Energiebeleid: zoveel hoofden, zoveel zinnen of toch een nationaal akkoord?

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Hoogspanningsmast
Foto: Pascal Vyncke, Seniorennet.be

Nog voor de vaststelling houdt het Nationaal Energie Akkoord de gemoederen van hele en halve insiders danig bezig. De buitenwereld wacht intussen met spanning op de resultaten van het al maanden durende beraad, dat onder coördinatie van de SER in grote beslotenheid plaats vindt. Zoals gebruikelijk lekken af en toe stukken uit, hoewel alle deelnemers geheimhouding hebben beloofd. Die uitgelekte stukken beloven in de ogen van Jan Rotmans niet veel goeds. De Rotterdamse transitiegoeroe noemt het uitgelekte document een ‘draak van een stuk, vol ambtelijk jargon’. Het Financieel Dagblad ‘verrast’ de lezers met de dwarsliggers van het ministerie van financiën, en de Telegraaf voorspelt sluiting van alle kolencentrales. De oneliner ‘waar rook is, is vuur’ gaat in dat geval niet meer op. Hoewel: vervanging van kolencentrales door windturbines gaat volgens de krant enkele decennia duren. Hoe het ook zij: het Nationaal Energie Akkoord werpt schaduw en licht vooruit, koude en warme gevoelens naast elkaar. De belangen van de stakeholders lopen kennelijk zo ver uiteen, dat het vinden van een gezamenlijk draagvlak voor de vernieuwing van het energiebeleid een moeilijke zo niet onmogelijke  opgave is. Zoveel hoofden, zoveel zinnen dus. Bovendien knelt de onlosmakelijke relatie tot het fiscale stelsel, naast de aderlating voor de staatskas wanneer de z.g. saldering van duurzame energie werkelijkheid wordt. Ook het netbeheer brengt haar eigen problemen met zich mee, ondanks de glorieuze toekomst van ‘smartgrids’ . Wie het Nederlandse energiedossier kent is evenzeer verbaasd over het aanvankelijke optimisme als over de voorbarige kritiek op het akkoord. Over de noodzaak van energiebesparing en energiediversificatie is iedereen het eens, en over de vergroting van het aandeel duurzame energie ook. Maar zodra de financiering van de maatregelen om de hoek komt kijken, verandert de stellingname van de partijen zienderogen. De profeten van de duurzaamheid hebben geen oog voor de financiële aspecten, de producenten kijken vooral naar rentabiliteit en continuïteit, de verbruikers – groot zowel als klein – vragen om de laagste tarieven, en de overheid vreest financiële tekorten.  Diversificatie – bedoeld om de leveringszekerheid voor alle energie-vragende sectoren, dus ook verkeer en vervoer – te waarborgen kent evenmin veel eensgezinde aanhangers. Fossiele energie uit steenkool wordt verbannen, kernenergie ook, waardoor de optie van goedkope basislast voor de transitie naar een waterstofeconomie achter de horizon verdwijnt. Inzet van aardgas mag nog wel op bijval rekenen, maar winning van schaliegas wekt weerstand. Biogas uit vergisters scoort goed, zij het dat de kwantitatieve bijdrage laag blijft. De weerstand tegen de (te grote) inzet van biomassa groeit. Resteert dus de vergroting van het aandeel van zon- en windenergie. Maar ook die optie kent knelpunten: het ontbreken van opslagsystemen, die het discontinue karakter van deze ‘stromingsbronnen’ kan compenseren, en de bekostiging van de investeringen, via een omslagstelsel of via de invoering van een CO2-tax. Hopelijk slagen de ‘energieke’ stakeholders er in de verdeeldheid aan de kant te schuiven door een gezamenlijke keuze voor realistische besparing en duurzame diversificatie.

 

Eén gedachte over “Energiebeleid: zoveel hoofden, zoveel zinnen of toch een nationaal akkoord?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.