Kerstklazen in Knotsenburg

De Kerstklazen steken van wal in 'De Hemel' (foto: Gerard Brouwer)

De Kerstklazen steken van wal in ‘De Hemel’ (foto: Gerard Brouwer)

Wat moet je beginnen in het merkwaardige interbellum tussen het vertrek van Sinterklaas en de komst van de Kerstman? Die vraag van Johan Klomp, de ‘feursitter’ van het Knotsenburg Prinsenconvent, leidde tot een verrassend antwoord: een bezoek van de voormalige carnavalsprinsen van Nijmegen en hun partners aan ‘De Hemel’: geen hiernamaals maar een grand café in de Commanderie: een van de oudste monumenten van – jawel – de oudste stad van Nederland. Eenmaal bijeen in het fraaie etablissement hoorde het ex-prinselijk genootschap gebonk op de ramen. Even later trad een ‘mixed dubbel’ binnen: een onmiskenbare kruising van Sinterklaas en Kerstman. Een van de in rode gewaden gestoken figuren droeg een mijter en kromstaf, de ander een puntmuts. De Kerstklazen waren onherkenbaar. Maar toen zij gingen praten werd snel duidelijk, dat onder de witte pruiken de gezichten van Jaap Lamers en Karel Hermsen schuil gingen.

Partners van ex-prinsen, een en al oor voor de Kerstklazen (Fot: Gerard Brouwer)

Partners van ex-prinsen, een en al oor voor de Kerstklazen (Fot: Gerard Brouwer)

De goedheilige Klaas en zijn minder heilige (Kerst) man hadden zich kennelijk voorgenomen hun lotgenoten met welgekozen woorden de oren te wassen, zij het niet alleen in kritische zin. Voordat zij daartoe overgingen, meenden zij eerst de partners van de ex-prinsen te moeten eren met een opvallende, niet gezongen maar gesproken Ode, met redelijk rijmgehalte. Het belang van het ‘dichtsel’ – waarschijnlijk van de hand van de ‘Duitse’ ex-prins Karel Hermsen – staat een beperkte vorm van openbaarheid toe. Wie wil lezen wat de Kerstklazen onder de mijter hadden voor toekomstige partners van de Prinsen van Knotsenburg moeten even op Ode klikken, ook om vast te stellen dat zelfkritiek de Klazen niet vreemd is.

Kerstklazen in vol ornaat

Sinterklaas * Kerstman = Kerstklazen (Foto: Ad Lansink)

Na dit semi-literaire hoogtepunt zette de ‘Kerstklaas’ zich aan het echte werk: een positief-kritische terugblik op het doen en laten van de leden van het Prinsenconvent. De niet lijfelijk aanwezige ex-prinsen moesten het doen met een vriendelijke veeg uit de pan. Zij liepen ook een toepasselijk geschenk mis. De vijf en twintig wel aanwezige leden werden groepsgewijs ontboden voor het nauwelijks zichtbare aangezicht van de Kerstklazen. De groepsaanduiding leerde al, hoe de vlag erbij hing: krasse knarren (Goud van Oud), babyboomers, jonge opa’s, ondernemers, voormalige of wisselvallige ondernemers, bijna uitgestorven boerderijdieren, eeuwige pubers  of glamourboys, en een typische  restcategorie.  Bovendien  ‘hors-categorie’: man van de wereld en wereldheer Bernard van Welzenes, die met een kookwekker werd verblijd. Carnavalsmis-gangers weten waarom. De overige namen worden later onthuld in Schaaralaaf, het lijfblad van het Knotsenburger Prinsenconvent

De ex-prinsen kunnen er wel om lachen (Foto: Gerard Brouwer)

De ex-prinsen kunnen er wel om lachen (Foto: Gerard Brouwer)

De diversiteit van (en binnen) de categorieën toont de gemeleerdheid van het genootschap: verschillen in komaf en functie, maar ook de saamhorigheid door de jaren heen, binnen en buiten Knotsenburg. Dat die buitenwereld niet vergeten wordt, bleek  uit de openingswoorden van de Kersklazen, die na binnenkomst snel wisten waar zij terecht waren gekomen: ‘Oude prinsen, de prive-rollaterclub van Johan Klomp. Da’s toch een wonder hoe die Lansink dat vroeger heeft gedaan: Lansinks wonderbare vermenigvuldiging. Elk jaar een jong erbij’, waarna de ene Kersklaas zich afvraagt: Is de Ladder van Lansink ook van toepassing op dit gezelschap? Je weet wel: zijn methode van recycling?  Als ik zo rond kijk zijn wel enige aanwezigen aan recycling toe. Het antwoord luidde: Nee. De natuur doet hier zijn eigen werk. Dit gezelschap is alleen onderhevig aan gerontologische processen.

Tussen de Kerstklazen

Bij Goos achter de Kerstklazen (Foto: anoniem dispuutgenote)

Later op de avond, met een glas bier binnen handbereik besefte ik hoe  kort de afstand tussen binnen- en buitenwereld is. Enkele uren voor het mooie feest in ‘De Hemel’ mocht ik in het fraaie Louwman Museum in den Haag voor de gasten van de Relatiedag van Auto Recycling Nederland uiteenzetten, wat de Ladder van Lansink te maken heeft met circulaire economie. Was dat toeval of eerder een vorm van genade, zoals kunstenaar Han Klinkhamer mij ooit leerde? Toeval of niet: de cirkel was opnieuw rond, mede dankzij de Kerstklazen van Knotsenburg, die na afloop nog even in Cafe Goossens de leden van een damesdispuut gingen vermaken. Zelfs het bloed van Kerstklazen kruipt waar het eigenlijk niet gaan kan.