Hoogtepunten Kuala Lumpur

ISWA President Antonis Mavropoulos overhandigt Ad Lansink de ISWA Publication Award 2018

Feestelijke uitreiking ISWA Publication Award 2018 voor Challenging Changes
Wie had ooit gedacht, dat ik met de Ladder van Lansink – bijna 40 jaar nadat ik die voorkeursvolgorde voor het afvalbeheer bedacht – de befaamde Petronas Towers in Kuala Lumpur zou beklimmen. In figuurlijke zin dan. Want de tocht naar de hoogste verdieping van de iconische tweelingtorens vereist natuurlijk snelle liften. En het bezoek aan de top en aan de brug – halverwege de beide torengebouwen – was de afsluiting van vijf onvergetelijke dagen in Kuala Lumpur, rond het echte hoogtepunt: de overhandiging van de prestigieuze ISWA Publication Award 2018, die ik met Challenging Changes in de wacht had gesleept. Een onafhankelijke jury had enkele maanden eerder mijn boek over de onmiskenbare relatie tussen afvalhierarchie en circulaire economie gekozen uit 15 genomineerde publicaties.

Dubai, met Emirates naar Kuala Lumpur

Van Afrika naar Azie
De reis naar de grootste stad van Maleisië was op zichzelf al een belevenis. WasteCon 2018, het tweejaarlijkse congres van IMWSA in Johannesburg, en het ISWA World Congress 2018 in Kuala Lumpur lagen zo dicht bij elkaar, dat een rechtstreekse vlucht van het ene (Afrika) naar het andere continent (Azie) voor de hand lag, zij het via Dubai, dat we slechts uit de lucht hebben kunnen bekijken. De luchthaven van Dubai mag er trouwens ook zijn: een en al luxe zoals te verwachten was in de rijke woestijnstad. Van Johannesburg naar Kuala Lumpur: dat betekent een kleine twintig uur onderweg, in de redelijk gevulde vliegtuigen van Emirates. Het is een aardige bijkomstigheid: begrippen, die bekend zijn van de sponsoring van sportmanifestaties en clubs, komen in de lucht tot leven: Petronas en Emirates.

Kuala Lumpur om 23.00 uur, met Petronas Towers

KLCC
De nachtelijke aankomst biedt meteen een verrassend zicht op Kuala Lumpur, de Aziatische stad waar de tijd niet heeft stilgestaan. De verlichte torengebouwen roepen een futuristische sfeer op, zakelijk en toch sprookjesachtig. Het Kuala Lumpur Convention Centre – kortweg KLCC – ligt midden in het zakencentrum, vlak bij de Petronas Towers en het immense Suria KLCC winkelcentrum. Hotel Impiana staat niet ver van het fraaie KLCC, dat met voetgangersbruggen en tunnels snel te bereiken is. Bij de eerste verkenning kijken we – echtgenote Ans, boekontwerper Sophie van Kempen en ik – onze ogen uit. We vallen van de ene verbazing in de andere, in het van liften en roltrappen voorziene winkelcentrum, maar ook in het mooie KLCC-park: een groene oase tussen de talloze torengebouwen. Binnen een halve dag voelen we ons thuis in die uitzonderlijke omgeving.

Opening van het ISWA World Congress 2018, met links Antonis Mavropoulos

Tromgeroffel
De boeiende gebeurtenissen, op weg naar de uitreiking van de ISWA Publication Award 2018, volgen elkaar in hoog tempo op, te beginnen met de borrel en maaltijd met de delegaties van de NVRD en de gemeente Rotterdam, die de toekomstige vestiging van ISWA in Rotterdam vieren: een genoeglijke bijeenkomst, temeer waar de NVRD, voor Nederland lid van ISWA, mijn boek had genomineerd voor de ISWA Award. De ceremoniële opening van het ISWA 2018 World Congress in de immense congreszaal van het KLCC zal ik evenmin vergeten. Ruim  1200 gasten luisterden ingetogen naar het Maleisische volkslied, en zagen na een opwindende show, hoe ISWA President Antonis Mavropoulos, Dr Ho, zijn Maleisische collega en een hoge overheidsdienaar met tromgeroffel het congres voor geopend verklaarden. In het KLCC was intussen de ‘Exhibition’ begonnen, terwijl in de ruime wandelgangen de gasten een grote variatie van dranken en hapjes aantroffen.

Ans en Ad Lansink met Sophie van Kempen voor WOWKL!,bij de ISWA Welcome Reception

Kennisdeling alom
Parallelle workshops op het uitgebreide terrein van afvalbeheer en circulaire economie leerden de congresgangers, dat er heel wat te doen valt om de transitie naar een duurzame samenleving waar te maken. Aan het enthousiasme van de sprekers zal het niet liggen, en aan de inzet van de kennis beluste deelnemers evenmin. De moeilijkheid zit hem natuurlijk in de vertaling van ideeën en plannen in de harde werkelijkheid van alledag, temeer – ook dat werd in Kuala Lumpur duidelijk – vanwege de grote verschillen in welvaart, kennis en middelen. Tegen die achtergrond is kennisdeling van grote betekenis. De uitwisseling van ervaring en de overdracht van technologie vergemakkelijkt de transitie naar circulariteit. Dat daarbij ook de sociale en culturele aspecten een rol spelen, bleek tijdens de enerverende Welcome Reception, op zijn Maleisisch.

Het onvergetelijke hoogtepunt

Hoogtepunt
Nog onvergetelijker was de uitreiking van de ISWA Publication Award 2018 tijdens het ISWA Gala Diner in de met honderden gasten gevulde Ballroom van het KLCC. Op het podium speelde een Maleisische band regionale muziek, zij het met een westerse klankkleur. Aan een ontelbaar aantal ronde tafels genoten de gasten van een acht-gangen-diner naar Oosterse snit. De feestelijke muziek werd af en toe onderbroken voor mededelingen en voor de overhandiging van de Award. Na de aankondiging door ISWA President Antonis liep ik gespannen naar het podium. Daar maakte de nervositeit plaats voor blijdschap en ook trots. Deze waardering had ik in 1979 en de jaren daarna niet kunnen voorzien, ook niet in october 2017, toen ik in Brussel Challenging Changes presenteerde. Vandaar ook mijn welgemeende dankwoorden, in het bijzonder aan het ‘home team’: Jan Storm en de ‘editorial board’, Cobie Jolink, en de gelukkig in het KLCC aanwezige Ans Lansink en Sophie van Kempen.

Dankwoord van Ad Lansink

It’s time for change
Het besluit om de verre reis naar Kuala Lumpur te ondernemen om de oorkonde zelf in ontvangst te nemen, heeft ons – ook Ans en Sophie – onvergetelijke dagen bezorgd, niet alleen om het bezoek aan een land en stad, waar we nog nooit geweest waren, maar ook en vooral door de  hartelijke en inhoudsvolle ontmoetingen en gesprekken: met de staf en leden van de wereldwijde ISWA-gemeenschap, en met congresgangers, die verrast waren door de aanwezigheid van ‘the father of waste hierarchy’. De verbazing dat achter het begrip ‘Ladder van Lansink’ een levend iemand schuil gaat wekte verbazing en waardering. Het was daarom niet moeilijk om na de ontvangst van de Award het volgende slotwoord uit te spreken: ‘It’s time for change, let’s do it together, all over the world’. Wereldwijd: in Kuala Lumpur, in Nijmegen en elders. Want uiteindelijk zijn hoogtepunten niet gebonden aan plaats of tijd.

Eregast(en) bij IWMSA in Johannesburg

Reisgenoten Ans Lansink en Sophie van Kempen goedgeluimd op weg naar Johannesburg

Met Challenging Changes naar WasteCon 2018: tweejaarlijks congres van de Zuid-Afrikaanse Associatie van Afvalbedrijven
In het vroege voorjaar van 2018 vroeg Leon Grobbelaar, de nieuwe president van het Institute of Waste Management of Southern Africa (IWMSA), of ik op de 24e editie van het tweejaarlijks congres WasteCon 2018 de openingstoespraak wilde verzorgen. Via de staf van ISWA had hij gehoord, dat mijn boek Challenging Changes mooi paste bij het thema van WasteCon 2018: Implementing the Waste Hierarchy. Ik accepteerde graag deze eervolle invitatie, weliswaar ver van huis maar de moeite van een interessante reis meer dan waard. Ik kocht zelfs een reisgids van Kaapstad, vanwege het aanvankelijke plan om na Johannesburg ook de mooiste stad van Zuid Afrika te bezoeken. Enkele maanden later verraste mij het ongedachte bericht over de toekenning van de ISWA Publication Award 2018 De officiële uitreiking zou op 23 october 2018 plaats vinden, tijdens het ISWA World Congres 2018 in Kuala Lumpur.

