Terugkoop van Nuon: een even achterhaalde als onzinnige optie

Logo NuonDe forse afboeking van Vattenfall op Nuon noopt het Zweedse staatsbedrijf om de Nederlandse dochter in de etalage te zetten. Naast Tweede Kamerlid Paul Jansen (SP) meldde Eneco-topman Jeroen de Haas zich onmiddellijk als kijker, niet als potentiële koper. Beide kenners van de sector pleitten respectievelijk in Trouw en NRC Handelsblad voor een terugkoop van de stroomproducent, waarvoor destijds de provincies Gelderland, Friesland en Noord-Holland de mooie som van ruim 10 miljard euro hebben ontvangen. Voor ongeveer de helft van het geld zou Nuon weer in Nederlandse handen kunnen komen, aldus de stuurlui aan de wal, die vergeten dat de elektriciteitswereld er anno 2013 anders uitziet dan vijf jaar geleden. Wat moeten de provincies of de rijksoverheid met een bedrijf met vrijwel uitsluitend gasgestookte centrales?  Kan een nieuwe eigenaar met een kleinere omvang dan Vattenfall wel continuïteit en rentabiliteit garanderen in een markt waar structurele overcapaciteit troef is? Kennelijk zijn de oorzaken van die overcapaciteit nog onvoldoende doorgedrongen, zelfs bij insiders, die beter moeten weten. Zij halen trouwens liberalisering en privatisering door elkaar, en vergeten de grote verschillen in brandstofinzet op de vrije Noordwest Europese markt. Frankrijk houdt nog steeds van kernenergie, terwijl Duitsland ruim baan geeft aan zon en wind.  Noorwegen zet waterkracht in, en Nederland kent niet voor niets zijn gasrotonde. Die verschillen beïnvloeden marktpositie en dus rentabiliteit, nog afgezien van de relatie tot het klimaatbeleid

Opmars Zonne-energie

Immens zonnedag bij Besch in Duitsland
Foto: Ad Lansink

Jeroen de Haas ziet bovendien in de Splitsingswet een oorzaak van de ellende. Ten onrechte, want de overcapaciteit staat los van eigendom en organisatie van het netbeheer. Dat uitgerekend staatsbedrijf Vattenfall problemen kent leert ook, dat publiek eigendom geen garantie is voor het uitsluiten of verkleinen van (financiële) risico’s. Zou in de jaren 90 het grootschalig Nederlands productiebedrijf gevormd zijn, dan zou ook dat bedrijf in de groei-euforie gezocht hebben naar schaalvergroting. Alle grote spelers wilden groeien. Kijk naar E.on, RWE en EDF, die ieder voor zich op versterking van de concurrentiepositie en schaalvoordelen uit waren. De ‘energiereuzen’ konden niet voorzien, dat in 2008 een financiële crisis zou losbarsten, de politiek evenmin. Dat zon– en windenergie een grote vlucht zouden nemen, vooral in Duitsland,  lag evenmin voor de hand. Dat de daarbij door de overheid ingezette instrumenten – Duitse feedinn tarief, subsidies in Nederland – de klassieke  elektriciteitsproducenten indirect zouden belemmeren werd aanvankelijk niet voor mogelijk gehouden. Of het verleden voldoende leergeld heeft opgeleverd mag intussen worden betwijfeld, gelet op het (voorlopige) energieakkoord, dat door de laatste ontwikkelingen is ingehaald.  Het oplaten van proefballonnen – zoals de terugkoop van Nuon – heeft geen zin. De samenleving is meer gebaat met een evenwichtige afweging van alle belangen – voorzieningszekerheid,   betaalbaarheid, werkgelegenheid, klimaatbeleid, transparantie (ook wanneer industriepolitieke aspecten in het geding zijn) –  dan met het berijden van al dan niet manke stokpaarden.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.