Negenentachtig, allemachtig

Enkele kanttekeningen bij het begin van het negentigste levensjaar, met dank voor alle gelukwensen van dichtbij en veraf

De kaart van Klaas en Sophie (Bouwmeester-van Kempen) past wonderwel bij de gelukwensen van de KNVB

De ene dag is de andere niet. Dat geldt ook voor die ene dag waarmee een levensjaar wordt volgemaakt en waarna een nieuw levensjaar begint. Voor mij is 6 juni de dag van 1934, waarop ik in Arnhem op de Kloosterstraat het levenslicht zag, overigens zonder dat toen te beseffen. Tien jaar na mijn geboorte begon de bevrijding van West Europa. Die nog gedenkwaardiger dag van 1944 zou later bekend worden en blijven als D-Day, de dag waarop de geallieerde troepen in Normandie aan land gingen om Frankrijk, Belgie en later ook Nederland te bevrijden van de Duitse bezetters. Arnhem zou pas in het voorjaar van 1945 bevrijd worden, omdat de Slag om Arnhem van 17 tot 24 september 1944 niet succesvol verliep.

De Vereniging van KNVB ereleden en -bondsridders verraste mij net een fraai boeket plus schriftelijke gelukwensen (op de achtergrond: panelen van Rik van Iersel)

De ene verjaardag is evenmin de andere, niet alleen vanwege het alsmaar ouder worden, maar ook omdat zowel veraf als dichtbij de omstandigheden in meer of mindere mate veranderen. Zo kon ik een jaar geleden niet vermoeden, dat ik de loop van de zomer vrijwel full time mantelzorger zou worden. De herseninfarcten, die echtgenote Ans in 2022 troffen veranderden ingrijpend onze gezamenlijke ‘way of life’. Vijf jaar geleden kon ik evenmin voorspellen, dat ik enkele maanden later in het Convention Center van Kuala Lumpur de prestigieuze ISWA Publication Award 2018 zou krijgen voor mijn boek Challenging Changes – Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy.

Rozen uit eigen tuin

Over de periode van vijf jaar gesproken: zelf zei ik ruim dertig jaar geleden tegen Celine Hasker, mijn trouwe en betrokken medewerkster in de Tweede Kamer. dat de laatste vijf jaren van mijn leven tot dan toe steeds de mooiste waren geweest. Het was een reactie op haar teleurstelling, dat ze al dertig jaar werd. Misschien geldt die uitspraak van de mooiste vijf jaar nog steeds, ook al nemen zorgen en beslommeringen toe. De ouderdom komt immers met allerhande gebreken, De beperkingen – lichamelijk, soms ook geestelijk – worden groter en de leefruimte wordt kleiner. Toch overwegen dankbaarheid en blijdschap, ook op de D-Day van 2023, nu dienstbaarheid geboden is en volhouden het parool blijft.

Papavers in eigen tuin

De opslag van foto’s in de ‘cloud’ biedt de speurneuzen van Apple de gelegenheid om via gezichtsherkenning, algoritmen en AI – de nu spraakmakende Artificial Intelligence – regelmatig persoonlijke terugblikken te genereren. De hard- en software-gigant verraste mij op mijn verjaardag met de terugblik ‘Ad: door de jaren heen’: een willekeurige greep uit de bonte verzameling van beelden, vooral uit de pro-corona-jaren. Dat de presentatie van Challenging Changes in Brussel, de uitreiking van de ISWA Publication Award 2018 en de voordrachten in Libanon, Zuid-Afrika, Zweden en Noorwegen een plek verwierven lag voor de hand. Ook de rondjes in het Rijk van Nijmegen mochten er zijn.

Ger Loeffen was een van de eerste vrienden, die mij op 6 juni 2023 een zonnige dag toewenste, met een historische foto: de plaatsing van de Zonneboom bij het ROC Technovium op 12 mei 2012: een alleszins gedenkwaardige dag ook voor Andreas Herfeld die na zijn ‘Gezicht van Nijmegen’ en het recente beeld van Gerard Philips zijn kunstenaarschap voluit heeft bevestigd

De ene verjaardag is de andere niet, ook omdat met het toenemen van de leeftijd de zekerheid van het halen van nieuwe mijlpalen steeds kleiner wordt. De talrijke felicitaties – vooral via sociale media als E-mail, Facebook en LinkedIn – doen daar niets aan af, maar zijn wel een mooie opsteker voor het vasthouden van de koers en het doorzetten op de verdere levensweg. Ik uit mijn dankbaarheid voor de vele goede wensen met enkele kleurrijke beelden uit eigen tuin: het domein, waarin ik nu vaker verblijf dan in eerdere jaren, om te verpozen maar ook om mantelgardenier te worden. Ook het gras, de planten en heesters en zelfs de bomen hebben zorg nodig. Of niet soms?

Lentepracht

Van het uitzicht op de kloostertuin van het Albertinum naar de kleuren in eigen tuin

Zicht op de tuin van het Albertinum met in het midden de met witte bloesem getooide boom

Vanuit mijn werkkamer heb ik een mooi uitzicht op de (voormalige klooster-) tuin van het Albertinum. De huidige beheerder van het mini-landgoed heeft in de afgelopen jaren veel werk besteed aan het groot-onderhoud van het park, waar destijds de Dominicanen ruimte vonden voor gebeden. gesprekken of stilte. Een jaar geleden zijn heel wat bomen gekapt, waardoor het zicht op het Albertinum en de oude kloostertuin sterk is verbeterd. Een bord bij de ingang leert dat onbevoegden geen toegang hebben. Wie onbevoegd is staat er gelukkig niet bij. 

Geen witte maar rosé bloesem

Tijdens een recente wandeling door de kloostertuin – overigens een gemeentelijk monument – bekeek ik van dichtbij een magnolia, die elk jaar een onmiskenbaar teken van de lente is. De stammen van de magnolia vielen tegen, maar de talloze bloemen niet. De bijna een eeuw oude boom op de achtergrond toonde nog geen bloesem of blad. De tegenstelling markeert de geleidelijke komst van de lente, vertraagd door een koud en nat begin. Jammergenoeg kan hooguit twee weken worden genoten van de fraaie bloemen, die zelfs zonder zonneschijn helder oplichten tegen een grauwe achtergrond.

Amerikaanse krentenoom en mahonie

Datzelfde geldt trouwens voor de bloemenpracht in eigen tuin: kortstondige lentetekens die even snel verdwijnen als te voorschijn komen. De magnolia laat weliswaar elk jaar meer bloemen zien. Maar de paars-witte ‘tulpen’ verwelken meestal binnen een dag of tien. Zo niet de viburnum tinus – een telg uit het geslacht sneeuwbal – die vanaf de laatste wintermaanden tot in het vroege voorjaar overvloedig zijn witte bloemen toont. De Amerikaanse krentenboom daarentegen bloeit slechts enkele dagen. Hij wordt gelukkig afgelost door de laurierkers met rechtopstaande trossen, die boven het gebladerte uitsteken.

De magnolia is niet de enige boom of struik, die voor kleuren zorgt. Na het verdwijnen  van de ranonkels en het doven van de schoenlappersplant trekt de forsythia met zijn gele bloemen de aandacht. Vervolgens is het de beurt aan de rode ribes, die het ongeveer twee weken volhoudt. Intussen hebben de gele bloemen van de wintergroene mahonie zich gemeld. Zij krijgen laag bij de grond kleurensteun van de muurbloemen, die het waarschijnlijk enkele weken gaan volhouden. De Japanse sierkwee probeert overigens de geel-witte hegemonie te doorbreken.

Hoewel alle jaargetijden mij weten te boeien, houd ik toch het meest van de lente. De vergroening van de natuur en de plotselinge bloemenpracht – vooral via de forsythia’s en magnolia’s in talloze tuinen – versterken het optimisme, zelfs in een tijd waarin enig pessimisme begrijpelijk is. Het lengen van de dagen is een ander facet, dat voldoening schenkt, zeker voor mensen die in de breedte leven. Hoe het ook zij: de kleuren in de tuin blijven boeien, zelfs in de jaargetijden, die minder hoog scoren op mijn persoonlijke ladder.