Na lange reis naar Johannesburg nog even een selfie van een fit drietal

Gedrieën op pad
Het bezoek aan Kaapstad moest dus worden ingeruild voor een opnieuw verre reis naar Kuala Lumpur, via een korte tussenstop in Dubai. Toen ik begin 2018 hoorde van mijn nominatie voor de ISWA prestigieuze Publication Award had ik boekdesigner Sophie van Kempen al gezegd: wanneer ik de ISWA-Award win, nodig ik je uit om mee te gaan naar Kuala Lumpur. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Haar enthousiasme bleef toen we besloten om de twee reizen aaneen te sluiten. Zo kon het gebeuren, dat we gedrieën – echtgenote Ans, Sophie van Kempen en ik – op de vroege zondagochtend door de moeder van Sophie naar Schiphol werden gebracht om aan een even avontuurlijke als – achteraf – onvergetelijke trip te beginnen. Enkele dozen met boeken hadden niet op eigen kracht maar op die van DHL Express de weg naar Johannesburg en Kuala Lumpur al weten te vinden.

Spiegel: Sophie  en Ad  in Apartheidsmuzeum

Sightseeing
Na een lange maar voorspoedige vlucht landden we ’s avonds laat in Johannesburg. De shuttle naar Emperor’s Palace – het complex met drie hotels, een ‘mall’ en het congrescentrum, waar WasteCon 2018 plaats zou vinden – vonden we snel. Emperor’s Palace ligt in Kempton Park, vlakbij het vliegveld. Gedrieën liepen we de volgende dag naar het congrescentrum, waar we ook alle drie een badge kregen. Op de eerste congresdag is er zowaar ruimte voor sightseeing. De hotelstaf adviseerde ons een taxi met gids via het bedrijf van Titus, een hartelijke Afrikaan, die Ans en Sophie ook andere dagen zijn diensten zou aanbieden. Het bezoek aan het indruk-wekkende Apartheidsmuseum en de tocht langs en door de townships van Seveto bleken een echte eyeopener, net zo als karakteristieke aspecten van Johannesburg: grote welvaart naast diepe armoede, ommuurde huizen, forse hekken, in schooluniform gestoken kinderen en – opvallend genoeg – een uitstekende infrastructuur voor het omvangrijke autoverkeer. Wie had dat gedacht?

Inaugural adres bij WasteCon 2018 (Foto: Sophie van Kempen)

Linda Godfrey
Weer terug in het opvallende complex van Emperor’s Palace spoedden we ons naar de openingsborrel van de WasteCon 2018 Exhibition, met een officieuze, informele toespraak van Leon Grobbelaar, die een exemplaar van Challenging Changes in zijn hand hield. De expositie in het grote Centre Court  bood ruimte aan een vijftigtal stands van uiteenlopende bedrijven (waaronder een spectaculaire duurzame biertap). Tussen de stands waren  twee ‘catering places’ ingericht, waar bij de opening maar ook op de dagen erna de inwendige mens niets te kort kwam. Tijdens de openingsavond werden we aan diverse mensen voorgesteld: zo ook aan Linda Godfrey, de Zuid-Afrikaanse hoogleraar, die de filosofie van Challenging Changes volledig onderschrijft. Zij was uiterst actief: bij de opening van het congres (tweede van links op de foto), en ook in enkele workshops.

Sprekers zingen bij opening Zuid Afrikaans volkslied (Foto: Sophie van Kempen:

Volkslied
Op 16 october 2018 werd WasteCon 2018 officieel geopend met het zingen van het Zuid-Afrikaanse volkslied, een even opvallende als ontroerende gebeurtenis. Na de wisseling van de wacht – Leon Grobbelaer nam het presidentschap over van zijn voorganger Jan Palm – mag ik mijn keynote uitspreken, nadat de dagvoorzitter mijn complete doopceel heeft gelicht. Sophie van Kempen was meegegaan naar de opening, uit belangstelling maar ook om foto’s te maken. Mijn voordracht viel goed – ondanks de lengte van 40 minuten – getuige de positieve reacties in de pauze. Intussen had Gail Smit, executive WMISA-manager, een stand geregeld in het Centre Court, zodat ik exemplaren van Challenging Changes aan de man en vrouw kon brengen. Dat lukte wonderwel. De boeiende gesprekken, die ik met diverse ‘delegates’ mocht voeren deden mij besluiten om alle congresdagen in Emperor’s Palace te blijven.

Vrolijkheid troef met Challenging Changes: Ans Lansink geniet mee, in Ad’s eigen stand (Foto: Sophie van Kempen)

Workshops
Sightseeing was voor mij onmogelijk. omdat ik intussen was gevraagd om bijdragen te leveren aan twee  workshops. De eerste invitatie betrof de workshop over biobased economy, voorgezeten door David Newman, president van de World Biogas Association, en voorganger van Antonis Mavropoulos, de huidige ISWA-president. David meldde dat hij 25 jaar ervaring in de afvalwereld had. Hij wilde een gezamenlijke foto met de ‘father op waste hierarchy’, erkennend dat 25 jaar en 40 jaar een verschil van twee afvalgeneraties inhoudt. Bij de tweede workshop – georganiseerd door de Nederlandse ambassade en de gezamenlijke Chamber of Commerce – kwam ik Linda Godfrey weer tegen, naast het tweemanschap Freek van Eijk, directeur van Circular Hotspot Holland,  en Jeroen Nagel van Rijkswaterstaat Op doorreis van Kaapstad naar Amsterdam deden zij ook in Johannesburg aan kennisdeling. De ambassadestaf  kon dus drie ‘Dutch visiting ambassadors’ begroeten. 

Leon Grobbelaar laat Challenging Changes signeren (Foto: Sophie van Kempen)

Dank aan Leon Grobbelaar
Intussen was ik zo gehecht geraakt aan Emperor’s Palace en het voortreffelijke Peermont Metcourt Hotel, dat ik ook de derde, afsluitende congresdag sightseeing aan Ans en Sophie overliet. Met Titus in hoogst eigen persoon reden zij naar en door natuurpark Pilanesberg, waar zij allerhande wilde dieren van dichtbij konden vastleggen, digitaal en in het eigen geheugen. Zelf moest ik het doen met een bijzondere vogel op een zebrapad naar het congrescentrum. Opnieuw trof ik weer diverse ‘delegates’ – tot een ‘stumbling Nigeriaan’ toe – die meer wilden weten van de Ladder van Lansink. Leon Grobbelaar was zo blij met mijn komst naar Johannesberg, dat hij in de slottoespraak nog een keer naar de ‘father of waste hierarchy’ verwees. Zelf bewaren wij mooie en dankbare herinneringen aan alle dagen in Johannesburg, en vooral aan de hartelijke en tegelijk inhoudelijke wijze, waarop de ‘man van de ladder’ en zijn reisgenoten werden ontvangen. Chapeau voor Leon Grobbelaar en zijn enthousiaste IMWSA-team.

Even naar Beirut (Libanon)

Met Challenging Changes naar Libanon voor een ministeriële workshop over de betekenis van de Ladder van Lansink voor de afvalwetgeving

Beirut vanuit de lucht, kort voor landing

Zo kom je nog eens ergens: dat worden langzamerhand gevleugelde woorden. Toen nog vol verwachting uitziend naar de congressen in Johannesburg en Kuala Lumpur, die ik ‘gewapend’ met Challenging Changes zou gaan bezoeken, vroeg ISWA-president Antonis Mavropoulos mij plotseling om in Beirut met een keynote over de ‘waste hierarchy’ een workshop in te leiden, die hij op verzoek van de Libanese regering had georganiseerd. Hoewel Libanon niet vlak bij de deur ligt, hoefde ik niet lang na te denken om ja te zeggen op de onverwachte invitatie. Op 25 september 2018 bracht Sophie van Kempen – onze reisgenote bij de trips die enkele weken later zouden volgen – in het holst van de nacht naar Schiphol. De gebruikelijke poortjes namen we deze keer met groot gemak, waarna we via Parijs met Air France naar Beirut vlogen.

Boulevard van Beirut, uiterst links in de verte  het  visrestaurant, dat we tweemaal bezochten

Het voordeel van een dagvlucht bij helder weer is het zicht op de bestemming. Zo ook boven Beirut. Of het opzet was weet ik niet, maar de piloot vloog op een toepasselijke hoogte langs de kustlijn, zodat de immense stad goed in beeld kwam. Beirut Airport ligt een kleine 10 km van de stad, naar later bleek een snel te overbruggen afstand. De toegezegde ophaler had ons snel gevonden. Kort na de aankomst in wat vroeger het ‘Parijs van het Midden-Oosten’ werd genoemd stonden we in de hal van het hotel, midden in het befaamde stadsdeel Hamra met veel hoogbouw, maar ook met aardig wat kleine winkels en restaurants, en met smalle straten, waar talrijke auto’s zich moeizaam doorheen worstelden.

