Ex-prins Mark I (Buck) geïnaugureerd als jongste lid van het Prinsenconvent
De terrasgasten op de Nijmeegse Grote Markt keken verbaasd op, toen op donderdag 10 september 2020 even na tienen een groot aantal zwart gekielde figuren met op hun hoofd een groene hoed vanuit de Waagh naar het beeld van Mariken liep. Met een stevig touw hielden de mannen een in een bruine monnikspij gestoken man vast. Bij Mariken aangekomen voltrok zich een voor outsiders onbegrijpelijk schouwspel: het begin van een volgens ceremoniemeester Bas I (Teurlings) drievoudige beeldenstorm. De voor de buitenwereld onherkenbare man moest een aan Mariken van Nimwegen gewijde carnavalsschlager neuriën, waarna hij bij het beeld van Moenen – halverwege de Stikke Hezelstraat – op zijn knieen de trappen naar de Sint Steven moest beklimmen. Zijn begeleiders hadden zich opgesteld aan weerzijden van de opgang, in de volgorde van de jaartallen op hun kielen. Enkele omstanders beseften, dat zij zacht het befaamde ‘Al mot ik krupe’ hoorden. Het gebeuren moest dus iets met Knotsenburg te maken hebben.
Nadat de man in de monnikspij met kennelijk gemak de ‘kruperij naar de Sint Steven’ had volbracht, trok het opvallende gezelschap naar het beeld ‘Hommage aan de Sint Steven’. De begeleiders van de quasi-monnik hielden zich te nauwer nood aan de twee-aan-twee-order van de ceremoniemeester. Toch vielen zij weer op, nu bij de gasten van de tot op de straat uitgebouwde terrassen. Hoewel op de roodgeel gebiesde kielen ook het wapen van het Prinsenconvent Knotsenburg prijkt, bleef het voor nieuwgierige drinkebroers en -zusters een raadsel, wat de vreemde optocht te betekenen had. Opvallend was wel dat uitleg op de terugweg naar de Waagh, en tegen het middernachtelijk uur werd begrepen en gewaardeerd. Aangekomen bij de Hommage werd voor toevallige passanten duidelijk wat daar, schuin tegenover het Stadhuis, te gebeuren stond: de officiele opname van Ex-Prins Mark I (Buck) in het Knotsenburger Prinsenconvent. Na even toepasselijke als humorvolle woorden van ‘feursitter’ Johan I (Klomp) mocht Ex-Prins Mark I (Buck) eindelijk zijn eigen Ex-Prinsen-Kiel aantrekken. Met het opspelden van de zilveren ‘Halve Maan Die Lacht’ werd de inauguratie afgesloten.
Toen in 2019 rond de elfde van de elfde Mark Buck in een bomvolle Vereeniging uitgeroepen werd tot Prins Mark I van Knotsenburg, waren de verwachtingen hooggespannen. De jeugdige, goed van de tongriem gesneden Stadsprins heeft die verwachtingen volledig waargemaakt, ondanks het afgelasten van een van de jaarlijkse hoogtepunten. De optocht moest als gevolg van harde windstoten, gepaard met forse regenbuien worden afgelast. Zijn optredens brachten talloze handen op elkaar, evenals zijn bijzondere preek tijdens de Carnavalsmis. Dat twintig-twintig – het prinselijke jaar van Mark I – achteraf in meer opzichten talrijke geschiedenisboeken gaat halen, kon tijdens de carnavalsdagen evenmin worden voorzien als de koppeling van de uitbraak van het Coronavirus in Nederland aan enkele carnavalsfeesten in zuidelijke streken. Vanaf de dagen waarop de winter plaats maakt voor de lente is de pandemie het leven volledig gaan beheersen. Het begrijpelijke en terechte verbod op samenkomsten trof uiteraard ook de maandelijkse bijeenkomsten van het bijna veertig man sterke Prinsenconvent. De Prinsenborrel op 12 maart 2020 werd op de valreep afgelast. De traditionele inauguratie van de afgetreden prins, die na Halfvasten zijn opwachting mag maken bij het Prinsenconvent moest tot nader order worden uitgesteld.
Een wachttijd van vijf maanden, dat was te overzien, zo bleek tijdens en na de drievoudige ‘beeldenstorm’ rond de Grote Markt. Datzelfde gold voor de anderhalve-meter-maatregel, waaraan in De Waagh goed voldaan kon worden. Na de terugkeer in de ruime bovenzaal konden de ex-prinsen na het zingen van het lijflied coronaproef het glas heffen op hun in tweeërlei opzicht jongste aanwinst. Uit handen van redacteur Gerard I (Brouwer) kreeg Mark I (Buck) het nieuwste vouwblad in het smoelenboek ‘Van de Prins geen kwaad’. In woord en beeld zijn de hoogtepunten uit MarkI’s Prinsdom vastgelegd. De zestigste Stadsprins in de Knotsenburger dynastie, in 1952 gevestigd door Prins Nico I, bedankte in een korte toespraak de ex-prinsen en gaf opnieuw de woorden ‘elkaar vasthouden in goede en slechte tijden’ op eigen wijze inhoud. Geestrijk adviseur Bernard van Welzenes greep de gebruikelijke rondvraag aan om met assistentie van de ‘feursitter’ Mark I de zegen te geven. Dat hij voor een forse schouderklop en een echt kruisteken op de knieen ging, sprak voor een katholieke jongen vanzelf.