Pieris forest flame (alle foto’s: Ad Lansink

Bruukse waterplassen

Een droge wandeling door het natte natuurgebied De Bruuk op de grens van winter en lente
Landweg door De Bruuk – rechts de volle watergang

De lente nadert snel. Het werd daarom weer eens tijd voor een bezoek aan De Bruuk, het onvolprezen natuurreservaat tussen de Groesbeekse kerkdorpen de Horst en Breedeweg en het Duitse Reichswald. De talrijke Maartse buien zouden hun sporen wel hebben nagelaten, zo meende ik, terugdenkend aan eerdere regenrijke periodes, die destijds de paden vrijwel onbegaanbaar hadden gemaakt. Welnu: de brede paden – feitelijk de oude landweg midden door de moerasgrasvelden en de daarop uitkomende zijpaden – waren goed te belopen. Modder was vrijwel nergens te bekennen. De grote onderhoudsbeurt van 2022 was kennelijk niet voor niets geweest.

Houten waterkering

Mijn aanvankelijke plan om alleen de middenweg te lopen – heen naar een van de banken en uiteraard ook terug naar de parkeerplaats – liet ik snel varen. Een volledig rondje lopen, dat moest toch te doen zijn, ondank het feit dat door allerlei omstandigheden van wandelen lange tijd geen sprake was geweest. Een drietal wandelaars, die het rondje in tegengestelde richting liepen, riepen mij bij de tweede ontmoeting enthousiast toe: ‘U loopt wel heel stevig door’. Het was een onverwacht compliment van jongere mensen, die een wat rustiger tempo aanhielden. Het was ook een mooie aansporing om het rondje De Bruuk helemaal uit te lopen.

Houten waterkering en restanten van riet

Afgezien van enkele spaarzame groene grasvelden, was van groei en bloei nog geen sprake. De in het najaar gemaaide moerasgasvelden lagen er nog ongeroerd bij. Hier en daar waren nog enkele rietkragen achtergebleven: een verwijzing naar uitbundige groei in het vorige voorjaar.. Wat wel opviel, waren de buitensporig grote waterplassen en de overvolle watergangen langs het middenpad en het noordelijke hoofdpad. De houten waterkeringen bewezen duidelijk hun nut, net zoals de blauw-witte peilstokken, waarop de beheerders kunnen zien of en zo ja, welke ingrepen nodig zijn. Ik ben benieuwd wat er in de lente van de waterplassen overblijft, en ook of het water in de sloten weer gaat zakken.

Waterplassen in De Bruuk

De Bruuk blijft een bijzonder gebied, met telkens weer verrassende uitzichten in vrijwel elke richting, en onafhankelijk van het jaargetijde. Die afwisseling maakt, dat ik bij vrijwel alle bezoeken mijn iPhone pak om enkele foto’s te maken. De ene foto lukt beter dan de andere. Maar dat neemt niet weg, dat de beelden uit De Bruuk steeds weer een eigen verhaal vertellen over natuur en landschap. De flora van De Bruuk scoort intussen hoger dan de fauna, afgezien van enkele vogels. Reeen, herten en wilde zwijnen heb ik nog nooit kunnen betrappen, laat staan wolven. En dat terwijl deze dieren in het nabijgelegen Reichswald wel te vinden zijn. Zouden zij de landsgrens respecteren? Nee toch?

Dode bomen ondanks overvloed aan water – Op de achtergrond links de voormalige stortplaats van restafval (Foto’s: Ad Lansink)

Hemelboom geschoren

Groot onderhoud van de Ailanthus altissima: een allerminst onschuldige invasie exoot
Hemelboom na verwijdering van grote takken

Bomen bij het huis zijn geliefde, vaak tijdloze elementen, ook wanneer de laag-bij-de-grondse planten moeten zorgen voor een kleurrijke tuin. Loof- en dennenbomen versterken door hun vorm en lengte de verticale beleving. Maar bomen zijn in de herfst lastige elementen, wanneer bladeren, naalden en dennenappels opgeruimd moeten worden. Bij droogte hebben sommige bomen moeite met het tekort aan water, met als gevolg afstervende takken. Zo ook de forse Hemelboom, die al meer dan een halve eeuw een van onze tuinhoeken markeert. Door de droogte van de afgelopen jaren stierven kleine en soms ook grote takken af. Hoogste tijd dus om de boomverzorgers van Busser en de hoveniers van CCS te vragen om het dode hout te verwijderen.

Het ‘knippen en scheren’ van de Hemelboom (Ailanthus altissima) door de vijf-man-sterke ploeg binnen twee uur geklaard, inclusief het opruimen van de grote en kleine takken. De hele operatie had veel weg van een spectaculaire knipbeurt, met als resultaat een hoog-opgeschoren, mooiere hemelboom, die fierheid uitstraalt. De komende lente en zomer moeten leren of alle dode takken verdwenen zijn en – belangrijker nog – of de geschoren hemelboom weer helemaal groen kleurt. Voorlopig krijgen de zonnepanelen meer licht, en specht is weer teruggekeerd in de hemelboom, om daar een nieuw, wellicht tijdelijk nest uit te hakken.

Intussen leerde wat speurwerk, dat de Hemelboom minder onschuldig is dan zijn naam suggereert. Zowel de bast als het blad bevatten giftige stoffen, die de groei en bloei van andere planten kunnen belemmeren. De knoppen op de wortels kunnen uitlopen en nieuwe hemelbomen vormen. Die spruiten heb ik heel wat keren moeten verwijderen. Gelukkig heb ik de bedreiging voor inheemse planten niet in eigen tuin kunnen waarnemen. Zou dat wel het geval zijn geweest, dan had ik – na de noodzakelijke (?) gemeentelijke goedkeuring – de hemelboom laten weghalen. Hij blijft voorlopig staan, als een gezichtsbepalend element, dat na zijn knip- en scheerbeurt aan kracht heeft gewonnen.

Geknipt en geschoren: de Hemelboom aan de Willem Schiffstraat in Nijmegen in vol ornaat wachtend op betere en warmere tijden

Voorzitterschap(pen) voorbij

Bronzen beeld van Cor Litjens – bijzonder geschenk van Ds. Visscherfonds – markeert laatste voorzitterschap in een lange, boeiende reeks
Cor Litjens – Bouwstop 1 Brons

Anders dan bij de meeste besturen van verenigingen en stichtingen kennen de statuten van het Ds. Visscherfonds geen leeftijdsgrens voor bestuursleden en evenmin een maximum aantal termijnen voor het bestuurslidmaatschap. Die beperkingen zijn eind jaren negentig op verzoek van John Haalmeijer – toen het oudste bestuurslid – uit de statuten van de Stichting Volwassenenzorg en het Ds. Visscherfonds geschrapt. De vierjaarlijkse herbenoeming is trouwens een formaliteit tenzij een bestuurslid zelf aangeeft geen nieuwe termijn te ambiëren. Ruim voor mijn eventuele herbenoeming per 1 januari 2023 deelde ik mijn medebestuursleden mee, dat ik mijn voorzitterschap, dat ik vanaf 1987 vervulde, wilde neerleggen in verband met persoonlijke omstandigheden. Wel zegde ik toe voorlopig bestuurslid te blijven met de website en de beleggingscommissie als aandachtsvelden.

Bestuursdiner Ds. Visscherfonds in wijnkelder van Restaurant Groenewoud. Van links naar Rechts: Mieke Gieling, Leonore Biegstraaten, Ton Seesing, Marielle Ouwens, Ad Lansink, Hans de Hoog, Carien Beurskens, Jan Jaap Schmitz

De feitelijke wisseling van de wacht vond vanwege huiselijke verplichtingen al op 1 september 2022 plaats. Het bestuur had eerder eensgezind Leonore Biegstraaten tot mijn opvolger benoemd. Zij had zich door de tijdige aankondiging van mijn aftreden als voorzitter snel en goed kunnen inwerken. Omdat ook Mieke Gieling, sinds de oprichting van het Ds. Visscherfonds belast met het fondssecretariaat, ook per 31 december 2022 haar werkzaamheden zou beëindigen, besloten mijn collega’s met een bestuursdiner op 21 januari 2023 het afscheid ‘een feestelijk karakter te geven. Zelf mocht ik Mieke Gieling toespreken: zij werkte al bij de Groesbeekse Tehuizen voor mijn toetreden tot het bestuur. Hans de Hoog belichtte mijn voorzitterschap van de Stichting Volwassenenzorg van 1979 tot aan de vorming van Plurijn en van het Ds. Visscherfonds vanaf de oprichting op 1 januari 1987 tot eind 2022.