American University in Beirut: Entrance

Binnen de kortste keren zocht gastheer Antonis Mavropoulos app-contact, met als onverwacht gevolg, dat we enkele uren na aankomst in Beirut in een fraai visrestaurant aan de boulevard gevieren konden genieten van diverse, zelf uitgekozen soorten vis, bereid volgens de locale keuken na een gepast advies van de vriendelijke eigenaar van het prachtig gelegen restaurant. Gevieren: want Antonis had Frederico meegenomen, zijn collega en vriend, die ons vervoer naar diverse locaties verzorgde.

In het centrum van Beirut worden nog steeds nieuwe projecten gerealiseerd 

Frederico nam de volgende dag ook mijn (thuis voorbereide) presentatie door. Dat werd een serieuze briefing met uiterst belangrijke tips. Na de briefing was er tijd voor sight seeing: de Amerikaanse Universiteit met het befaamde archeologisch museum, en een kustwandeling, met zicht op de zee en op de betrekkelijk hoge gebouwen tussen de boulevard en het oude stadsdeel Hamra. Terug naar het hotel werden de hoogteverschillen pas echt duidelijk. De tweede dag werd weer afgesloten met een diner, nu verder van het hotel, in een typisch Libanees restaurant, en met meer gasten. Antonis had o.m. ISWA Board Member Derk Greedy en ISWA Managing Director Arne Ragossnig uitgenodigd. Zij zouden ook een bijdrage aan de workshop leveren.

Overhandiging van ‘Challenging Changes’ aan minister Anya Ezzeddine in de pauze van de workshop

Vroeg uit de veren was het parool op de derde dag. De workshop, waar alles om begonnen was, startte al om 9.00 uur. Plaats van handeling: het gebouw van het Parlement, waar na de gebruikelijke koffie met gebak minister Anya Ezzeddine de bijeenkomst opende met een overzicht van het afvalbeheer in Libanon. De nieuwe afvalwet was net van kracht geworden, maar aanscherping bleef mogelijk. En geboden, gelet op de vele, brandende landfill-sites, soms vlak bij de gebouwde omgeving. Vervolgens mocht ik de betekenis van de afvalhierarchie uiteenzetten voor het terugdringen van lucht-, water- en bodemvervuiling en voor de geleidelijke overgang naar circulair resource management. Derk en Arne voegden hun eigen ervaringen in UK en Austria toe, en Antonis vatte onze gezamenlijke inbreng kundig samen.

De ingevlogen deskundigen: Derk Greedy, Arne Ragossnig, Ad Lansink en Antonis Mavropoulos

Na een korte pauze ontspon zich een pittige discussie met leden van het parlement, ambtenaren, mensen uit het bedrijfsleven en milieu-organisaties. De voertaal was Engels, maar de Arabische tolk was aangetrokken om de discussie voor iedereen verstaanbaar te maken. Wat mij vooral is bijgebleven, is de interventie van een van de gasten. Vrij vertaald: dank voor al uw mooie betogen, maar u moet niet denken dat de strategie van de afvalhierarchie en bijbehorende acties in Libanon een op een gekopieerd kunnen worden. Wij zijn een ander land, met andere gewoonten, een ander welvaartsniveau en een andere economie. Ik viel hem ivoor een deel bij, maar hield staande, dat de afvalhierarchie toch een universele, ook voor Libanon bruikbaar  ‘framework’ is. De workshop werd afgesloten met een uitgebreide lunch in weer een ander Libanees restaurant, in aanwezigheid van vrijwel alle (70) gasten.

Stropdassen weg: het werk zit erop: vrolijke gezichten van Derk, Antonis en Ad

Enkele uren later troffen wij Antonis, Federico, Derk en Arne opnieuw in het visrestaurant, waar ons bezoek aan Beirut twee dagen eerder was begonnen. Aangezien we met uitzondering van Federico het gezelschap een maand later in Kuala Lumpur weer zouden ontmoeten was van een afscheid eigenlijk geen sprake, wel van Libanon en Federico, niet van de ISWA-mannen, die deskundigheid paren aan hartelijkheid, en visie aan verantwoordelijkheid. Het was een voorrecht om ver van huis ervaringen uit te wisselen en kennis te delen, ook over zaken buiten het domein van afvalbeheer en circulaire economie. De internationale politieke ontwikkelingen geven daar ook alle aanleiding toe.

Ans Lansink aan de wandel langs de kade van Tyrus

Na de volle dag van de workshop hadden we nog een dag om de omgeving van Beirut te verkennen. Op advies van Edward Kimman SJ trokken we naar Tyrus, de oude havenstad aan de Middellandse Zee, ruim 100 km ten zuiden van Beirut. Tyrus is al in 1984 op genomen de Unesco-lijst van Werelderfgoederen. Halverwege de taxi-rit naar Tyrus ligt Sidon, de op twee na grootste stad in Libanon met ongeveer 200.000 inwoners, destijds een van de belangrijke steden van Kanaän. De tijd ontbrak om uit te stappen. We moesten het doen met enkele blikken uit de auto.

Netwerken in Tyrus

Wat we wel uitvoerig zagen, was een van de oudste kerken in Tyrus, en ook de landtong, waar Tyrus in het verre verleden is ontstaan. Nu resten slechts ruïnes: even indrukwekkend als monumentaal. Zoveel werd duidelijk: waar het verleden zichtbaar is, daar gloort de toekomst, ook in Libanon, al heeft hier en daar de tijd stil gestaan. De netwerken midden in de stad bewijzen dat evenzeer als het zwerfvuil langs de autosnelwegen: een lange sliert van voornamelijk verpakkingsplastic. Ook op dat vlak valt er in Libanon nog veel te doen.

Ad Lansink bij de resten van oud Tyrus

Jong ondernemerschap en circulaire economie

Johnny Kerkhof begroet de eerste gasten bij de start van RebelSpaces

Negen aansporingen bij opening van RebelSpaces op het Honig-complex
Opvallend dat jonge ondernemers een bijna stokoude niet-ondernemer vragen enkele woorden te spreken bij de opening van RebelSpaces op 12 september 2018, een circulair ontworpen ‘workspace voor een community of changemakers’: ‘thinking and rethinking aan refubished tables’ met bladen van koffiezakjes, op ecodesign stoelen van geupcycelde legerkleding. Afgezien van de verengelsing van de taal spreekt het concept mij aan. Dank ik de vraag naar enkele openingswoorden aan Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy, mijn boek over de betekenis van de afvalhierarchie voor circulaire economie? Of garandeert de naam van (de Ladder van) Lansink bij voorbaat zinnigeuitspraken over het spanningsveld van ecologie en economie? Ik sluit dat laatste niet uit gelet op recente uitnodigingen voor bezoeken aan en voordrachten in Beirut, Johannesburg en Kuala Lumpur. Er wachten drukke weken.

Ad Lansink geeft een toelichting op zijn negen aansporingen

Ondernemend
Over jeugdig ondernemerschap gesproken: ik was zelf eigenlijk wel ondernemend, op school en later ook naast de collegebanken. In Utrecht kwam ik in het kroegbestuur van Veritas terecht, en tegelijk bij een natuurfilosofisch dispuut. Maar ik was en werd geen ondernemer, laat staan een jeugdige versie, in tegenstelling tot mijn broer die vliegers en modelvliegtuigjes bouwde en voor grof geld verkocht aan onhandige vaders om hun even onhandige zoontjes te plezieren. Over vaders gesproken: mijn vader was wel een jong ondernemer, en zijn vader ook, zij het in de tijd dat van circulariteit geen sprake was. Het waren de dertiger – toen ook onzekere – jaren, waarin mijn vader zijn textielwinkel moest sluiten om als ambtenaar de kost voor zijn gezin te gaan verdienen. Eenmaal met pensioen werd hij weer ondernemer, met het motto ‘zo scherp als een zeis calculeren wij onze prijs’: een slogan die zijn klanten – familie, vrienden en bekenden – wel aansprak. Wat ik van mijn vader wel heb geleerd is doorgaan, ook na de pensionering, en doorzettingsvermogen: mijn eerste aansporing voor jeugdige ondernemers.

