrus, en ook de landtong, waar Tyrus in het verre verleden is ontstaan. Nu resten slechts ruïnes: even indrukwekkend als monumentaal. Zoveel werd duidelijk: waar het verleden zichtbaar is, daar gloort de toekomst, ook in Libanon, al heeft hier en daar de tijd stil gestaan. De netwerken midden in de stad bewijzen dat evenzeer als het zwerfvuil langs de autosnelwegen: een lange sliert van voornamelijk verpakkingsplastic. Ook op dat vlak valt er in Libanon nog veel te doen.