Mieke Gieling en Ad Lansink kregen een in te lijsten p legpuzzel met het bestuur van het Ds. Visscherfonds in honderd stukjes (Foto: Marielle Ouwens)

Mijn medebestuursleden verrasten mij tijdens het afscheidsdiner met de aanbieding van een bijzonder geschenk: een fraaie bronzen sculptuur van de befaamde beeldhouwer Cor Litjens. Zij wisten, dat ik het werk van de kunstenaar uit Deest zeer waardeer, en die waardering eerder in woorden en beelden heb vastgelegd. Zij vermoedden niet ten onrechte, dat de artistieke verwijzing naar een ladder mij zou aanspreken. De sculptuur zelf – getiteld Bouwstop 1 uit de reeks Illegaal – verbeeldt een bouwwerk van zes verdiepingen, dat hoewel onaf en begrensd door vorm en materiaal tijdloosheid uitstraalt. Cor Litjens zal mij ongetwijfeld nog wel vertellen, wat de diepere betekenis van de naamgeving is. De ‘Bouwstop 1’ doet overigens aan voor- en achterzijde wel denken aan een forse ladder. 

Ad Lansink bedankt Mieke Gieling voor het jarenlange inzet bij de Groesbeekse Tehuizen en het Ds. Visscherfonds (Foto: Marielle Ouwens)

Terugdenkend aan de lange reeks jaren, waarin ik bestuurlijk actief was – vanaf de schooljaren op het Arnhemse KGL met het hoofdredacteurschap van de schoolkrant tot en met de uitreiking van de Ds. Visscherprijs 2022, vroeg ik me af waarom ik in vrijwel alle besturen, waarin ik actief was, het voorzitterschap bekleedde. Was het ambitie of dienstbaarheid, drang of dwang? Na De Bries – de schoolkrant van het KGL – volgde het voorzitterschap van het natuurfilosofisch dispuut De Pyramide van CSV Veritas in Utrecht (1956-1958). Het voorzitterschap van het Stafconvent van de KUN (1966-1971) was achteraf de opmaat voor het vicevoorzitterschap van de Nijmeegse KVP-fractie (1970-1974), en de voorzitterschappen van de CDA-fracties in de Stadsgewestraad (1971-1975) en de Nijmeegse Gemeenteraad (1974-1982).

Ad Lansink bestudeert het geschenk van het Ds. Visscherfonds, onder instemmende blik van Carien Beurskens en Hans de Hoog (Foto: Marielle Ouwens)

Eenmaal fulltime politicus als lid van de Tweede Kamer (1977-1998) volgde het CDA-fractiebestuur (1986-1994) , het voorzitterschap van CDA-commissies milieubeheer en volksgezondheid en het voorzitterschap van de parlementaire onderzoekcommissie volksgezondheid. Tijdens en na mijn politieke loopbaan zouden nog diverse voorzitterschappen het leven in de breedte bepalen. Ik noem de KNVB -Afdeling Nijmegen (1982-1990), het Bestuur Amateurvoetbal en het Bondsbestuur van de KNVB (1990-1996), de Werkgroep Nijmegen-West-Weurt (1998-2000), de MHV ZOW (1996-2006), de Federatie Herwinning Grondstoffen (1998-2011), de Vrienden van het Taborhuis (1995-2012), de Van Zeelandstichting (Huize Rosa te Nijmegen) (2001-2012), de Commissie MER (Interim) (2002-2003), de Gelderse Milieufederatie (2003-2011), de Stichting Zonneboom (2008-2017) en niet te vergeten het Prinsenconvent Knotsenburg (1994 – 2014).

Zijkant Bouwstop 1 (Foto: Ad Lansink)

Op een enkele uitzondering na haalde ik – ook in de Raden van Commissarissen, waarin ik tussen 1998 en 2012 zitting mocht nemen – steeds de statutaire twee of drie termijnen. Waar geen leeftijdsgrens of termijn was vastgelegd – zoals bij het Ds. Visscherfonds – bleef ik langer op mijn post, niet als zetelplakker maar in de overtuiging, dat ervaring en continuïteit soms zwaarder wegen dan de veelal en vaak ook terecht bepleite doorstroming en vernieuwing. Ik werd overigens steeds gevraagd om een bestuurstaak op me te nemen, zelfs wanneer dat niet voor de hand lag, zoals op het terrein van de sport: de KNVB, terwijl ik nooit echt gevoetbald had, en MHV ZOW, terwijl ik nooit een stick had aangeraakt. Kennelijk zagen andere lotgenoten iets in mij, wat ik zelf niet wist. Ook de carnavalswereld was mij aanvankelijk volkomen vreemd, tot ik 1977 gevraagd werd Prins van Knotsenburg (Nijmegen) te worden.

Doorkijk Bouwstop 1 = Zes lagen of toch een ladder (Foto: Ad Lansink)

Gevraagd (en gekozen of benoemd) worden en vervolgens met andere mensen aan de slag gaan om doelen te bereiken of te benaderen: dat bleef en blijft een dankbare opgave, ook wanneer tegenstellingen overbrugd of teleurstellingen overwonnen moesten worden. Kijkend naar de sculptuur Bouwstop I, die ik kreeg van mijn medestuursheden van het Ds Visscherfonds bij mijn aftreden als voorzitter, denk ik niet alleen aan een ladder maar ook aan een bouwwerk van meer lagen: ruimtelijke en artistieke verbeelding van boeiende bestuursperioden op het terrein van politiek, sport, cultuur en volksgezondheid, met hun overeenkomsten en verschillen in materiële en immateriële zin. Bij het omzien naar al die bestuurlijke activiteiten overheerst de dankbaarheid, dat het mij gegeven was in samenwerking met andere bestuurders de gemeenschap te dienen. 

Voorbij de duisternis

Omzien, uitzien en inzien bij de wisseling van een bewogen jaar naar een vooralsnog onzekere toekomst
Petrus Canisiuskerk op Kerstavond 2022 (Foto: Sophie van Kempen)

Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; zij die wonen in het land van de schaduw des doods, over hen zal een licht schijnen’. Die woorden uit Jesaja 9: 1-6, uit de eerste lezing tijdens de Nachtmis op Kerstavond, zetten mij elk jaar aan het denken over het mysterie van het leven, over voor- en tegenspoed en over wat was en komen gaat. De jaarwisseling van 2022 naar 2023 biedt ruimte om even terug te kijken naar een bewogen jaar. De pandemie leek op haar retour, maar laat toch heel wat sporen na. Intussen kreeg autocraat Putin last van oude, imperialistische ambities. Zijn doldrieste poging om Oekraïne te overmeesteren mislukte goeddeels, maar de mensonterende oorlog woekert voort. Europa voelt de gevolgen, door de overigens terechte sancties tegen Rusland en bijgevolg de zware energiecisis, en door de vluchtelingenstromen, die de saamhorigheid op de proef stellen. Nijmegen toont met de opvang van vluchtelingen opnieuw haar gastvrijheid. De vluchtelingen zien niet om, maar uit op terugkeer naar eigen huis en haard, zoals ik dat in 1944 deed tijdens de hongerwinter in Amersfoort.

Klaas Bouwmeester en Ad Lansink brengen licht in de duisternis (Foto: Sophie van Kempen)

Bij mijn omzien naar 2022 strijden voldoening en dankbaarheid, maar ook zorg en onzekerheid om de eerste plaats op de hitlijst van toepasselijke trefwoorden. De drie herseninfarcten, die echtgenote Ans binnen enkele maanden troffen, bepaalden ons doen en (vooral) laten in een in meer opzichten moeizaam jaar. Wij hadden tevoren waarschijnlijk te veel van 2022 verwacht. De langdurige Covid-pandemie en de vijf vaccinatieprikken liepen weliswaar goed af, maar de opeenvolgende herseninfarcten en revalidatie (nog) niet. Angst voor een nieuwe terugslag belemmerde het herstel van essentiële functies. Aanvaarding van allerhande beperkingen bleef en blijft een pittige opgave. Gelukkig krijgt Ans daarbij een deskundige en gewaardeerde steun van de logopediste en de ergo- en fysiotherapeuten van het ZMW Revalidatiecentrum in Ewijk. Bij mijn dagelijkse bezoeken aan het centrum ervaar ik – naast goede informatie van de therapeuten – de grote gastvrijheid van de staf en medewerkers van Waelwick.