Next Generation Design van Planq: meubels uit secundaire grondstoffen

Lengte breedte en diepte
Mijn tweede aansporing luidt: leef in de breedtewant de lengte van je leven heb je niet in de hand. De diepte tot op zekere hoogte dan weer wel, maar dat terzijde. Gebruik de tijd dus goed, en verdiep je in meer onderwerpen: zoek een balans tussen generalisatie en specialisatie, en ga af en toe de diepte in zonder de weg kwijt te raken. Want koersvastheid – mijn derde aansporing – is hoe dan ook een vereiste voor jonge ondernemers. Enkele dagen geleden vroeg iemand mij, nadat andere personen uit ons gezelschap hadden verhaald over hun creativiteit, of ik ook creatief was. Ik antwoordde – achteraf te vlug – nee, helemaal niet. Ik kan schilderen, tekenen noch beeldhouwen en helaas ook geen muziek maken. Een van mijn tafelgenoten riep meteen: maar schrijven kun je wel, en praten ook. Ik moest toegeven, dat creativiteit zich ook langs niet-artistieke weg kan uiten. Denk aan de Ladder van Lansink, maar ook aan mijn voorstel voor studiefinanciering of voor de financiering van ziekenhuizen, die door milieubewuste en energiebesparende bouw en inrichting verlaging van de exploitatielasten konden realiseren.

Functionele creativiteit: fles van bioplastic uit suikerriet. Damir Perkic www.beobottle.com

Waardecreatie
De creativiteit leidde soms tot ongedachte en onverwachte sweeping statements zoals zwangerschap is geen ziekte en de pil dus geen geneesmiddel tijdens een discussie over het pakket van de basisverzekering; de uitloger liegt bij een debat over uitloging van zware metalen; en – van heel andere orde – beter een stuk in de kraag dan tien in de krant, mijn vertaling van de Nieuwspoortcode, toen de nieuwbouw van de Tweede Kamer werd geopend. Aan deze reeks voeg ik vandaag toe: RebelSpaces, of all places, een positief bedoelde uitspraak om de voordelen van de unieke ‘workspace for changemakers’ naar waarde te schatten.Waarde-creatie  is tegelijk een van de uitdagingen van de circulaire economie. Het trefwoord creativiteit brengt mij bij de vierde aansporing: probeer als jonge ondernemer creatief te zijn. Combineer vorm en inhoud in de producten en diensten, die je wilt maken of aanbieden, en geef kleur aan het ondernemerschap door kijkers en kopers te verrassen met bijzondere ideeen of effecten, overigens zonder in allerhande marketing trucs te vervallen. Reclamebureaus en mediatrainers zullen deze bijzin liever vergeten, en de politici van vandaag ook. Maar ik houd staande dat inhoud meestal wint vorm. Ontwerpers doe ik daarmee hopelijk niet tekort.

Overview van RebelSpaces

Organisatie
Terug naar de waarde-creatie: het trefwoord van de circulaire economie, dat niet zomaar waar te maken is. Niet voor niets wordt veel en vaak gesproken over businessmodellen in de circulaire economie. Ik verwijs o.m. naar het recente boek van Jan Jonker, getiteld: Werkboek circulair organiseren voor het ontwikkelen van een circulair businessmodel’. De term organiseren verwijst naar de wisselwerking met ketenpartners. De ontwikkeling van circulaire producten en diensten is vrijwel nooit eenmanswerk, integendeel. In vrijwel alle gevallen zijn meer personen en instellingen betrokken. Dat vergt een stevige organisatie en goede afspraken, ook over de voortgangscontrole en de evaluatie. Besteed daarom tijdig aandacht aan alle organisatorische aspecten: mijn vijfde aanbeveling voor (jeugdige) ondernemers.

Upcycling: hergebruik van textielvezels (Frankenhuis) voor tafelbladen en stoelzittingen door Planq

Dilemma’s
Bij de ontwikkeling van circulaire producten en diensten weten de ketenpartners – dus ook de jeugdige ondernemers zich gesteld voor een reeks dilemma’s:

  • Sturing door de overheid tegenover producentenverantwoordelijkheid
  • Acceptatie van belastingregimes of pleidooien voor een vrije markt
  • Aanvaarding van bindende richtlijnen of vrijheid van design
  • Samenwerking op nationaal of internationaal vlak
  • Schaalgrootte: lokaal, regionaal, nationaal, globaal
  • Type van de businessmodellen
  • Lease society of recht op eigendom

Ik pak er twee punten uit, die voor startende ondernemers van grote betekenis zijn: de schaalgrootte, en de lease society, waarvan RebelSpaces natuurlijk een fraai voorbeeld is: een perfecte vorm van circulaire dienstverlening, tegelijk een voorbeeld voor andere ondernemers, die afnemers voor korte of (liefst) langere tijd aan zich willen binden. Mijn zesde aansporing luidt daarom: onderzoek de mogelijkheden voor circulaire dienstverlening en productverhuur.

Schaalgrootte
De schaalgrootte is een punt van andere orde, met een ingebouwde tegenstelling, wanneer het gaat om haalbare businessmodellen. De economische haalbaarheid van een product vergt een zekere schaalgrootte, en dus ook financieringsbehoefte. Bovendien neemt het aantal ketenpartners toe. Maar een gezonde productontwikkeling is gebaat bij een kleine, overzienbare schaal, waardoor ook bijsturen gemakkelijker wordt. Van jeugdige ondernemers mag onbevangenheid worden verwacht, naast spontaniteit en creativiteit. Daarnaast moeten zij oog hebben voor valkuilen en tegenslagen kunnen overwinnen. Vandaar het streven naar een overzienbare schaalgrootte, mijn zevende aansporing.

Een foto van de negenaansporingen

Lokaal en regionaal
De ervaring leert – kijk naar de activiteiten binnen De Smeltkroes in Nijmegen of in Blue City in Rotterdam – dat vernieuwing van denken en doen gebaat is met een (vooralsnog) kleine schaal. Vandaar mijn achtste aanbeveling: begin op lokale of regionale schaal, en sla pas daarna de vleugels uit. Denk aan de innovators in de ICT, met het spreekwoordelijke begin in de garagebox van hun ouders of vrienden. Het woord ‘box’ brengt mij bij het z.g. out-of-the box-denken: een negende aansporing voor veelal jonge vernieuwers met een andere ‘mind-set’ dan die van traditionele ondernemers. Klassieke ondernemers durven vaak gebaande wegen niet te verlaten. Hun angst is soms terecht, soms ook niet. Ik haast me overigens op te merken, dat de leeftijd er vaak niet toe doet, wel de instelling waarmee uitdagingen worden opgepakt. Op een andere, zelfs op voorhand ongedachte manier kijken naar mechanismen en systemen: dat is volgens mij de grondslag voor innovatie, die op korte of lange termijn hout snijdt.

Negen aansporingen
Ter afsluiting zet ik mijn negen aansporingen – een forse maar niet uitputtende lijst – op een rij, in de vorm van bondige uitspraken:

  • Toon doorzettingsvermogen
  • Leef in de breedte
  • Blijf koersvast
  • Wees creatief
  • Werk aan organisatie
  • Verleen circulaire diensten
  • Kies overzienbare schaal
  • Begin local of regional
  • Denk out-of-the box

Johnny Kerkhof en zijn vrienden hebben met de realisering van RebelSpaces deze aansporingen al geheel of gedeeltelijk ter harte genomen. Niettemin wens ik hem en alle jonge ondernemers veel succes op de weg die voor hen ligt. Rebellen nemen en verdienen de ruimte. Of niet soms?

Challenging Changes: Stockholm en Deventer

Ad Lansink aan het woord op het seminar van Ragn-Sells in Stockholm

Zo kom je nog eens ergens: dat schreef ik enige tijd geleden na de opening van de Groen Gas Fabriek van het Hoogheemraadschap Delfland in Vlaardingen. Die woorden herhaal ik na de uitnodiging van Par Larshans, Chief Sustainability, Corporate Responsibility & Public Affairs van Ragn-Sells om van 19 tot 21 juni 2018 de gast te zijn van Ragn-Sells om voor relaties van het Scandinavische afval-en recyclingbedrijf een seminar te verzorgen over Challenging Changes. Het zou een korte maar pittige uittocht worden, met een boeiend gesprek met leden van de Rikstaget, het Zweedse Parlement, een tocht over de grootste landfilling site van Zweden, een lunch met de staf van Ragn-Sells in Sollentuna, een keynote op een speciaal georganiseerd seminar in Stockholm, en een werkbezoek aan Uppsala, waar Ragn-Sells via een 100% dochteronderneming fosfaten wint uit vliegas.