Ans Lansink-van Dam aan de Kerstlunch in Waelwick (foto: Ad Lansink)

Een jaar geleden had ik niet verwacht, dat wij Kerstmis 2022 en de jaarwisseling op twee plaatsen zouden beleven, en zelfs vieren. Want het feest van het licht – zoals Kerstmis vaak wordt genoemd – verdreef ook in Ewijk de duisternis, niet alleen door de talloze lichtjes in de befaamde Binnentuin en op de twee afdelingen, maar ook door de indrukwekkende communiedienst, daags voor Kerstmis. Op eerste Kerstdag was ik met andere partners van de aan het centrum gekluisterde patiënten uitgenodigd voor een feestelijke Kerstmaal. Het uitgebreide en professioneel toegelichte menu zou in de Michelingids gewaardeerd zijn met enkele sterren. Ga maar na: Zalmcocktail met garnituren en whiskeysaus, Vers stokbrood met kruidenboter, Minikerstrollade van kipdijfilet, gevuld met kalkoenfarce, Witlofrolletje, Aardappelgratintaartjes en Trifle van vaille-kersenmousse en bastognekoek. Opnieuw verdienden de medewerkers van Waelwick alle waardering en dank voor hun inzet, temeer waar het centrum met andere zorginstellingen kampt met personeelsgebrek.

Sophie en Ad aan het Kerstmaal in Nijmegen (Foto: Klaas Bouwmeester)

Op Kerstavond hadden Sophie van Kempen en Klaas Bouwmeester mij al verrast met een zelfbereid Kerstmaal. Vervolgens spoedden wij ons gedrieën naar de Nachtmis in de Petrus Canisiuskerk, waarmee de door Covid19 onderbroken traditie in ere werd hersteld. Het AMDG-koor maakte haar naam – Ad maiorem Dei gloriam – waar met een prachtige uitvoering van Haydn’s Jugendmesse en met (vooral Duitse en Engelse) kerstliederen. Pastoor Eduard Kimman SJ zette in een voortreffelijke preek uiteen, hoe de geschiedenis zich vaak herhaalt, maar soms ook niet. Tot verrassing van zijn aandachtig gehoor verbond hij lineariteit aan circulariteit, en harde actualiteit – slavernij-excuses en Putin’s Oekraïne-oorlog – aan het nog niet verjaarde verleden: de afschaffing van de slavernij in 1863 en de val van de Berlijnse muur in 1986. De toen herwonnen vrijheid blijkt opnieuw een illusie, net zoals de uitroeiing van het racisme. De jaarlijkse herdenking van de geboorte van Jesus van Nazareth levert telkens weer – circulair als het ware – het leergeld om de lineaire ontsporingen te voorkomen en te bestrijden.

Ans Lansink-van Dam bij de kerstgrot in Revalidatiecentrum Waelwick (Ewijk)
(Foto: Ad Lansink

Voorbij de duisternis wenkt het licht naar 2023: uitzien naar wat komen gaat, ook al blijft de toekomst ongewis, in eigen huis en daarbuiten. Met de woorden: ‘Gij hebt hun blijdschap vermeerderd, hun vreugde vergroot’ biedt de profeet Jesaja bij de komst van het licht ook voldoende houvast om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien, ondanks maatschappelijke tegenstellingen en politieke versnippering. Tussen omzien naar wat geweest is en uitzien naar wat komen gaat, ligt inzien: beseffen, dat de tijd onherroepelijk voortschrijdt, van uur tot uur, van dag tot dag, van jaar tot jaar. Aanvaarden van omstandigheden, en tegelijk pakken van kansen en uitdagingen, thuis en elders. Tijden veranderen, mensen ook. Maar vriendschap en verbondenheid blijven, over de grenzen van tijd en plaats heen. Met die wetenschap voor ogen wens ik – ook namens Ans – vanuit Nijmegen en Ewijk alle lezers van mijn schrijfsels een mooie jaarwisseling, met uitzicht op een voorspoedig 2023.

Mooi Marginaal 2020-2021

De Toren van Babel en Hoog Licht, twee door Sophie van Kempen vormgegeven boeken, zijn bekroond met opname in de 50 mooiste Nederlandse en Vlaamse bibliofiele en marginale uitgaven
Bekroond bij Mooi Marginaal 8 : Sophie van Kempen met de auteurs Marena Seeling en Ad Lansink
(Foto Klaas Bouwmeester)

Op het eerste gehoor doet de alliteratie ‘Mooi Marginaal’ vreemd aan, wanneer boeken en aanverwante uitgaven in het geding zijn. Mooi klinkt oweliswaar begrijpelijk, maar marginaal geeft te denken. De primaire, voor de hand liggende betekenis is immers klein, onbelangrijk en nietszeggend, ook al kan iets kleins ook mooi zijn. De oplossing ligt in een tweede betekenis van het woord marginaal. Die luidt zich aan de grens bevindend. De ontwerpers van marginale uitgaven zoeken inderdaad de grens op. Zij verleggen zelfs grenzen, wanneer zij hun creativiteit tonen bij de vormgeving van bijzondere uitgaven, meestal in kleine oplages: boeken, pamfletten, cahiers, dichtbundels, kunstenaarsboeken, brieven en andere, grafische objecten. In de marge houdt ook de toepassing in van allerhande bind- en vooral drukvormen, vaak op bijzondere soorten papier.

Sophie van Kempen en Ad Lansink met de bekroonde Toren van Babel (Foto: Klaas Bouwmeester)

Een klein jaar geleden vroeg Sophie van Kempen of ik nog een exemplaar van De Toren van Babel had. Zij wilde het kunstenaarsboek, dat ik met haar en Harrie Gerritz had gemaakt, inzenden naar ‘Mooi Marginaal‘, een sinds 2003 bestaand initiatief van de Stichting Laurens Janszoon Coster. Een jury kiest voor Mooi Marginaal elke twee jaar de 50 mooiste Nederlandse en Vlaamse bibliofiele en marginale uitgaven. Natuurlijk stemde ik in met Sophie’s verzoek, niet alleen omdat ik benieuwd was naar het jury-oordeel, maar ook uit bewondering voor de wijze waarop zij de cassette en het boek had vormgegeven. Halverwege de zomer meldde Sophie enthousiast, dat de jury van Mooi Marginaal de Toren van Babel een plaats had gegund bij de 48 (van 150) inzendingen, die na de officiële presentatie deel uit gaanmaken van een reizende expositie. Ook Sophie’s tweede inzending – Hoog Licht, van Marena Seeling – was bekroond met toelating tot de 50 beste verzorgde uitgaven van 2020 en 2021.

Sophie van Kempen en Ans Lansink in gesprek met Roelant Meijer, voorzitter van de Stichting Laurens Janszoon Coster (Foto: Ad Lansink)

Op de dag van de presentatie trokken we met zijn vieren – Sophie van Kempen, Klaas Bouwmeester, Ans en Ad Lansink- naar de fraaie Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) aan het grootsteedse Oosterdok. Roelant Meijer, voorzitter van de Stichting Laurens Janszoon Coster zette voor een groot gehoor uiteen, waarom marginaal drukwerk een grote culturele beteken heeft. Juryvoorzitter Joran Proot lichtte toe, hoe de jury de kerncriteria – vormgeving, typografie en druk, band en presentatie, originaliteit -had gehanteerd bij de beoordeling van de 150 inzendingen. Hoewel de uitgaven weinig voor elkaar onder deden in kwaliteit en uitstraling, was de jury toch tot een eensluidend oordeel gekomen. Opvallend genoeg hebben 48, dus geen 50 uitgaven de eindstreep gehaald. Kennelijk was het trekken van een grens dus wel mogelijk. Hoe het ook zij, Sophie van Kempen behoort tot de kleine groep ontwerpers, die met twee bibliofiele uitgaven vertegenwoordigd zijn in de eervolle reeks Mooi Marginaal 8 (2020-2021). Dat is een mooie prestatie en een forse opsteker voor haar toekomstige activiteiten.

Catalogus Mooi Marginaal
2020-2021

Bij de opening van de expositie kregen alle inzenders van Mooi Marginaal 8 – ontwerpers en schrijvers – de fraai uitgegeven catalogus, waarin naast het verslag van de jury en een boeiende bijdrage van Martin Frijns alle bekroonde uitgaven zijn opgenomen. Een snelle blik in de catalogus leverde een herkenbaar resultaat op door de afbeelding van een van de zeefdrukken van Harrie Gerritz. Elke bekroonde uitgave is in de catalogus overigens beloond met vier pagina’s, die ondanks de kleine bladspiegel een goede indruk geven van het grafisch object. De omschrijving en de colofon-achtige gegevens completeren het beeld. De Toren van Babel en Hoog Licht, hoewel verschillend van omvang, weerspiegelen Sophie’s hand. De bezoekers van de expositie kunnen de bekroonde uitgaven ‘live’ zien, zij het in vitrines, ook weer met een tot vier bladzijden beperkte ruimte. De liefhebbers van marginale uitgaven moeten dus de echte publicaties ter hand nemen om de ontwerpen in alle schoonheid waar te nemen.