Landfilling in Zweden: bezoek aan de site van Ragn-Sells (Foto: Ad Lansink)

Tussen de bedrijven door – letterlijk en figuurlijk – was voldoende tijd ingeruimd voor overleg met de gastheren, Par Larshan en Graham Aid, die mijn bezoek aangrepen om de grondslag van de ladder te verbreden van afval- naar resource management. Dat kwam goed uit, omdat ik al in de jaren 90 bij de vormgeving van het ketenbeheer heb aangedrongen op een wijziging van het afvalbegrip. De later ingevoerde ‘end-of-waste-criteria’ bieden onvoldoende houvast voor afval- en recyclingbedrijven om de transitie naar circulaire economie voldoende kansen te geven.Te oordelen naar de LinkedIn-berichten van Par Larshans heeft het seminar en mijn keynote veel aanknopingspunten opgeleverd. Een toekomstige samenwerking werd trouwens niet uitgesloten, integendeel.

Ad Lansink voor het bestuursgebouw van Ragn-Sells in Sollentuna

Bij de start van het seminar in het fraaie Scandic Hotel in Stockholm werd duidelijk, dat mijn keynote ook op video zou worden vastgelegd. De ongeveer 70 gasten van Ragn-Sells bleken zeer geïnteresseerd in mijn presentatie, ook al liet de Engelse uitspraak te wensen over. Wie desondanks geïnteresseerd is in wat ik in Stockholm te vertellen had verwijs ik naar de site  https://lnkd.in/eKgEWYu. Daar is ook een video van ca 8 min te vinden, waarop de gastheren van Ragn-Sells het belang van de grondslag van de resource hierarchy uiteenzetten, naast korte statements van de sprekers, die na mijn keynote een bijdrage aan het seminar leverden. Al met al was het bezoek aan Zweden een boeiende en alleszins leerzame aangelegenheid, ook vanwege de nieuwe ideeën en contacten.

Textielsorteercentrum Reshare Deventer

Eenmaal terug in Nederland kon het verschil nauwelijks groter zijn: na Stockholm naar Deventer, waar ik op 11 juli 2018 de opening van Reshare, het nieuwe textielsorteercentrum van het Leger des Heils met een presentatie over Challenging Changes mocht opluisteren. Het gehoor in Deventer – wethouders, ambtenaren en andere gasten van Reshare – waren even geïnteresseerd als de toehoorders in Stockholm. Uit de vragen van de veertig toehoorders bleek opnieuw grote belangstelling voor de kernelementen van de circulaire economie, en ook voor de wijze waarop van onderaf – bewoners, consumenten, producenten en gemeenten – de circulaire economie bevorderd kan worden. Reshare: delen van goederen die een tweede em derde leven verdienen, maar ook doorgeven en uitwisselen van ideeën,

Ad Lansink over hergebruik van kleding

Circulus-Berkel, die voor acht gemeenten diverse taken in afvalbeheer en leefomgeving verricht, startte in mei 2017 een innovatieve aanbestedingsprocedure om het ingezamelde textiel uit de betreffende gemeenten regionaal te laten sorteren. Daarbij waren het creëren van sociale werkgelegenheid en een transparante en verantwoorde verwerking een vereiste. Hieruit kwam Leger des Heils ReShare als partner uit de bus. Bij de rondleiding na de officiële opening werd duidelijk, dat ook de sociale innovatie alle kansen krijgt in het – overigens tijdelijke – sorteercentrum. Binnen twee jaar hoopt Reshare een nieuw, to the point sorteercentrum te kunnen openen, en de nu nog in Wormerveer draaiende fibersorteermachine naar Deventer te kunnen verplaatsen.

Het aandachtig gehoor bij de opening van het textielsorteercentrum van Reshare

Stockholm en Deventer: dat is geen alledaagse combinatie. Toch blijkt uit het persbericht van Reshare, dat zowel klein- als grootschalige invalshoeken aan de orde zijn gekomen. Ik citeer: “Lansink, die zeer actief is in de verdere ontwikkeling van ‘circulaire concepten’ en daarvoor ook internationaal veel gehoor vindt, signaleert momenteel een grote dynamiek in het denken over de afvalhiërarchie. In circulaire concepten staat de ladder nog altijd overeind, maar we hebben het intussen wel over resource management. We worden in Europa gedwongen op dat vlak veel meer te doen. Het Europees Parlement zit daar gelukkig stevig in. Ook lokale overheden kunnen met kleinschalige initiatieven actief bijdragen aan de circulaire economie.”. 

Closing the loop(s) op een dag als vroeger

Van Nijmegen via Vlaardingen naar den Haag en weer terug naar Nijmegen

Ad Lansink en zijn Circulaire Dilemma’s

Donderdag 17 mei 2018 is een dag geworden zoals ik die in de tijd van het Kamerlidmaatschap, soms ook daarna vaker beleefde. Vroeg op pad en aan het werk, verder trekken naar een ander deel van het land, door naar den Haag en uiteindelijk laat terug naar Nijmegen met veel indrukken en boordevol herinneringen aan bijzondere ontmoetingen. Toen ik op 23 october 2017 tijdens de presentatie van Challenging Changes in Gorinchem aan een staflid van Euroforum mijn medewerking toezegde aan het Circulaire Economie Festival 2018 in Nijmegen kon ik niet weten, wat me op die al  vastgelegde dag nog verder zou overkomen: een stevige voordracht bij de opening van de Groen Gas Installatie in Vlaardingen en de presentatie van een boeiend boek van Marcel ten Hooven bij Paagman in den Haag.

Dagvoorzitter Mark Beumer kondigt Ard Lansink aan

Gespannen
Gelukkig kon ik aan alle uitnodigingen gevolg geven. Het Circulaire Economie Festival in de Kube’ op het Honig Complex begon al om 9.00 uur, en mijn presentatie stond op de rol voor 10.05 uur, meteen na de toespraak van gedeputeerde Michiel Scheffer. Het succes, dat Sophie van Kempen mij voor de start kwam toewensen, bleek nodig, want ondanks mijn ervaring was ik toch gespannen. Bovendien moest ik enige ergernis onderdrukken, omdat de dagvoorzitter mijn voornaam met een letter had verlengd. De mij toemeten tijd van 10 minuten – veel minder dan die van andere sprekers – was te kort voor een inhoudelijk verhaal in het Engels. De waardering van mijn buren op de eerste rij en later ook van andere gasten was er niet minder om. Meerdere toehoorders vonden overigens, dat de organisatie mij meer tijd had moeten geven

Julius Langendorff (EC, Brussel) aan het woord over Closing the Loop

Leergeld
De presentatie leverde natuurlijk ook leergeld op. Een volgende keer maak ik de organisatoren van een symposium of congres duidelijk, dat in tien minuten de hoofdlijnen van Challenging Changes niet zijn uit te leggen. Meer tijd is hoe dan ook nodig. Verlevendiging van het betoog met aardige anekdotes en konkrete voorbeelden houdt de aandacht gespannen en biedt ruimte voor uitwerking van interessante punten. Vanaf de ‘catwalk’ proef je snel genoeg of het verhaal overkomt. Ander leergeld betreft de afstemming van de lay out van de slides, in het bijzonder de lettergrootte, op de grootte van de zaal of hal. De gesprekken na afloop bewezen opnieuw, dat de lijnen zoals geschetst in Challenging Changes een bijdrage leveren aan een beter begrip voor de mogelijkheden en valkuilen van circulaire economie.

Jan Jonker met woorden en daden

Scoren
Na de inspirerende toespraak van Julius Langendorff  – die ik in het openbaar heb kunnen bedanken voor zijn inzet bij de publicatie van Challenging Changes – vertrok ik spoorslags naar Vlaardingen. Het  Hoogheemraadschap Delfland had mij gevraagd bij de opening van de Groen Gas Faciliteit het mini-symposium af  te sluiten met een voordracht over de betekenis van Biogas als bouw- en brandstof bij de transitie naar circulaire economie. Sophie van Kempen zou in Nijmegen, zo dat nodig mocht zijn de ruim 400 gasten van het Circulaire Economie Festival informeren over Challenging Changes. Ook zou ze mij later informeren over de voordrachten, die ik helaas moest missen: Jan Jonker over businessmodellen, en Thomas Rau over het materialenpaspoort. In haar visie scoorde Thomas Rau het hoogst, naast Julius Langendorff. Sociale media leren mij, dat de bezoekers het festival positief hebben ontvangen.

Op het podium van het Hoogheemraadschap Delfland

Delfland
De zaalopstelling in het gebouw van de Zuiveringsinstallatie De Grote Lucht te Vlaardingen had veel weg van die in de Nijmeegse Kube: een zeer ruime hal met tijdelijke multimediale voorzieningen, die uitstekend werkten. Het aantal gasten van het Hoogheemraadschap Delfland was minder omvangrijk dan het aantal toehoorders in Nijmegen. Maar het ongeveer honderd-koppige publiek in Vlaardingen was eveneens zeer geinteresseerd. Dat zag ik vanaf het hoge podium, dat een mooi zicht bood op het aandachtige publiek. Het werd ook duidelijk tijdens de geanimeerde netwerkborrel na de officiële opening van de Groen Gas Faciliteit. Opvallend was ook daar weer, dat diverse mannen en vrouwen me kwamen vertellen, dat zij al jarenlang werken met de Ladder van Lansink. Dat de naamgever nog steeds op aarde rondloopt wekt evenveel verbazing als instemming.