Feestrede bij Mooi Marginaal 8 door Lidewyde Paris (Foto: Sophie van Kempen)

Het bestuur van de Stichting Laurens Janszoon Coster had Lidewyde Paris uitgenodigd om de feestrede uit te spreken. De bekende schrijfster, redactrice en uitgever verraste de toehoorders met een interactief betoog over het vertelde en niet vertelde verhaal, en over het verhaal met stille signalen: emotionele raakpunten, ontdekkingen tussen de regels, andere details en bijbetekenissen. Af en toe slingerde zij vragen de zaal in, om de spontane reacties vervolgens te beantwoorden met nieuwe uitspraken en vondsten. Zij sloot haar boeiende optreden af met haar vertaling van Mooi Marginaal: tussen de uitersten van waardecreatie en het behoeden voor de ondergang van teksten, letters en technieken deed ‘het leggen van unieke verbanden’ aan de totstandkoming van de Toren van Babel denken.

Sophie van Kempen tussen Ad en Ans Lansink met de gloednieuwe catalogus van Mooi Marginaal 8
(Foto: Klaas Bouwmeester)

De officiële en feestelijke presentatie van Mooi Marginaal op 26 oktober 2022 leverde een onvergetelijke dag op, allereerst voor Sophie van Kempen, die met de uitverkiezing van haar inzendingen volop publieke waardering krijgt voor haar creativiteit en originaliteit. De presentatie van Mooi Marginaal 8 was trouwens ook een opsteker voor de auteurs van Sophie’s bekroonde publicaties, die beide in eendrachtige samenwerking met Sophie tot stand zijn gekomen: Marena Seeling voor Hoog Licht en Harrie Gerritz en mijzelf voor De Toren van Babel. De feestelijke bijeenkomst in de OBA was organisatorisch en inhoudelijk een genoegen op zich, ook door de informele sfeer en de gezellige borrel, waar de ‘Nijmegenaren’ elkaar uiteraard feliciteerden met de kennelijk verdiende bekroning van Sophie’s ontwerpen.

Klaas en Sophie: tijdelijke mantelzorgers voor Ans op historische grond in Amsterdam (Foto: Ad Lansink)

De expositie Mooi Marginaal 8 zal de komende maanden op diverse plaatsen te zien zijn. Na Amsterdam, waar de 48 mooiste bibliofiele en marginale uitgaven tot eind december 2022 te zien zijn, verhuist Mooi Marginaal 8 in 2023 achtereenvolgens naar de Drukkerswerkplaats in Gouda, het Noord-Hollands Archief te Haarlem, Galerie Concrea in Schoonoord, de Petrus in Vught, de Bibliotheek van Knokke-Heist en de Openbare Bibliotheek in Leiden. In 2024 is de LocHal in Tilburg de plaats waar Mooi Marginaal 8 nog geëxposeerd zal worden. Overigens is ook de website van Mooi Marginaal een bezoekk waard, temeer waar van alle bekroonde uitgaven een fraaie blader-video is gemaakt.

Avondzicht vanaf de Openbare Bibliotheek Amsterdam. met uiterst rechts de Nicolaaskerk (Foto: Ad Lansink)

Na enkele gezellige en inhoudsvolle uren verlieten de vier ‘Nijmegenaren’ bij zonsondergang het drukke Amsterdam, terugkijkend op een memorable dag, mede dankzij de wijze waarop Sophie van Kempen de Toren van Babel en Hoog Licht tot boeiende bibliofiele en marginale uitgaven had weten te maken. Elkaar inspireren en bemoedigen blijft een mooie uitdaging, zo bleek opnieuw. De terugreis naar Wageningen en Nijmegen via De Bonte Koe in Garderen was achteraf niet de kortste weg naar huis, maar bood wel de gelegenheid voor een gezamenlijke terugblik op een een onverwachte als plezierige gebeurtenis.

Sociale nostalgie

Uit het archief van ‘stadsfotograaf’ Jan van Teeffelen: Opening van het atelier van graficus Harry van Kuyk op de Hessenberg (1974)
Henk en Thalja Kors draaien en zingen voor Harry van Kuyk en zijn gasten op de Hessenberg (Foto: Jan van Teeffelen)

De Stichting Jan van Teeffelen publiceert regelmatig op Facebook selecties uit het omvangrijke foto-archief van de befaamde, in 2011 overleden stadsfotograaf van Nijmegen. Jan’s zoon Mark van Teeffelen begon omstreeks 2015 met het digitaliseren van de duizenden negatieven, die zijn vader in dozen en doosjes had bewaard. Aan het comite van aanbeveling, waarvan ik lid mocht zijn, toonde Mark de zelf gebouwde apparatuur, waarmee hij de analoge negatieven digitaliseerde. Marks’s ernstige ziekte en veel te vroege overlijden maakten de afronding van het project onmogelijk. Henk Braam en Ger Loeffen, oud-collega’s van Jan van Teeffelen, hebben de draad van digitalisering en archivering opgepakt. De ontsluiting van Jan’s archief biedt een verrassende terugblik op de jaren, waarin Jan van Teeffelen actief was, in Nijmegen en daarbuiten.

Stamgasten van de City Bar voor de Korsikaan: Van links naar rechts: Bruno X (?), Harry van Kuyk, Lien van Kuyk (schoonzus van Harry), Marie Josee Ceulemans, Liesbeth Otten, Ad Lansink en Harrie Janssen (Foto: Jan van Teeffelen)

Een kleine maar opvallende selectie voerde de kijkers onlangs terug naar een dag uit het leven van de Korsikaan, het stadsorgel van Henk Kors, dat in de jaren 70 en 80 vaak te horen was in de Nijmeegse Broerstraat. Het op een bestelwagen gemonteerde orgel was ook elders te beluisteren, al dan niet op verzoek. Grafisch kunstenaar Harry van Kuyk was een groot liefhebber van de Korsikaan. Geen wonder dus, dat hij de ‘zingende orgelman’ en zijn ook zingende echtgenote Thalja Kors-Martinet vroeg om de opening van zijn ‘nieuwe’ atelier in de oude Bank van Lening aan de Hessenberg op te luisteren. Aldus geschiedde op een mooie dag in oktober 1974, in aanwezigheid van vrienden en stamgasten uit de City Bar. De bruine kroeg van uitbater Jo Samson was tussen 1960 en 1986 een geliefde pleisterplaats van kunstenaars, journalisten, buurtbewoners, koppelbazen en verdwaalde politici.

Optreden van Thalja Kors-Martinet en Henk Kors bij de ingang van Harry van Kuyk’s atelier (Foto: Jan van Teeffelen)

De opening van Harry van Kuyk’s atelier trok aardig wat publiek: toevallige voorbijgangers uit de Lange Hezelstraat, buurtbewoners uit de Pijkestraat en enkele stamgasten uit de City Bar. Henk Kors en echtgenote Thalja verzorgden uiteraard een bijzonder optreden voor de trotse kunstenaar en zijn hooggeacht publiek, Nu ik de beelden terugzie, komen allerlei herinneringen boven aan onvergetelijke gebeurtenissen in een zorgeloze tijd, waarin er volop ruimte was voor allerhande ontmoetingen: stevige discussies, maar ook voor mooie feesten. Harry van Kuyk en kunstenaar Rob Terwindt waren met Jo Samson tevens de gangmakers van visclub Het Scholleke. De City Bar was van tijd ook een befaamd schaakdomein, en bovenal het ‘uitgelezen’ Bijkantoor van De Gelderlander: een gemêleerde ontmoetingsplaats, zoals die anno 2022 niet meer te vinden is.

Henk en Thalja Kors zien, dat Harry van Kuyk en zijn vrienden de Korsikaan als achtergrond gebruiken (Foto: Jan van Teeffelen)

Wellicht is dat gemis de achtergrond van de door Ton Verbeeten gemunte woorden ‘Sociale nostalgie’. De oud-journalist van De Gelderlander, destijds net als Jan van Teeffelen ook frequent bezoeker van de City Bar, schreef die woorden op Facebook als reactie op de fotoserie van Harry van Kuyk en zijn makkers rond de Korsikaan bij de opening van zijn atelier aan de Hessenberg. De kunstenaar beleefde in die tijd, kort na de publicatie van zijn beroemde ‘Groot Abecedarium’ een gouden tijd, en ook de stamgasten van de City Bar wisten elkaar toen talloze dagen en uren te vinden, zonder aanzien van de persoon. Sociale nostalgie: Ton Verbeeten bedoelt ongetwijfeld zo geen heimwee, dan toch het terugverlangen naar de tijd, waarin de saamhorigheid won van egotripperij, zelfs van kunstenaars, journalisten en politici, die het veelal van een individuele aanpak moeten hebben. De foto’s van Jan van Teeffelen zullen waarschijnlijk vaker tot omzien in verwondering leiden, en tot sociale nostalgie..

Rondje Waelwick

Een korte wandeling in Ewijk als een alternatief voor een fysiotherapeutische sessie in het ZMW Revalidatie- en Behandelcentrum
Begin en eind van het Rondje Waelwick
En route 1: Ans Lansink op voetpad, links de Klaphekstraat; rechts bovenin is het Revalidatiecentrum zichtbaar

In de afgelopen jaren hebben Ans en ik heel wat rondjes gewandeld, vlak bij huis in de kloostertuin van het vroegere Albertinum, of wat verder weg in de omgeving van Nijmegen, waar natuur= en landschappelijk aardig wat te beleven is. Dat De Bruuk tussen de Groesbeekse kerkdorpen de Horst en Breedeweg daarbij de kroon spande, zal liefhebbers van een afwisselend landschap niet verbazen. Het natuurreservaat tegen de Duitse grens boeit in alle jaargetijden, zo bleek onlangs toen ik op mijn eentje op de eerste herfstdag het klassieke rondje liep om mijn hoofd leeg te maken: woorden waarmee een Groesbeker mij een goede wandeling toewenste, nadat hij mij staande had gehouden met ‘Goedemiddag: he, ge liekt op Nolleke Arts. Of bent u dat zelf. Toen ik hem vroeg wie Nolleke Arts was, zij hij: die bekende voetballer vroeger, van Achilles en NEC. Hij vertelde ook, dat hij elke dag even in De Bruuk liep. Na ons korte gesprek ondersteunde hij met een gemoedelijke schouderklop zijn aansporing om vooral ‘het hoofd even leeg maken’.

En route 2: op de achtergrond de van Heemstraweg
En route 3: op egg naar het Schoolpad

Welnu: het hoofd leegmaken: dat was inderdaad de bedoeling van het rondje Waelwick, dat ik enkele dagen voor het ontslag van echtgenote Ans uit het Revalidatie- en Behandelcentrum in Ewijk in gedachte had. Het moest een ‘zondags’ alternatief zijn voor de dagelijkse behandeling door de even vriendelijke als deskundige fysiotherapeuten Ricardo en Joppe. Zij hadden de laatste weken ontdekt, dat Ans achter haar trouwe rollator al wat grotere afstanden kon overbruggen, onder meer naar het kleine winkelcentrum dat Ewijk rijk is. Hun stevige inzet had dus geholpen. Een wandeling om het hele complex van Waelwick en de sportvelden van Ewijk moest toch kunnen, zo dacht ik. En jawel hoor, de wandeling van ongeveer 1500 meter lukte wonderwel, zonder rustpauzes zoals we die bij onze tochten door De Bruuk gewend waren. Binnen een uur waren we weer terug in het ZMW-Revalidatiecentrum, waar Ans in twee maanden het doel van het zelfstandig achter de rollator kunnen lopen gehaald had: met inspanning en doorzettingsvermogen, dat wel.

Heksenkring in Ewijk

Het rondje Waelwick begon op de parkeerplaats, links van de hoofdingang, waar een smalle doorgang op het Schoolpad uitkomt. Op de viersprong sloegen we linksaf om langs de haag van de tuin van Waelwick naar het voetpad langs het voetbalveld te lopen. Ewijk speelde een thuiswedstrijd tegen UHC uit Hernen (en won, zo bleek achteraf met 1-0 de streekderby). Het aantal toeschouwers evenaarde de som van beide elftallen. Ook de vrouwen van Ewijk speelden een thuiswedstrijd. Via de volle parkeerplaats belandden we op het Blateplak, de tweede uitvalstraat van Ewijk naar de van Heemstraweg. Ruim voor de kruising voerde een bochtig maar verhard voetpad ons langs tennisbanen en het tweede voetbalveld. Het verkeer op de van Heemstraweg bleef door de stevig uitgegroeide bosschages onzichtbaar. Na een paar honderd meter doemde een soort weide op, met een onvervalste heksenkring: een ruime cirkel van grote en kleine straatchampignons. Even verder viel een andere kring op: een stel jongeren, die kennelijk aan het einde van het doodlopende Schoolpad een vaste ontmoetingsplaats hadden gecreëerd.

De oude Toren van Ewijk, gezien vanaf het Schoolpad

Daarmee werd tegelijk het doel duidelijk van scooters en brommers, die we op zomeravonden vanaf het buitenterras van het ZMW-Revalidatiecentrum voorbij hadden zien razen. De fraaie hangplek markeerde het einde van het Schoolpad, en dus het begin van de laatste 200 meter van het Rondje Waelwick, met zicht op de oude Toren van Ewijk en op de Johannes de Doperkerk. Eenmaal terug in de Binnentuin werd de geleidelijk opgekomen moeheid van Ans met warme chocolademelk ingeruild voor de blijdschap over het zonder problemen afgelegde rondje.

Johannes de Doperkerk in Ewijk, gezien vanaf het buiteenterrras van het ZMW-Revalidatiecentrum

De inspanningen van de therapeuten en verzorgers van het onvolprezen ZMW-Revalidatiecentrum hebben ertoe geleid, dat Ans het hoofddoel van het behandelplan – zelfstandig voortbewegen achter de rollator – in twee maanden kon bereiken. Wat eind juli 2022 werd gehoopt – de terugkeer van essentiële functies – was werkelijkheid geworden. Het verdere herstel thuis moet leren, of en wanneer we weer samen in De Bruuk en elders het hoofd leeg kunnen maken. Elders: dat wordt ook Ewijk, want in de omgeving is naast het befaamde Slot Doddendael nog meer te ontdekken.

Energievoorziening: Act Now

Pleidooi voor een directe, integrale en maatschappelijk verantwoorde aanpak, zonder uitsluiting van discutabele opties voor energiediversificatie, en met versterking sociaal-economisch draagvlak

Inleiding

2022: Somberheid troef

De internationale gemeenschap ziet zich gesteld voor een reeks, met elkaar samenhangende vraagstukken, die een integrale, breed gedragen aanpak vergen. De klimaatproblematiek en het waarschijnlijk ook structurele coronabeleid scoren hoog op de lijst van internationale vraagstukken. Nederland weet zich daarnaast geconfronteerd met de aardbevingen in Groningen, de vertraagde invulling van het stikstofbeleid en de geopolitieke gevolgen van de sancties van Rusland i.v.m. de Oekraine-oorlog, i.h.b. aantasting van de voorzieningszekerheid. Het versnipperde en somber ogende politieke landschap, de verdeeldheid en de onvrede in de samenleving belemmeren een doelgericht beleid: energiebesparing maar ook en vooral energiediversificatie, wil de energievoorziening zeker gesteld worden. Ondanks de belemmeringen blijft actie geboden: vandaar mijn oproep: Act Now om de somberheid te verdrijven.

Achtergrond

Een politiek en maatschappelijk antwoord op de kort aangeduide problemen is een pittige uitdaging, niet alleen in Europees verband, maar ook op nationaal vlak. Het publieke draagvlak voor een integrale en eensgezinde aanpak wordt belemmerd door politieke versnippering en toenemende invloed van populisme en nationalisme. De politieke stromingen aan de extreem-rechterzijde willen van klimaatbeleid niets weten, en benadrukken liever individuele vrijheid dan gezamenlijke verantwoordelijkheid, De trends van populisme en nationalisme veroorzaken bij bewindslieden en Kamerleden risicomijdend gedrag, met als gevolg aarzelend beleid en soms zelf uitstel van dringend noodzakelijke maatregelen. De in de afgelopen decennia ruim beschikbare fossiele brandstoffen – in Nederland aardgas, daarbuiten olie en steenkool – leidde tot gewenning van de samenleving, en tot het te gemakkelijk doorstrepen van andere opties voor effectief klimaat- en feitelijk ook stikstofbeleid.

HABOG – Opslaggebouw voor hoogradioactief afval – COVRA – Vlissingen-Oost (Foto: Ad Lansink)

Geopolitieke ontwikkelingen maken de afhankelijkheid van energiebronnen extra manifest, en benadrukken het belang van de tot voor kort onderbelichte voorzieningszekerheid. Dit thema vergt extra aandacht, omdat levering van elektriciteit en warmte een essentiële levensbehoefte is. Van een kabinet mag en moet lef en durf worden gevraagd, door de keuze voor een integraal pakket aan maatregelen, dat op korte termijn kan worden ingezet en waarbij de aanpak van het klimaatvraagstuk niet wordt belemmerd. Diversificatie van energiebronnen en energiebesparing zijn en blijven de pijlers van het beleid. Omstreden opties zoals kernenergie en opslag van CO2 mogen niet langer uitgesloten worden.