Humor
In Vlaardingen kon af en toe ook gelachen worden, bij voorbeeld bij  het verhaal van de Belg, die mij in Brussel bij een symposium van FostPlus vroeg of ik de man van de ladder was, en na mijn bevestiging uitriep: ik dacht dat u allang dood was, Zelfs de opmerking dat – wanneer het zover is – mijn voorkeur niet uitgaat naar crematie maar naar begraven vanwege een te geringe energie-inhoud, viel zogezegd in goede aarde. Inhoudelijk lag in Vlaardingen de klemtoon op de biologische kringloop en de rol van biogas bij de transitie naar circulaire economie.

Marcel ten Hooven licht zijn boek toe bij Paagman in den Haag: Tom-Jan Meeus wacht geduldig op zijn beurt (Foto: Ad Lansink)

Marcel ten Hooven
Van Vlaardingen naar den Haag: dat is anders dan in de jaren van mijn Kamerlidmaatschap een fluitje van een cent sinds de A4 westelijk van Delft gereed is. Tijd genoeg dus om voor de boekpresentatie van Marcel ten Hooven nog even naar Nieuwspoort te gaan. Daar tref ik Louis Cornelissen en Hans Goslinga, met Marcel destijds parlementaire journalisten van Trouw; en Tom Jan Meeus, de nog zeer actieve NRC-jounalist en commentator, waarvan ik alle analyses, commentaren en columns trouw – nu met kleine letter – lees. Hij zal later een uitstekend coreferaat houden bij de toespraak van Marcel ten Hooven, die naast zijn boek ‘De ontmanteling van de democratie, een lang maar doorwrocht betoog houdt over het gevaar van het populisme voor de democratie en de rechtsstaat. Dat daarbij vooral Trump het moet ontgelden ligt voor de hand.

De kunst van het samenleven
De ene ‘loop’ is de andere niet. Maar luisterend naar het voortreffelijke verhaal van Marcel ten Hooven denk ik terug aan de column, die ik ooit  schreef in de toenmalige Staatscourant over het toen al opkomende populisme. De ondertitel van Marcels boek luidt: Hoe de kunst van het samenleven verstoord raakt – en wat eraan te doen. Met die woorden maakt Marcen ten Hooven duidelijk, waar hij zelf staat: pleitbezorger van verantwoordelijkheidszin, verdediger en fan van de rechtsstaat, en – bijgevolg – bestrijder van het populisme, dat zelfs in onverwachte kringen wortel schiet. Bij thuiskomst na een lange dag en een ouderwetse loop (Nijmegen – Vlaardingen – den Haag – Nijmegen) las ik Marcels opdracht in mijn exemplaar van zijn boek. De kunst van het samenleven is inderdaad een forse uitdaging, net zoals ‘Closing the Loop’, en bovendien een uitnodiging om ook eens wat anders te schrijven over rentmeesterschap en verantwoordelijkheid.

Zo kom je nog eens ergens

Arnhemse afvalcoaches met Laura Thuis en Maaike Kuyvenhoven, de bedenkers van het Ad Lansink Ladderspel

Spreekbeurt
is een wat schools woord, dat in mijn politiek actieve jaren vaak werd gebruikt voor toespraken in eigen of zelfs andermans kring. Uitleg geven en verantwoording afleggen, dat waren meestal dankbare aangelegenheden ondanks ook gehoorde kritiek. Ik moet de laatste tijd vaak terugdenken aan die spreekbeurten en autoritten, vaak ver van den Haag of Nijmegen. Want de publicatie van Challenging Changes – mijn nieuwe boek over de relatie tussen de afvalhierarchie en circulaire economie – heeft geleid tot allerlei verzoeken om presentaties over de oorsprong en toekomst van de Ladder van Lansink: de bijna 40 jaar oude voorkeursvolgorde voor afvalbeheer. En opnieuw zeg op de terugreis tegen mezelf: zo kom je nog eens ergens.

Cover Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy

Leiden – Profburgwijk
Neem bij voorbeeld de spreekbeurt voor de Profburgwijk in Leiden, een zeer geïnteresseerd gezelschap van jonge en oude 65-plussers dat na een suggestie van wijkgenoot Herman Lansink wel eens wilden weten, waarom een gepensioneerd politicus en wetenschapper nog een boek moest schrijven over de betekenis van zijn ladder voor het sluiten van kringlopen. De talloze vragen – merendeels to the point – toonden de inhoudelijke betrokkenheid van het gemêleerde gezelschap. Dat de organisatoren ook nog een digitale doventolk hadden ingeschakeld was een positief, niet eerder beleefd teken aan de wand met mooie verrassingen.

Jong geleerd, oud gedaan: kleuters op de bovenste trede van de ladder

Arnhem – Stadsboerderij Presikhaaf
De ene spreekbeurt is de andere niet, zo bleek een week later, toen ik op verzoek van de organisatoren van de Arnhemse Afvalkaravaan tijdens het Lentefeest bij de Stadsboerderij in het Park Presikhaaf het Ad Lansink Ladderspel mocht onthullen en toelichten. De uiterst nieuwsgierige ouders en kinderen luisterden aandachtig naar de uitvinder van de afvalhierchie. Ik probeerde in zo eenvoudig mogelijke maar met jeugdherinneringen doorspekte woorden de treden van de ladder uit te leggen. De ontwerper en maker van de groot uitgevallen maar fraaie keukentrap had de laagste trede terecht weggelaten. De uit afvalhout gemaakte trap had immers de bodem nodig om overeind te blijven. De moeilijkste vraag kwam van een moeder, die vroeg waarom en hoe een Arnhemmer in Nijmegen terecht kon komen. Dat een van de afvalcoaches een echte Vitesse-fan was, deerde mij minder.

Workshop Ieders Pakkie An van RTA Recycling bij Coolrec in Dordrecht

Dordrecht – RCA Workshop
Een dag later trok ik naar Dordrecht om een groot aantal leden en gasten van RTA toe te spreken tijdens een workshop over recycling van veelal hoogwaardige technologische apparatuur zoals laboratorium-instrumenten en allerhande ICT-spullen. Na een sterk betoog van Miele-topman Stefan Verhoeven mocht ik naast het zicht op ‘lekken’ in circulaire systemen vertellen, waartoe producenten verantwoordelijkheid kan en moet leiden: een van de circulaire dilemma’s zoals verwoord in Challenging Changes. De impressie op RTA-website verraste mij. Onder de kop ‘Profetisch inzicht’ lees ik: Hij bestaat echt! De niet brood etende profeet van de duurzaamheid,  die zich niet ijdeltuiterig opdringt aan de meest betalende would be-congresorganisator en hypemedia. Zijn naam is Ad Lansink, 83 jaar inmiddels.

Demontage van afgedankte koelkasten bij Coolrec in Dordrecht (Foto: Ad Lansink)

Dordrecht – Coolrec
De onverwachte lof gaat verder: Zijn profetische inzicht stamt uit 1979. De ‘Ladder van Lansink’ wordt nu internationaal omarmd, dankzij zijn Engelstalige boek over het connecten van ‘Waste Hierarchy and Circular Economy’. Wat een voorrecht was het om hem bij ons, Stichting RTA, Recycling Technologische Apparatuur, te hebben, op 12 april 2018 in Dordrecht, in onze voeten-op-de-grond workshop ‘Ieders Pakkie An’, over Waardeketens, Afvalketens en de Overheid. De rondleiding door de de-assemblage-plant van Coolrec maakte duidelijk, dat aan demontage van koelkasten nog stevige handen te pas komen voordat de shredders hun tanden in de afgedankte apparaten kunnen zetten.

Nijmegen en Vlaardingen
Zo kom je nog eens ergens: die uitdrukking blijft ook in het voorjaar van 2018 actueel, nu de volgende ‘spreekbeurten’ voor de deur staan, notabene op dezelfde dag. Op donderdag 17 mei 2018 mag ik in eigen omgeving tijdens het Circulaire Economie Festival te Nijmegen laten zien en horen, welke Challenging Changes ons te wachten staan, en hoe we met die uitdagingen om moeten gaan. Een vijftal uren later, en 120 km verder mag ik met bij de opening van de Groen Gas Installatie van het Hoogheemraadschap Delfland met de presentatie Biomassa: bouw- en brandstof bij de transitie naar circulaire economie aangeven, of en zo ja hoe de biologische kringloop van biomassa past in de transitie naar circulaire economie. Na afloop zal opnieuw blijken, dat ‘ergens komen’ ook ‘weer wat leren’ inhoudt.