Deze notitie is primair gericht op energiediversificatie. De ook noodzakelijke energiebesparing vergt een andere benadering en een op verbruikssectoren gericht specifiek beleid. In de woon- en werkomgeving zijn het vooral de isolatiemaatregelen, terwijl bij verkeer en vervoer zowel directe als indirecte beperking van mobiliteit als systematische verschuiving van vervoerswijzen aan de orde zijn.  Verkeer en vervoer zijn tot op heden ontzien, ondanks de forse bijdrage aan de CO2-emissies. De vroegere verruiming van de maximumsnelheid staat zelfs haaks op de gewenste energiebesparing. Datzelfde geldt voor de welwillendheid jegens de luchtvaart tegemoet is getreden. Wisselvalligheid bij de stimulering van de elektrificatie van het wagenpark is evenmin bevorderlijk voor effectief klimaat- en transitiebeleid. Rekeningrijden mag niet langer uitgesteld worden, en de luchtvaart mag niet langer meer worden ontzien.

Politiek-bestuurlijke probleemstelling

Van oud naar nieuw: vervanging kolencentrale Engie door twee windmolens (Foto: Ad Lansink)

De leveringszekerheid moet worden gewaarborgd zonder in te leveren op de klimaatdoelstellingen, en met behoud en versterking van het sociaaleconomiscdraagvlak. Daarnaast dient de weerstand tegen opties, die een integraal energiebeleid kunnen frustreren te worden geslecht.  Die opties zijn inzet van kernenergie, onder- of bovengrondse CO2-opslag, toepassing van biomassa. Ook internationale afstemming en coördinatie vergen aandacht. Als gevolg van exorbitante prijsstijgingen staat het sociaaleconomisch draagvlak onder grote druk. Veranderingen in de fiscale systemen zijn geboden.  Een integrale aanpak van de problematiek vergt een meersporenbeleid met als uitgangspunten:

  • Vasthouden aan doelstellingen klimaatbeleid, maar fasering accepteren indien voorzieningszekerheid elektriciteit en of gas dat vergt
  • Prioriteit voor (zelf)voorzieningszekerheid elektriciteit, in mindere mate voor gas, indien alternatieven beschikbaar zijn (warmtenet, warmtepompen)
  • Op gerechtigheid gebaseerde financiering van beleidsmaatregelen, die een forse druk leggen op de samenleving
  • Rangschikking energieopties naar energie-efficiency en vermeden uitstoot van CO2: wind, zon, kernsplijting, aardgas, biomassa, steenkool

Borgen van energievoorzieningszekerheid

De kostbare medaille van de energievoorzieningszekerheid heeft twee kanten: beschikbaarheid en betaalbaarheid. Die tweede kant krijgt in relatie tot koopkracht veel aandacht. Maar beschikbaarheid telt ook, op korte en (middel)lange termijn, omdat verleden en heden leren, dat zeker structurele oplossing geboden zijn. Frankrijk wijst de weg met kernenergie, Noorwegen met het financiële beheer van olie- en aardgasbaten. Oppoetsen van de nu doffe energievoorzieningsmedaille leidt tot de volgende tien hoofdlijnen, die nader worden toegelicht en uitgewerkt in actiepunten:

  1. Borgen van voorzieningszekerheid elektriciteit via fasering afbouw kolenvermogen en vernieuwing kernenergie
  2. Borgen van voorzieningszekerheid gas via gelimiteerde productie uit Groningenveld en vergroting productie uit kleine velden
  3. Vergroting van de tijdelijke en blijvende opslag van CO2, onder meer door onderzoek naar CO2-opslag in lege onshare velden
  4. Verruiming zonne-energie-vermogen, via bedrijfsgebouwen en vergroting netcapaciteit
  5. Verruiming wind-energie-vermogen, onder meer door vergroting off-shore capaciteit en relatie tot waterstoftechnologie
  6. Blijvende inzet van afval-energie-centrales als circulaire producent van elektriciteit, warme, CO2 en
  7. Financiële aspecten: voeding van transitiefonds, bestemming extra-aardgasbaten en bestendige, dus structurele reparatie van koopkracht
  8. Sociaaleconomische aspecten: hantering draagkrachtbeginsel en inzet onorthodoxe instrumenten: prijsdifferentiatie en CO2-budgetten
  9. Procedurele aspecten; Meerjarenprogramma’s energiediversificatie en energiebesparing, op wettelijke basis
  10. Informatie en communicatie: vergroting publiek draagvlak in samenleving, en betrokkenheid van bedrijfsleven en lagere overheden

Hoofdlijn 1: Voorzieningszekerheid elektriciteit 

Schilderij van inmiddels (bijna) gesloopte kolencentrale te Nijmegen
Marena Seeling: Olie op linnen (2013) 120 x 100 cm

In de relatief dichtbevolkte West-Europese landen, ook in Nederland, is continue levering van elektrisch vermogen noodzakelijk. Waar de beschikbaarheid van kolen- en gasvermogen afneemt, blijft kernenergie de enige mogelijkheid om voldoende basisvermogen te leveren. Deze optie wordt noodzakelijk, wanneer opslag van CO2 via CCS onmogelijk blijft en moderne kolencentrales moeten sluiten. Bovendien dienen enkele gascentrales beschikbaar te blijven om pieken in de energievraag op te vangen. Duurzaam opgewekte elektriciteit draagt bij aan de voorzieningszekerheid, wanneer de discontinuïteit van levering wordt voorkomen of beperkt door opslagsystemen. Deze benadering leidt tot de volgende actiepunten voor het waarborgen van de voorzieningszekerheid voor elektriciteit 

  1. Waarborgen van continue stroomlevering van door (geleidelijke) vervanging van kolengestookte centrales door kerncentrales
  2. Indien noodzakelijk: incidentele inschakeling van gascentrale
  3. Op korte termijn: tijdelijke verruiming grenswaarde kolencentrales
  4. Op langere termijn: realisering van opslagsystemen voor beheer van overtollige zon- en windenergie

Hoofdlijn 2: Voorzieningszekerheid gas

Gasinfrastructuur – Vervanging van gietijzeren door plastic buizen in Voorjaar 2022 in Nijmegen
(Foto: Ad Lansink)

De gasinfrastructuur inclusief enkele gascentrales blijft van betekenis, ook na beëindiging van de gasproductie in Groningen. Noors gas is een goede transitie-brandstof, ook om thermodynamische redenen. Daarnaast is het gasnet van waarde voor de waterstof-economie en de inzet van biogas, verkregen uit de verwerking van groen-afval. Omzetting van overschotten aan duurzame elektriciteit bij een te groot aanbod van zon- en windenergie in waterstof dient een meervoudig doel: opslag en transport van energiedrager, grondstof voor industrieel processen, en brandstof voor mobiliteit. Marktwaardeverliezen van zon- en windenergie worden daarmee voorkomen. Deze benadering lijdt tot de volgende actiepunten voor het waarborgen van de gasvoorzieningszekerheid:

  1. Tijdelijke, gelimiteerde productie uit Groningenveld i.o.m. Advies Mijnbouwraad), gekoppeld aan snelle en ruimhartige compensatie van de aardbeving schades;
  2. Activeren en intensiveren van kleine veldenbeleid op Noordzee inclusief vergunning voor het veld ten noorden van Schiermonnikoog
  3. Vergroting van import, ook in de vorm van LNG
  4. Behoud van gasinfrastructuur, ook voor biogas en waterstof

Hoofdlijn 3: Tijdelijke en blijvende opslag van CO2

Biomassa: houtbewerking of brandstof (Foto: Ad Lansink

De voorlopig nog noodzakelijke inzet van fossiele energiebronnen in de vorm van steenkool en gas vergen opslag van CO2, wil aan de zware emissiereductie doelstellingen voldaan worden. Ook het streven naar negatieve CO2-reductie maakt CCS en andere opties voor opslag opportuun. CO2 kan ook een belangrijke rol spelen in de transitie naar circulaire economie, zowel via CO2-sequestratie, het vastleggen van CO2 in bouwmaterialen als via de korte biomassa-kringlopen. Tegen deze achtergrond zijn de volgende actiepunten van betekenis, ook voor het geval van beperkte reductiemogelijkheden

  1. Onderzoek naar opslag van CO2 in lege on-share gaslocaties, waarbij risico op aardbevingen kan worden verkleind 
  2. CO2-sequestratie in relatie tot circulaire economie
  3. Aanplant van bomen en snelgroeiende gewassen (circulaire biomassa)