 

Netwerken op Mereveld

Dick Hoogedoorn

Bij het afscheid van Dick Hoogedoorn als VA-Directeur 

De staf van de Vereniging Afvalbedrijven (VA) had haar vertrekkend directeur en zijn grote schare gasten een aardige verrassing bezorgd door de plaats van het feestelijk afscheid geheim te houden tot kort voor het moment supreme. ‘The place to be’ werd Boerderij Mereveld, het fraaie en sfeerrijke  partycentrum naast de Golfbaan Amelisweerd, ongeveer op de plaats waar tot omstreeks 1970 de befaamde Renbaan Mereveld de harten van paardensport-liefhebbers harder deed kloppen. De destijds befaamde renbaan is al lang verdwenen, volledig opgedoekt om de aanleg van Rijksweg 28 mogelijk te maken. Maar ik herinner me de kruising van de Mereveldsweg met de Koningsweg, kort na Ameliisweerd op de provinciale weg van Utrecht naar Bunnik vaag uit een wel heel ver verleden: mijn (mooie) studententijd in Utrecht (1952 – 1959).

Brandweerpomp, type, waarmee Vertijnen in 1955 naar Delft trokken

Met Veritas naar Cothen
Het moet omstreeks 1955 geweest zijn – meer dan zestig jaar geleden dus – dat ik met een groot aantal leden van Veritas binnendoor naar Cothen toog om daar een oude handbrandpunt op te halen. Dat ding moest later mee naar Delft om daarmee de vrienden van Sint Vergilius nat te spuiten. Het stalen gevaarte moest achteraf uit een Delftse gracht worden gehaald, voor de lange terugreis naar Cothen. De smalle Mereveldseweg is niet veranderd. De omgeving na de komst van de Golfbaan wel. Boerderij Mereveld is intussen bekend geworden als locatie voor allerhande festiviteiten, zakelijk en persoonlijk. Het bleek een mooie ambiance voor een stijlvol en genoegelijk afscheid van Dick Hoogedoorn, de man, die heel wat jaren naast de fungerend voorzitters de Vereniging Afvalbedrijven heeft gerund.

Boerderij Mereveld

Netwerken (1)
Gewapend met allerhande geschenken, wachtte een lange rij relaties en vrienden op hun beurt. Andere gasten kozen de omgeving van de bar. Met netwerken kun je beter op tijd beginnen, zo leert de ervaring. Zelf liep ik meteen tegen Theo Lemmen op, de oud-directeur van Dar: een even vertrouwde verschijning als al die andere insiders uit de afvalwereld Ik noem Hester Klein Lankhorst, directeur van het KIDV, een netwerkster pur sang en Ton Holtkamp, mijn opvolger als voorzitter van de FHG. Verder Hans Koning, directeur van FHG, MRF en FNOI, en Max de Vries, directeur BRBS, die over drie maanden de leiding overdraagt aan zijn opvolger.

Logo 24e Afvalconferentie Johannesburg: de ladder in cirkels

Conferentie in Johannesburg
Gelukkig trof ik ook Herman Huisman, nu adviseur internationale samenwerking (Rijkswaterstaat, I&W). Hij zou mij wellicht wat kunnen melden over het Zuid-Afrikaanse afvalbeleid. Onlangs kreeg ik een eervolle uitnodiging om een keynote uit te spreken op het 24th WasteCon Flagship Conference “Implementing the Waste Hierarchy, van the Institute of Waste Management of Southern Africa in Johannesburg. Over een maand praat Herman Huisman mij bij:  waar netwerken al niet goed voor kan zijn. De boeiende ontmoetingen volgden elkaar trouwens in hoog tempo op. Arnoud Passenier, met wie ik voor Challenging Changes ‘gespard’ had in Nieuwspoort over fosfaat en kunststof-recycling vroeg aandacht voor bio-afbreekbare kunststoffen, en raakte met mij en een staflid van Attero in de onvermijdelijke discussie over bron- en nascheiding. Marieke van de Werf koos voor nascheiding, maar blijft een onmiskenbare fan van circulaire economie.

Implementing the Waste Hierarchy – Thema van de Afvalconferentie in Johannesburg – Bijzonder beeld, niettemin geen zig-zag-beleid

Netwerken (2)
Pieter Hofstra herinnerde aan oude tijden, en Boris van der Ham – zijn opvolger bij de VA – noemde bij het met Chinese gerechte gevulde buffet ‘Lansink’ de meest gehoorde term in de afvalwereld. Ik kon hem met de recente Google score van 83.000 verwijzingen gelijk geven. Jasper de Jong herinnerde me even later aan de wederwaardigheden sinds onze discussie in het FD: het begin van Challenging Changes – ook onderwerp van gesprek met Jan Vlak en Andre Habets – en Johan van Peperzeel spoorde mij aan door te gaan op sociale media, na eerst verteld te hebben over innovaties bij inzameling en recyclage van batterijen. Robbert van Duin van Recycling Netwerk was verbaasd over het nieuwe uitstel van de statiegelden. Dat Dick Hoogendoorn intussen van Attero Harrie Gerritz’s zeefdruk van de Ladder van Lansink had gekregen, maakte de cirkel van de verbondenheid in en met de afvalwereld rond.

Links- of rechtsom meestribbelen

Zwerfvuil zoeken langs de Waal (Foto: Dar)

Troostbericht voor Statiegeldalliantie
De discussie over invoering van het statiegeld op kleine plastic flesjes en op blikjes om zwerfvuil te bestrijden heeft een nieuwe uitdrukking opgeleverd. Linksom of rechtsom, een alternatief voor de woorden ‘hoe dan ook’ hoewel over het ‘hoe’ evenmin zekerheid bestaat als over de rol van statiegelden. Het ‘meestribbelende’ bedrijfsleven krijgt tot 2020 de kans om het plastic van het zwerfafval met 70% te verminderen. Blikjes – vast onderdeel van vrijwel alle zwerfvuil – blijven voorlopig buiten schot, tot teleurstelling van het grote aantal gemeenten, dat zich inmiddels bij de Statiegeldalliantie heeft aangesloten. Meestribbelen: ook een nieuwe term in het jargon van ‘framers’ en andere leden, die naar woorden zoeken om onzekere tijden te beschrijven. Een kleine vier jaar geleden schreef ik al, dat de ‘besluitvorming over de statiegelden een gebed zonder einde leek te worden’, hardop gebeden door predikheren van het eigen belang: producenten, die geen statiegeld willen uit vrees voor lastenverzwaring; supermarkten, die de rompslomp van verpakkingen liever kwijt dan rijk zijn; en fanatieke statiegeld-fans die kosten noch moeite sparen om het middel van het statiegeld tot ultiem doel te verheffen.

Verpakkingsmateriaal (Foto: Ad Lansink)

Motie van Rijn-Vellekoop/Lansink (1989)
Over statiegelden kan ik meepraten sinds ik met collega van Rijn-Vellekoop (PvdA) ibijna 30 jaar geleden een motie (1) door de Tweede Kamer loodste met het verzoek om brede invoering van statiegelden. Breed, omdat we naast glazen verpakkingen ook metalen blikjes en – van andere orde – batterijen wilden aanpakken. We hadden ontdekt, dat de inzameling en opwerking van batterijen herbruikbare materiaalstromen op kon leveren. Ook toen al had het bedrijfsleven de grootst mogelijke moeite met financiële beleidsinstrumenten als statiegelden, retourpremies en verwijderingsbijdragen. Enkele dagen na de aanvaarding van de statiegeld-motie vroeg CDA-fractievoorzitter Bert de Vries mij om alsnog te gaan praten met Philips. Aldus geschiedde. Leni van Rijn en ik kregen in het Haagse lobbykantoor van Philips te horen, dat de top van Philips zich krachtig zou verzetten tegen welk financieel beleidsinstrument ook. De vrije markt moest haar werk (kunnen) doen, zo luidde de boodschap. Het gesprek leverde niets op. Maar de motie evenmin, de gedeeltelijke invoering van verwijderingsbijdragen uitgezonderd.