Hoofdlijn 4: Verruiming zonne-energie-vermogen

Zonneboom van Andreas Hetfeld in Nijmegen (Foto: Ger Loeffen)

Verduurzaming van energie moet krachtig worden voortgezet. De natuur levert met zon, wind en water (indien beschikbaar) onuitputtelijke bronnen, waarmee op termijn de energievraag grotendeels kan worden gedekt. Maar discontinuïteit van zon- en windenergie vereist wel tijdige ontwikkeling van opslagsystemen. Waar fysieke opslag van windenergie via waterbekkens moeilijk realiseerbaar is, resteren opties als directe omvorming tot en tijdelijke opslag van waterstof, en opslag van zonne-energie in de accu’s van het geëlektrificeerde wagenpark. Voorkomen moet worden, dat hernieuwbare energie andere waarden schaadt. Denk aan verlies van biodiversiteit en van groene ruimte door aanleg van grote zonne-energie-velden. Voor de verrruiming van het zonne-energievermogen zijn de volgende actiepunten van betekenis:

  1. Versnelling uitbreiding zonne-energie met name door groter arsenaal op bedrijfsgebouwen
  2. Uitbreiding en verzwaring van netcapaciteit
  3. Stimulering van klein en middelgrote accu-oplaadsystemen, ook voor thuisgebruik
  4. Bevordering van de inzet van zonnestroom voor electrisch rijden

Hoofdlijn 5: Verruiming wind-energie-vermogen

Windpark Egmond aan Zee

De omvang van het terecht toegenomen vermogen uit off-shore windparken vergt rechtstreekse opslag van de niet direct inzetbare stroom. Omzetting in waterstof leidt bij een geleidelijke verlaging van de kosten van electrolysers tot een aanvaardbare businesscase. Specifieke actiepunten voor windenergie zijn:

  1. Verdere vergroting van offshore capaciteit
  2. Faciliteiten voor omzetting van niet inzetbare stroom in groene waterstof
  3. Versnelde inzet van waterstoftechnologie
  4. Stimulering van windenergie op bedrijfsterreinen

Hoofdlijn 6: Continuïteit van afval-energie-centrales

Producten uit Afval-Energie-Centrale

De inzet van biomassa – vooralsnog een van de meest belangrijke bronnen voor hernieuwbare energie – roept vraagtekens op door de komaf van de bijgestookt materialen. Hoogwaardiger toepassingen verdienen voorrang boven massale inzet voor stroomproductie. Niettemin kunnen moderne afvalverbranders een forse bijdrage leveren aan de productie van elektriciteit en warmte. Bovendien dragen zij via de levering van CO2 bij aan de agrobusiness van tuinbouwbedrijven. Voor de afval-energiecentrales gelden de volgende actiepunten:

  1. Verlenging van levensduur i.v.m. continue elektriciteitsproductie
  2. Inzet van afvalwarmte voor warmtenetten
  3. Faciliteren van CO2-opvang en doorlevering aan tuinbouwsector
  4. Hergebruik van vlieg- en bodemassen

Hoofdlijn 7: Financiële aspecten

De zorgplicht van de overheid vergt, dat het beleid gestoeld wordt op universele uitgangspunten: achtereenvolgens gerechtigheid, duurzaamheid, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Beleid, gebaseerd op deze waarden zal bij een groot deel van de samenleving de onvrede wegnemen, zowel in materiële als niet-materiële zin. Deze benadering vereist wel, dat doel en samenhang van de maatregelen zichtbaar worden gemaakt. Gerechtigheid leidt tot de hoofdlijn, dat bij de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Gerechtigheid vereist ook, dat bij klimaatbeleid niet volstaan wordt met de vervuiler betaalt. Een faire lastenverdeling vergt, dat een groot deel van de kosten van klimaat- en transitiebeleid betaald worden uit de algemene middelen, gevoed door het draagkrachtbeginsel, dus volgens progressief tarief. Het vervuiler-betaalt-principe is vervolgens de grondslag voor CO2-beprijzing, energiebelasting, accijnzen en rekeningrijden. Een deel van die middelen kan gebruikt worden voor een energie-transitiefonds. 

  1. Instelling Nationaal Energietransitie-fonds
  2. Partiele voeding uit Algemene middelen
  3. Voeding van fonds uit extra aardgasbaten en doelheffingen
  4. Relatie tot Klimaatfonds regelen

Hoofdlijn 8: Sociaaleconomische aspecten

De Europese sanctiemaatregelen tegen Rusland als reactie op het binnenvallen van Oekraine lieten de energiemarkten niet onberoerd. Hoewel verwacht werd dat Gazprom de gaskraan als reactie volledig of tenminste gedeeltelijk zou dichtdraaien, heeft de forse stijging van de gasprijzen de overheden en marktpartijen verrast, ook omdat ook de prijzen van de overige fossiele energiedragers in de eerste helft van 2022 aanzienlijk zijn gestegen. Bedrijven en huishoudens worden geconfronteerd met steeds hogere energieprijzen, waardoor de roep om compensatie van overheidswege steeds luider wordt. Betaalbare energie wordt soms zelf als voorzieningszekerheid benoemd. Een integrale aanpak van de transitievraagstukken leidt tot de volgende actiepunten:

  1. Toepassing van draagkrachtbeginsel: verlaging inkomsten- en verhoging vermogensbelasting, verhoging minimumloon
  2. Onorthodoxe maatregelen: prijsdifferentiatie of toekenning persoonlijk CO2-budget
  3. Wijziging van BTW-regiem (naar analogie van Duitsland)
  4. Beoordeling en wijziging systematiek energiebelasting
Jaarverbruik kWh0-30003001-40004001-5000> 5000
‘Oud’ tarief0,25
Marktconform0,40
Met Toeslag0,500,55
Model -Voorbeeld prijsdifferentiatie stroomtarieven huishoudens
Lagere inkomens worden ontzien, wel aangemoedigd om zuinig om te gaan met energie. . De andere inkomens betalen b meer. Uit die overwinst kan de leverancier het verschil dekken tussen modale prijs en werkelijke kostprijs.

Hoofdlijn 9: Procedurele aspecten

Het borgen van de energievoorzieningszekerheid in relatie tot energiediversificatie en energiebesparing vergt een structureel, voortschrijdend meerjarenplan op wettelijke basis. Het Nationaal Milieeubeleidsplan kan daarbij tot voorbeeld strekken. Onderzocht moet worden, op welke wijze de stakeholders – bedrijfsleven, lagere overheden, milieuorganisaties – bij de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenplan worden betrokken. Actie- dan wel aandachtspunten zijn daarbij:

  1. Opstelling van bindend Meerjarenplan naar analogie van NMP
  2. Onderscheid korte (2025), middellange (2030) en lange (2040) termijn
  3. Inbouw evaluaties (2024, 2028, 2025) met mogelijkheid van bijstelling
  4. Instelling externe Raad van Advies

Hoofdlijn 10: Informatie en communicatie

Interne en externe communicatie – Schema uit ‘Challenging Changes : Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy by Ad Lansink

Het draagvlak voor tijdelijke en blijvende transities vereist tijdige en zorgvuldige informatie van de samenleving. Het bedrijfsleven en de lagere overheden moeten kunnen rekenen op een goede communicatie met de rijksoverheid. Digitale raadpleging van huishoudens en individuele personen vergroot de betrokkenheid bij de transities, waarvoor de samenleving zich gesteld ziet.

  1. Publieksinformatie via permanente campagne
  2. Communicatie met stakeholders
  3. Speciale aandacht voor gevoelige thema’s zoals de ondergronds opslag van CO2 en de langdurige opslag van radioactief afval
  4. Ontwikkeling van educatieve programma’s

Verantwoording

In de voorjaarsvergadering 2022 van de Werkgroep Energiepoort lag de vraag op tafel, welkeonderwerpen tijdens de najaarsbijeenkomst van Energiepoort aan de orde zouden kunnen komen, in aanwezigheid en met inbreng van de minister van Klimaat en Energie. Zou de bewindsman verhinderd zijn, dan zouden met enkele leden van de Tweede Kamer de actuele situatie op de energiemarkt besproken kunnen worden, inclusie de vraag hoe Nderland het vraagstuk van de energievoorzieningszekerheid zou kunnen of moeten aanpakken. Mijn suggestie om een aanzet op papier te zetten werd door de leden van de Werkroep Energiepoort op prijs gesteld. Deze notitie is geschreven op persoonlijke titel.