Zwerfafval: Blikjes maar ook drankkarton

Toen hergebruik, nu zwerfvuil
Een opvallend verschil tussen vroeger en nu is het doel van de statiegelden. Destijds dachten we vooral aan gescheiden inzameling van relatief zuivere monostromen als glas, metaal en (later) ook kunststoffen. Nu is het verminderen en voorkomen van zwerfvuil kennelijk het hoofddoel, gelet ook op het onderzoek naar de hoogte van statiegeld: tien cent of een kwartje, dat scheelt meer dan een slok cola. Zelf heb ik nooit begrepen, waarom statiegelden op bierflesjes door Jan en alleman zijn geaccepteerd, maar wijnflessen geen schijn van kans maken. Tussen statiegelden op grote en kleine plastic flessen bestaan geen principiële, hooguit praktische verschillen. Blikjes, hoewel in 1989 ook onderwerp van de motie zijn wel een verhaal apart, omdat nascheiding uit restafval of gemengd verpakkingsafval bruikbare mono-metaal-stromen oplevert. Intussen valt wel op, dat sommige leden van de Statiegeldalliantie geen bezwaar aantekenen tegen de gemengde inzameling van alle drankverpakkingen, of ze nu van plastic, karton, blik of gemengd plastic gemaakt zijn. De te verwachten voorkeur voor bronscheiding wordt ingeruild tegen de te gemakkelijke acceptatie van nascheiding. Het verlies aan kwaliteit wordt daarbij op de (mis)koop toegenomen.

Batterijen: te kust en te keur

Bronscheiding
Die dubbelslachtige benadering staat op gespannen voet met de toenemende belangstelling voor circulaire economie. Het sluiten van kringlopen vergt de inzet van kwalitatief hoogwaardige monostromen, in welke product- of verpakkingsketen ook. De Chinese overheid heeft dat beter begrepen dan de fans van nascheiding. De recente ‘Chinese ban on foreign waste’ belemmert de export van secundaire materiaalstromen uit Europa, Australië en USA naar het land van de rijzende zon, overigens ook tot verdriet van sommige Chinese afvalverwerkers, die kans zagen aan het ingevoerde materiaal nog wat te verdienen. De Chinese toepassing van het beginsel van de zelfvoorziening – ooit ook in Nederland uitgangspunt van het afvalbeleid – laat overigens nog wel ruimte voor import van afvalstromen. Voorwaarde is wel, dat dan aan alle, betrekkelijk scherpe kwaliteitseisen moet worden voldaan. Het verminderen en voorkomen van zwerfafval zou dus meer een bijvangst moeten zijn naast het hogere doel van bronscheiding, gescheiden inzameling van monostromen, die het hergebruik optimaliseren en daarmee de circulaire economie bevorderen. Het wachten is op 2020, tenzij de teleurgestelde Statiegeldalliantie alsnog gehoor vindt bij staatssecretaris Stientje van Veldhoven en bij de Tweede Kamer.

De gemakzucht voorbij
Alle beleidmakers zouden intussen moeten nadenken over de vraag hoe alle zwerfvuil, dat niet onder de eventuele statiegeld-regeling valt – folies, medicijnenstrips, drankkartons, stukken papier, peuken, plastic schaaltjes  – voorkomen kan worden. Producentenverantwoordelijkheid  is mooi en terecht, maar vlak ook de verantwoordelijkheid van consumenten niet uit. Is het gemakzucht of slordigheid, die afgedankte verpakkingen en ander spul in de berm doen belanden? Invoering van statiegeld op plastic flesjes en blikjes zal ongetwijfeld helpen. Maar niet genoeg. Moeten er nog meer allianties worden opgericht, onder het motto: de gemakzucht voorbij? Of zal de geleidelijke transitie naar circulaire economie de gemakzuchtige burger meer milieubewustzijn bijbrengen? De toekomst zal het leren.

(1) Motie Van Rijn-Vellekoop/Lansink, Kamerstuk II 1989-1990, 21 137 nr. 38

 

Challenging Changes in Nieuwspoort

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven spreekt bij Grondstoffenpoort over de transitie-agenda’s circulaire economie (Foto: Sophie van Kempen)

Vrolijke boekpresentatie met Staatssecretaris Stientje van Veldhoven
Ruim voor het verschijnen van Challenging Changes bespraken Jan Storm, voorzitter van de ‘Editorial Board’ en ik de plaats voor de boekpresentatie. De keuze viel op Brussel: ‘the place to be’ vanwege de medewerking van de Europese Commissie. Maar enkele aansluitende presentaties in Nederland leken ons ook wenselijk, met als opties: den Haag, omdat in Nieuwspoort destijds De kracht van de Kringloop was gepresenteerd; Nijmegen vanwege de uitverkiezing van de stad aan de Waal tot European Green Capital; en Gorkum, waar elk jaar de succesvolle Recyclingbeurs wordt gehouden. De invitaties pakten zo uit, dat ik kort na de Brusselse presentaties Challenging Changes mocht tonen aan de gasten van het BRBS-Symposium en de bezoekers van de beurs in Gorkum. De feestelijke presentatie in de Nijmeegse Raadzaal vond plaats op 18 december 2017, een maand voor de start van het European Green Capital-jaar. Nieuwspoort werd de plaats waar de reeks officiele presentaties werd afgesloten. Dat gebeurde op 23 januari 2018 tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst van Grondstoffenpoort, waar Stientje van Veldhoven voor het eerst haar opwachting maakte als staatssecretaris.

Ad Lansink leg uit wat Challenging Changes betekent (Foto: Sophie van Kempen)

Transitieagenda’s
Het toeval wilde, dat de bijeenkomst in Nieuwspoort een week na de start van de Week van de Circulaire Economie plaats vond. Die week was ingeluid – en dat was geen toeval – met de aanbieding van de vijf transitie-agenda’s circulaire economie aan de bewindsvrouw, die – ook dat was geen toeval – enkele dagen tevoren bij de opening van het European Green Capital jaar in de Sint Stevenskerk te Nijmegen al had laten zien uit het goede – dus duurzame – hout gesneden te zijn. De aanbieding van Challenging Changes paste wonderwel bij het thema van de transitie-agendas, belangrijke documenten die door gemengde werkgroepen zijn opgesteld op grond van het een jaar geleden door een groot aantal partijen ondertekende Grondstoffenakkoord. De gedegen, gevarieerde maar ook procedurele agendas hebben betrekking op vijf sectoren: bouw, kunststoffen, voeding en biomassa, consumentengoederen en maakindustrie.

Stientje van Veldhoven maakt reclame voor Challenging Changes (Foto: Sophie van Kempen)

Stientje van Veldhoven
nam Challenging Changes met een gulle lach in ontvangst. Na lezing zal zij ongetwijfeld vaststellen, dat een reeks thema’s uit de transitie-agenda’s ook in het boek aan de orde komen, inclusief aanbevelingen over het voorkomen en dichten van wat ik lekken in de systematiek van de circulaire economie noem. Ook een heldere stellingname inzake de dilemma’s lijkt geboden, wil de transitie goed op gang komen. In haar toespraak bij Grondstoffenpoort wees de actieve en enthousiaste bewindsvrouw terecht op de noodzaak van teamwork: de gezamenlijke inspanning van bedrijfsleven, waaronder de afval- en recyclingsector, overheid en samenleving voor het welslagen van de transitie naar de op kringlopen georiënteerde economie. De kabinetsreactie op de transitie-agenda’s wordt – als onderdeel van de uitwerking van de klimaatagenda – nog voor de zomer gepubliceerd, inclusief de doelstellingen voor de kabinetsperiode 2018-2020. Hopelijk vinden Stientje van Veldhoven en haar departementsstaf uitdaging, aanmoediging en inspiratie in Challenging Changes, het boek over de connectie tussen de afvalhierarchie en circulaire economie.

Stientje van Veldhoven, Ad Lansink en Marieke van der Werf, moderator van Grondstoffenpoort (Foto: Sophie van Kempen)

Grondstoffenpoort
is overigens een voortzetting van Milieupoort, de netwerkborrel voor bedrijfsleven, beleidsambtenaren, milieubeweging en politici, met name leden van Eerste en Tweede Kamer en bewindpersonen. In 1993 heb ik die formule bedacht samen met Jules Wilhelmus, die ook nu aanwezig was. Nieuwspoort kent inmiddels meer dan 20 ‘Poorten’, vrijwel allemaal volgens dezelfde formule. Verrassend genoeg waren drie leden van de ‘Editorial Board’ van Challenging Changes aanwezig: Jan Storm, Hannet de Vries – in ‘t Veld en Ton Holtkamp. Met de ook aanwezige vormgeefster Sophie van Kempen konden zij ervaren, dat de belangstelling en waardering voor het boek groot is, zowel waar het de inhoud als de vormgeving betreft: een mooie stimulans om ook in de komende tijd verder te werken aan wat een grote uitdaging blijft: de transitie naar een circulaire, aanzienlijk duurzamer economie. De bestellingen uit een grote reeks landen – in Europa, maar ook daarbuiten = leren, dat de overgang naar de kringloop-economie ook buiten Nederland sterk leeft.